HEI NNERINGEN
105
Afb 2. M. Geuze in gesprek met
D.J van der Have, 1984 (part.
coll
om partijen samen te brengen. Die eigenschap
sp elde een grote rol bij de grote fusie in de coö-
pe atieve suikerindustrie, de Suiker Unie. Het
voorzitterschap van deze Unie moest hij op 16
se >tember 1969 om gezondheidsredenen neerleg
gen. In december 1968 was hij kamerheer in
dl nst van H.M. Koningin Juliana geworden.
3e ramp van 1953 liet ons Zeeuwen de ontem-
ba e kracht van het water zien. Gezinnen werden
ui elkaar gerukt. Verzuchtingen werden geuit:
'Hoe kon God dit toelaten?'. De indruk die de
ramp op Marien maakte was ingrijpend. In zijn
bi adel Onderweg (1981/1982) heeft hij een citaat
opgenomen van Herman de Coninck: 'Een van
dt dingen waar poëzie toe bijdraagt, is begrip'.
Btgrip ook voor wat niet te begrijpen valt. Zie-
hi r zijn:
Rampimpressie
Door mijn raam zie ik het water
^piegel van leed
iet blinkt in de verte
)f grauwt tot een kreet
daar is niets te vergeten
.liets raakt verloren
nuren van water
overspoelen het koren
warbeeld van water en puin
van modder en hout
k zie op mijn tuin
verdoemd en steenkoud
ginds vechten de mensen
op de kale dijk
met zakken en stenen
gezogen in 't slijk
eb en vloed 't leven
in één wisseltij
heeft de vloedgolf verbroken
wat bloedwarm ons zij.
Dode dieren zijn gevonden
dode menschen nog niet
God liet ze begraven
er is geen ander lied.
(2 februari 1953)
Marien Geuze beschikte over een vaardige pen.
In de loop van de tijd heeft hij in vele periodie
ken honderden artikelen geschreven. Het Zeeuws
Tijdschrift lag hem na aan het hart. Niet lang
voor zijn overlijden kon ik hem helpen bij het
maken van een bibliografie. Links en rechts kwa
men de artikelen te voorschijn. Even talrijk waren
zijn lezingen. Hij kon veel aan. Van 1956 tot 1967
was hij lid van de Eerste Kamer voor de Christe
lijk Historische Unie, waarvan lange tijd als frac
tievoorzitter. Uit zijn mond noteerde ik in 1982,
kort samengevat: 'Het was een zwaar maar inte
ressant en mooi leven, 's Ochtends vroeg op en
bij het werk, om 8 a 9 uur weg, ter vergadering
vaak op drie plaatsen per dag, 's avonds nog er
gens spreken, laat thuis. Met moeder Elly nog de
dingen van de dag doorspreken, de post, de tele
foon, het bedrijf, het personeel, de kinderen
(vier), de familie en regelen voor morgen. Zij was
een thuisfront als een rots met gevoel voor de
boerderij en haar man's werk'. Elly had een heel
druk leven totdat de kanker genadeloos toesloeg.
Zij overleed, 52 jaar oud, in 1972.
Kort na haar dood kwam ik op de boerderij.
We zaten stil tegenover elkaar. Hij schonk koffie.
'Ze vergeten wel eens Rinus dat een man ook
koffie kan zetten'. Hij had weinig aanloop. Eén
ding wist hij zeker. Elly, komend uit een onker
kelijk gezin, bleek een vastheid van geloof te be
zitten waarmee ze hem en anderen sterkte.
Eind 1965 was het afscheid van de Z.L.M.: een
wereld van verschil met zijn aankomst in 1945.
Hij formuleerde: 'De zaaitijd was een etappen-