106 HERINNERING I I tocht en niet zoals thans een veldslag De oude arbeider is er nauwelijks meer. In getal lijkt hij helemaal te verdwijnen, de handwerktuigen zijn door machines vervangen, en zij zullen straks - en dan ook hoe lang nog - slechts in musea, openluchtmusea dan, gedemonstreerd worden'. Het zal niet veel verbazing wekken dat Geuze een van de drijvende krachten werd van de Ver eniging Streekmuseum voor Tholen en Sint-Phi- lipsland 'De Meestoof' te St. Annaland. Ook hier was hij, en ik zou bijna zeggen: vanzelfsprekend, voorzitter; als zodanig nam hij afscheid op 17 september 1993. Marien was niet van ijzer. Een waarschuwing was een hartinfarct in 1975. In zijn jeugd was de tbc-tijd al een klop op de deur geweest. In het begin van zijn voorzitterschap van de Z.L.M. kreeg hij spierreumatiek met afschuwelijke pijnen in schouder en gelaat. Toch durfde hij het aan in 1979 het commissarisschap van De Nederlandse Bank aan te nemen, zij het na aarzeling. Hij be schouwde dit als een eervolle maar tevens zware opdracht. Uit dezelfde tijd dateert het gedicht 'De boogschutter', uit de bundel Onderweg. Ik hef de boog, ik proef het hout, ik proef de [pees, ik proef de kracht nog van mijn schouder, ik speur de schijf, al zijn mijn ogen ouder dan toen dat doel voor 't eerst verrees. De bijna-vastheid is er nog van hand, van vingerspel, van strak bewegen, een wolk houdt even nog de trefkans tegen, dan, bogend, zoeft de pijl over het land. Niet langer is de pijl in 't hart geland al is 't dan nauw-merk'lijk nog erneven; mijn jarental blijft naar het wit toestreven het zwart rondom neemt onverbiddelijk de [overhand. Kort en goed: de trefzekerheid is minder, anders gezegd, er is een tijd van komen en gaan. Hij neemt afscheid van de Zandhoeve en de jongste zoon volgt hem op. De kans deed zich voor een riant huis te verwerven aan de Markt te Wouw, samen met zijn tweede echtgenote, Evelien Taze- laar, juriste, met wie hij enige jaren daarvoor was hertrouwd. Het was een huis om gasten te ont vangen, maar het Marktplein van Wouw contras teerde wel met de wijdsheid van het Thoolse land. In zijn dichtbundel Bij tijd en wijledie in 1997 verscheen, zijn onder de titel 'Tweemaal Wouw' twee gedichten opgenomen: Marktplein Druipend droef de regen rond de torenspits; kauwtjes, zwarte vlekken wachten dof en bits, 't geschonden lindenloof zwalkt ter aarde. Geelbruin, zonder waarde hunkert de herfst vandaag over 't plein; grijze wolken drijven eeuwen last omlaag en in de hinderlaag van een koud portaal draait de winter nog zijn ijzige adem over ons uit te storten. Zondagmorgen Ik schuif 't gordijn opzij en zie op 't groene lindenplein gelijk het zwart op wit van trimmers in een flits geruisloos overstuiven; zij gaan hun vroege zondagsgang 'bollen' langs 's Heren wegen Als straks hun zweet is opgedroogd is dan hun levenskans verhoogd? Hoezeer zij vandaag zich weren straks d'eindstreep te passeren wel: in hun trimmend kader komen zij steeds de eindmeet nader Achterin cle bundel schrijft Marien: 'Busken Huct moet gezegd hebben dat dichten bij de Nederlan ders een erfzonde is. Blijkbaar sta ik in die trad - tie, want van mijn studententijd tot mijn 80e le vensjaar heb ik mij - zij het over een zo lang - periode gemeten - spaarzaam op dit pad bew< - gen. Een laatste bewijs moge deze bundel 3 j tijd en wijle' vormen, andermaal bestemd voc verwanten en goede vrienden'. Voor mij blijft ee t van zijn mooiste gedichten het zoëven geciteerd 'De boogschutter'. Eén van zijn laatste schrifturen is het aardig boekje Zichtbaar Verleden. 20 jaar Streekmu seum De Meestoof Tholen en Sint Philipsland (1995). Ik zie Marien Geuze de slotpassage schrijven. Hij kan het niet laten nog enige wijz woorden te spreken want de goede naam van D Meestoof moet worden gehandhaafd. Maar ten slotte schrijft hij: 'Dit alles mag men niet lezen al - een pasklaar recept. Schrijver dezes is zich eivai bewust dat hij niet over zijn afscheid heen nog. welke regelen dan ook, te dicteren heeft. Du makkers tob niet, het wordt toch anders'. Nadat hij in de winter van 1996 zijn heup brak. liet zijn gezondheid steeds meer te wensen ovei. Het einde kwam op 13 augustus 1998 in het zie kenhuis te Roosendaal. Wij verloren een goede vriend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 36