SINT-PIETERSKERK TE MIDDELBURG
129
ifb. 8. Gezicht in de kerk van noordoost naar zuidwest, nu zijn alleen de zuidelijke vieringpijlers te zien en een gedeelte
an het schip, de zuidbeuk en het zuidtransept. Tekening in potlood en pen door Daniël de Blieck, z.j. (za, kzgw, Zei. III.,
anwinst 1994/30)
ier niet ingevulde venstertraceringen, uit andere
fbeeldingen bekend, op Brabantse gotiek van
rij late datum, veel later dan de toren en ook la
ar dan het koor.
De kapellen die de zijbeuk flankeren zijn verte-
enwoordigd door het fragment rechts van de
uidwestelijke vieringkolom, in het gezicht via de
neest westelijke vieringkolom (de boog tussen
-chip en zijbeuk). Ook deze schets geeft de zij-
>euk en kapellen constructief niet volledig inge-
uld weer, maar de suggestie is volkomen. Je zou
:unnen zeggen, de tekening is een artistieke
weergave.
Behalve de op de voorgrond aangeboden
ruimte-impressie, heeft de kunstenaar zich nog
een tweede vrijheid veroorloofd, en wel door in
de bovenzone van schip en transept de aanzet
an gewelven te tekenen, die in werkelijkheid
liet bestaan.
Het knappe (en bedrieglijke) van de schets is
vooral, dat we de idee krijgen, dat de afgebeelde
constructie zich aan de west- en aan de noord
zijde op dezelfde voet, in dezelfde trant, zal
voortzetten en afronden, alsmede dat zij aan de
oostkant vergezeld zal gaan van een gelijksoortig
koor. De argeloze beschouwer moet wel de in
druk krijgen, te maken te hebben met een volle
dige laatgotische kerkruimte, terwijl er, om dit ef
fect te bereiken, toch nauwelijks van vertekening
sprake is (alleen voor wat de gewelven betreft),
De identiteit Middelburg, Oude Kerk, is vastge
legd met de wapenborden die aan de vieringko
lommen zijn opgehangen. Dat we te maken heb
ben met een door de gereformeerden in gebruik
genomen gebouw blijkt uit de kolom-gestoelten
aan de voeten van de vieringpijlers."
Het schetsboekje van De Blieck.
Bij de beschrijving van de eerste tekening viel het
woord 'schematisch'. Daarbij valt te bedenken,
dat het een tekening moet betreffen van De
Blieck voor eigen gebruik. Hij had er genoeg
aan, met zijn kennis van het bouwen en van dit
kerkgebouw in het bijzonder. Als hij geprobeerd
had, alles wat er in de zijbeuk te zien was weer
te geven, zou het verhaal minder duidelijk zijn
geworden, voor hem onnodig onduidelijk. Voor
hem was belangrijk, dat hij bepaalde gegevens
vastlegde, waarover hij wilde beschikken. Niet
meer, maar ook niet minder,