rl^^rx I i/To:.'|-ifl h|; <ha lrE: - J 128 DE SINT-PIETERSKERK TE MIDDELBl RG "T 4:>4j >}%<$- 'i. H:xv \v\' 7w s«r *T"| U,'-$ VSsT .2' .H://v -iss i vV v\i i 1 'v i s I\l|i I 4 i; 5- i M 'M fJ-4 I -;V L'K" f >\tn\, 'k-Asé \f 'jm:. v V ,v v 1 w i ;b rl •rfcór f ..v-f.-..>;v fj a§ - f li fit h ji v - L <i' - Tl.,! A "G-, -fffr K) v-:'v 1 pr 1. f i i," i: il VI Vii |i' ij li II i! 1! i!K :rM Afb. 7. Gezicht in de kerk van noordoost naar zuidwest met inkijk in de viering, schip en zuidbeuk. Potloodteke ning door Daniël de Blieck. z.j. (Rijksdienst voor de Monu mentenzorg) Vermoedelijk waren houten gewelven voor schip en transept voorzien. Het beeldmateriaal geeft nergens uitwendig een aanduiding van steuncon- structies voor een stenen schipgewelf. Op een houten overkapping, ook voor de zijbeuken, wij zen eveneens de oost-west zadeldaken van de zijbeuken. Het interieur gezien door de ogen van De Blieck Een aparte bespreking verdienen de twee inte- rieurschetsen van De Blieck. De eerste (afb. 7) is een gezicht via de viering in het schip van de kerk. kijkrichting van noordoost naar zuidwest. De artiest doet alsof een dergelijk overzicht in één blik te verwezenlijken zou zijn. Het 'verhaal' moet 'gelezen' worden van de preekstoel met zijn dooptuin en van de zuidoos telijke vieringkolom, de diepte in, tot waar, in de westhoek van de zuidbeuk, het venster in de kopgevel van die beuk nog juist tussen de ko lommen cloor zichtbaar is. Een centrale plaats neemt de zuidwestelijke vieringkolom in, met a rn de voet, diagonaalsgewijs tegenover de kansel, een overheidsgestoelte. Van de vier vieringpijlers zijn er dus drie in beeld. De vierde (noordwest) valt weg achter ie noordoostelijke, waaraan de preekstoel is beves tigd. Duidelijk zijn de drie gemetselde bogen te zien, die de vieringpijlers met elkaar verbind *n en, al verstevigend, het muurwerk van schip ;n transept tot corset dienen. De dakconstructie van het middenschip vi lt, naar boven tot aan de nok toe en in de diepte t at waar het dak tegen de ingebouwde toren rust, af te lezen uit de kapdriehoeken met hun kapb; 1- ken, spanten, korbelen58 en de gordingen" in de lengte. In het muurwerk van de toren boven de kapbalk (basisbalk van de driehoek) zijn blin 1- nissen zichtbaar, of misschien zijn er luiken >ij van de achterliggende torengeleding. De drie tra veeën van het middenschip zijn goed herkenbaar. Dat de zijbeuk twee traveeën meer heeft, valt uit de tekening niet direct op te maken. We weten het uit de tekeningen die we kennen van het br i- tenaanzicht. De kromme spanten van de zijbeuks-overka wi ping zijn schematisch aangegeven. Het is hat enige, dat we te zien krijgen van de overkapping van de zijbeuk. Wat we ook meer moeten rade dan dat het de oningewijde beschouwer duideliik wordt, is de aanwezigheid van kapellen aan de zuidwand. Ze worden gesuggereerd door de ho rizontale streepjes links naast de kapitelen van de muurkolonetten. In de tweede schets (afb. 8) heeft De Blieck c e kerk heel wat 'kathedraalachtiger' weergegeven dan in de eerste. De tekening heeft meer het ka rakter van een statieportret van de kerk. De twee elementen, die bij de werkelijke ervaring van ce ruimte storend moeten hebben gewerkt, zijn hit r als het ware geëlimineerd: de onvoltooide kap van het schip en van het transept, alsmede de in gebouwde toren. De beschouwer staat opnieuw, zoals bij de ee - ste tekening, noordoost, maar verder weg. Di oostelijke vieringkolommen zijn buiten het beel i gehouden, een kunstgreep die ruimte schep maar een artistieke vrijheid inhoudt. De artie. t laat ons genieten van een maximum aan ruimt f dat er uit het gegeven viel te halen. Centraal zijn de westelijke vieringpijlers. Links van de zuidwestelijke een inkijk in het transept tot en met de kopmuur van de zuidelijke arn Rechts van nog steeds diezelfde kolom schip e t zuidbeuk weglopend 'zonder einde'. De waarlijk meesterlijke, en vooral ook mee: - terlijk flatterende, schets geeft een duidelijk beeli van de basilikale opbouw van het schip. De af werking van het triforium4" wordt niet geprec - seerd. Te vermoeden valt een eenvoudig venste - banktriforium. Dat wijst, met de door De BliecK

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 10