134
BOUTENS EN KAKEBEEKE
hij zich vooral aan het dichten en vertalen.
Rondom het jaar 1909 werd een ondersteunings
fonds voor Boutens opgericht door Van Hall en
Arij Prins.1" Mij is niet bekend of Kakebeeke Bou
tens ook financieel gesteund heeft. Het lijkt me
niet geheel ondenkbaar, gezien de maatschappe
lijke positie van Kakebeeke. Eén maal wordt in
de brieven geschreven over een postwissel. Ka
kebeeke kocht ook enige luxe uitgaven van Bou
tens' bundels, hetgeen gezien kan worden als
een vorm van mecenaat.
In dit artikel zal ik achtereenvolgens ingaan op
fragmenten uit de brieven van Boutens aan Kake
beeke over Middelburg, Zeeuwse gedichten en
Jan Toorop.
Boutens over Middelburg
Vaak schreef Boutens in zijn brieven aan Kake
beeke over Zeeuwse aangelegenheden. Kake
beeke was immers evenals Boutens een Zeeuw
en woonde in Middelburg. Boutens schreef nogal
negatief over zijn geboortestad Middelburg en
vooral over de bewoners. Sinds het begin van
zijn studie in 1890 woonde hij niet meer in Mid
delburg, maar logeerde er nog vaak bij zijn
ouders. Achtereenvolgens woonde Boutens in
Utrecht (1890-1894), Voorschoten (1894-1904)
en uiteindelijk in Den Haag (1904-1943). In het
mondaine en deftige Den Haag voelde Boutens
zich het meeste thuis. In zijn ogen was de
Zeeuwse hoofdstad te provinciaal.
Op 13 december 1904 schreef Boutens. vanaf
zijn adres Westeinde 9a te Den Haag, aan Kake
beeke:
'Zooals je hier boven ziet, Inen ik in mijn kort ver
blijf hier ter stede al eens verhuisd, maar ik houd
het bij de -eindes. De eerste kamer was maar tij
delijk; ik had dit vertrek op het oog, maar moest
wachten tot het een Indischen heer 1 Nov. ge
liefde op te krassen. Ook heb ik nu mijn meube
len en boeken weêr in dagelijksch gebruik en het
zou heel makkelijk gaan je eens een paar dagen,
Zaterdag en Zondag a.s. bv., hier te hebben.
Waarom doe je dat niet eens? Wij gaan dan Zater
dagavond naar de opera en hebben een heelen
Zondag om wat rond te kijken en eens gezond te
lachen. Of ik naar Middelburg kom met de Kerst,
weet ik nog niet. De groote toren en de kleine
menschen trekken me heel weinig aan, al wordt
[sz'c] ik hier telkens herinnerd aan het mooie karil-
jon van den langen Jan door de groote kerk in
wier schaduw ik woon.'
Eerder woonde Boutens aan het Noordeinde
105a te Den Haag. Boutens' kamer aan het West
einde was gelegen in de nabijheid van de Grote
of St. Jacobskerk. Het carillon van deze kerk
deed hem klaarblijkelijk denken aan het klokken
spel van de Middelburgse Lange Jan, de beken le
toren van de Abdij. Boutens vervolgde zijn br ef
met:
Je brief heeft me goed gedaan. En met
vreugde lees ik tusschen de regels dat je niet b e-
zig bent te ver-Middelburgen. Met vreugde; wa tt
je weet zeer wel, dat er een stuk van je is dat k
aan de Middelburgers niet gun. Ik geloof, dat je
best de eene sigaar aan de andere kunt aansi ■-
ken en wel eens tegen je smaak bier drinken, i.ls
al die dingen maar bijzaken blijven waar je geli k
onafhankelijk van is. Hier heb ik nog geen bi .-r
gedronken, hoewel mijn tafelgenooten dat bij tijd
en wijle en meestal Zaterdagavonds plegen e
doen. Wel heb ik met Jan Salberg e.a. laatstelijk
een kopje thee gesmaakt in de Bodega. Nu >.n
dan voel ik 's avonds weer mijn oude lust t >t
werken, en daaruit vooral concludeer ik bete r-
schap. Ook vind ik het weêr bij voortduring ij
zacht; eigenlijke koü hebben wij nog niet geha I.
Ook ik denk veel aan je, en het lust n e
meest aan je te denken afgescheiden van het bi r
bij Hesselink en het kegelen bij Gernler. D it
moet ik wel doen om de klok zuiver te hoore i;
en het lukt altijd volkomen.'
Opvallend in dit fragment is Boutens' hekel ar a
bier, kegelen en sigaren roken. Wellicht vond 1 ij
deze activiteiten te platvloers. Liever dronk 1 ij
een kopje thee in de Haagse Bodega. Later zcu
Boutens overigens een fervent sigarenroker wc -
den! De genoemde Jan Salberg was een jeug -
vriend van Boutens, met wie hij in zijn jeugdjare n
dikwijls ging zeilen op de Zeeuwse wateren. S; -
berg was een neef van Jacques Kakebeeke 11
Boutens publiceerde in maart 1900 zijn gedicht
'Basium supremum' met de opdracht 'Aan J.S
hetgeen zeer waarschijnlijk duidt op Jan Salberg J
In de periode 1901-1904 studeerde Salberg eve
als Kakebeeke aan de Polytechnische School e
Delft en hij was lid van het Delftsch Studente -
corps, blijkens de Delftsche Studenten-Almanak
uit die jaren. In het Adresboek van Middelburg i it
cle periode 1900-1915 heb ik geen vermeldingen
gevonden van gelegenheden genaamd Hesselii
of Gernler, wel als namen van knechten en wer -
lui. Mogelijk heeft Boutens zich in de schrijfwijze
van Hesselink vergist; in Middelburg bestond b -t
café-restaurant 'De Zon' van F. Hessling, gelegen
aan de Lange Delft H 3
Later schreef Boutens nog over Salberg: [Ik] z .1
mijn best doen ook even Jan Salberg te spr -
ken. Dat is moeilijk wanneer je dat niet verkie ;t
te doen bij bier en ander gezelschap.' (in brit f
van 1 augustus 1905).
Naar aanleiding van het vertrek van Jacques
Kakebeeke naar Dresden schreef Boutens in een
brief van 15 januari 1905 onder meer: