GE .OOTSCHAPSVERZAMELINGEN 113 Aft 8. De botten en het stukje lood uit het doosje van chirurgijn J. Daman (Zeeuws Museum, coll. kzgw). wordt helaas niet vermeld. Uiteraard was er w ï'kvolk bij de herbegrafenis aanwezig, dat de stoffelijke resten uit de oude in nieuwe loden kis te overplaatste. Ook is bekend dat Cromstrien Evertsen van plan was het overbrengen van de re -tanten van zijn voorvaderen bij te wonen29. M igelijk hebben ook vertegenwoordigers van de kerkmeesters of van de commissie tot den open bare eredienst de operatie bijgewoond. Iemand van de aanwezigen moet op dat moment - op openlijke of slinkse wijze enkele 'souvenirs' be machtigd hebben. Men lijkt in deze jaren weinig scrupules over deze vorm van grafschennerij ge ilt d te hebben. Bijna gelijktijdig, in maart 1817, ht d men het geraamte van (naar men toen dacht) rooms-koning Willem II, dat in de muur van de Koorkerk was aangetroffen, onder leiding van Lt mbrechtsen naar het museum van het Genoot schap overgebracht. Daar werd het in een kistje bewaard en ondermeer aan Koning Willem I ge toond*1. De collectie Beeldsnijder van Voshol kwam be gin deze eeuw in het bezit van de overheid en werd in 1922 ontbonden, waarop de Algemeen Rijksarchivaris Suringar's brief aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen overdroeg. In d< marge van de brief, die zich in de handschrif tencollectie bevindt, zijn twee kleine strengen h: ar opgeplakt: de lichtblonde van Johan naast dt donkerblonde van Cornelis Evertsen31. Teza- m en met de botten van chirurgijn Daman zijn ze een laatste tastbare herinnering aan twee Zeeuwse helden, die niet alleen met hun daden de Zeeuwse jeugd moesten inspireren, maar ook het Genootschap na een moeilijke periode de mogelijkheid boden zich als hoeders van Zee- laids roemrijk verleden te profileren. Noten 1. Uit: M.C. Van Hall, De graftombe van 's lands zeehelden Cornelis en Jan Evertszoon hersteld z.p. 1816. 2. Arch. KZGW, brief mevr. drs. N. Daman 9 febr. 1980. 3. J.C. de Man, De geneeskundige school te Mid delburg: hare lectoren en leerlingen 1825-1866, Middelburg 1902/04 deel I, blz. 18 en J.L. Kool- Blokland, De zorg gewogen. Zeven eeuwen gods huizen in Middelburg, Middelburg 1990. 4. Zie voor gegevens over de Evertsens: J.C. de Jonge, Levensbeschrijving van Johan en Cornelis Evertsen's Gravenhage 1820. 5. Zie I.H. Vogel-Wessels Boer, 'Het praalgraf van de gebroeders Cornelis en Johan Evertsen', in: Buil. Stichting Oude Zeeuivse kerken 20, mei 1988 blz. 12 e.v. 6. Op last van de kerkmeesters werd in februari 1800 met gouden letters een tekst op de tombe aangebracht. Zeeuwse Bibliotheek, Handschrif tenverzameling KZGW nr. 3975. 7. Luitenant-admiraal J.H. van Kinsbergen, die op 4 juni 1815 benoemd werd tot directeur van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, schonk in eerste instantie 300,- en later nog eens 1200,- om de schade aan de tombe te her stellen. Zeeuwse Bibliotheek, Handschriftenverza meling KZGW nr. 3976. 8. Zeeuwse Bibliotheek, Handschriftenverzame ling KZGW nrs 255, 250, 251, 179. Brieven van C. Cromstrien Evertsen aan N.C. Lambrechtsen. 9. Hiervoor werd op gezag van de Commissaris Generaal van ondeiwijs, kunst en wetenschappen het wapen van Willem II 'zoo als het op den titel zijner levensbeschrijving voorkomt' als voorbeeld

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 43