HET LANDSCHAP VAN OVERFLAKKEE
89
in het terrein uitgezet en de verkaveling werd op
de tekentafel ontworpen, met uitsluitend gebruik
van rechte lijnen.
De polders van Flakkee leren ons nu hoe het
dj nieuwe grote inpolderingen in de vijftiende
eeuw toeging. Het is duidelijk dat er van te voren
geen verkavelingsplan ontworpen werd, maar dat
nen wel systematisch te werk ging. In de pas be
dijkte polder werd zoveel mogelijk een rechtlijnig
vegenpatroon uitgezet. Alleen als er een kreekje
in de weg zat, week men van de rechte lijn af,
zoals bij de Lageweg in Dirksland. Binnen de al
dus ontstane blokken ging men naar bevind van
zaken te werk: nog aanwezige geultjes werden
als perceelscheiding gebruikt, maar als die niet
oorhanden waren, werden rechte sloten getrok
ken. Het resultaat was een in hoofdlijn strak,
maar in detail onregelmatig verkavelingspatroon.
Mogelijk zitten in dit patroon ook nog structuren
verborgen die ontleend zijn aan de moernering
vóór de bedijking.
Hoe jonger de polders op Flakkee, hoe regel
matiger de verkaveling wordt. De Eendragtspol-
der van Stellendam, daterend uit 1780, is geheel
op de tekentafel ontworpen. In de polders Kraaij-
estein en Kraaijenisse ten noorden van Dirksland
(uit omstreeks 1760) en Oostplaat en Westplaat
bij Middelharnis (beide van 1808) vinden we zelfs
een verkaveling die vrijwel geheel uit vierkante
percelen bestaat.
Gedurende de laatste decennia is veel van de
oorspronkelijke verkaveling door ruilverkaveling
en kavelsamenvoeging verdwenen. De hoofdlij
nen zijn echter nog duidelijk zichtbaar; dat geldt
vooral voor het dijken- en wegenpatroon van het
eiland, dat nog in zijn geheel de ontwikkelings
geschiedenis weerspiegelt.
Conclusie: Zeeuws en toch anders
Het Flakkeese landschap, dat het resultaat is van
de hierboven geschetste ontwikkeling, heeft een
geheel eigen karakter. Het wordt gedomineerd
door veelal fraai begroeide binnendijken en door
strakke rechte wegen, door grote boerderijen en
karakteristieke kerken. Het landschap heeft daar
mee nog grotendeels zijn vijftiende-eeuwse karak
ter behouden. Het vormt een overgang tussen het
onregelmatige middeleeuwse landschap en de
strakke tekentafelarchitectuur van de zeventiende
en latere eeuwen. Duidelijk blijkt de grote zorg
waarmee de inrichting van de polders in de vijf
tiende eeuw tot stand kwam. Reeds toen werd
speciale aandacht besteed aan de inrichting van de
dorpen. Al met al bezit Overflakkee een Zeeuws
landschap met typische eigen kenmerken.
Literatuur
Beekman, F. 'Het polderlandschap tussen Oude
Tonge en Ooltgensplaat', in: De kreken van Oost-
flakkee, red. J. Dunk. Middelharnis z.j., blz. 7-16.
Boers, B. Beschrijving van het eiland Goedereede
en Overflakkee. Sommelsdijk 1843 (herdruk
's-Gravenhage 1969)-
Eerzamen, F. den. Het eiland Goeree-Overflakk.ee.
Middelharnis 1984.
Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000. I.
West-Nederland 1839-1859. Groningen 1990.
Hoek, C. 'De heren van Voorne en hun heerlijk
heid'. in: Van Westvoorne tot St. Adolfsland. Oud
dorp 1979, blz. 115-147.
Rummelen, F.F.F.E. van. 'De laatste 4000 jaar van
de geologische geschiedenis van Goeree-Over-
flakkee', in: Van Westvoorne tot St. Adolfsland.
Oucldorp 1979, blz. 31-39-
Teixeira de Mattos, L.F. De waterkeringen, water
schappen en polders in Zuid-Holland. Deel XI,
afdeling VII, onderafdeling 1. 's-Gravenhage
1941.
Wilderom, M.H. Tussen Afsluitdammen en Delta-
dijken. Deel II. Noord-Zeeland. Vlissingen 1964.