140
boutens en kakebei t
Clerck, Karei de, "Walcheren weerspiegeld in
Boutens' poëzie'. In: De nieuwe taalgids 56
(1963), 91-99.
Clerck, Karei de, Uit het leven van P.C. Boutens.
Amsterdam, 19692.
Goud, Marco, "Mijn blond-omduind Zeeuwsch ei
land'. P.C. Boutens en Zeeland'. In: Zeeland 7
(1998), nr. 1 (maart), 1-7.
Goucl, Marco, "Neem nooit een molenaarsdoch
ter!'. Brieven van P.C. Boutens aan zijn vriend
J.M. Kakebeeke'. In: Jaarboek Letterkundig Mu
seum 1 (1998), 21-58.
Nap, J. e.a. (red.), Ik heb iets bijna schoons aan
schouwd. Over leven en werk van P.C. Boutens
1870-1943. Amsterdam/Den Haag, 1993.
Rijkse, R.M. (red.), De P.C. Boutens-collectie van
de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg. Samenge
steld en ingeleid door R.M. Rijkse, met bijdragen
van B. Peperkamp en M. Goud. Amsterdam, 1997.
Sötemann, A.L., 'Domburgsch uitzicht van P.C.
Boutens. Analyse en interpretatie van een 'gebro
ken' symbolisch vers gedicht'. In: Over poëtica en
poëzie. Reel. W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn.
Groningen, 1985, 217-228.
Noten
1. Marco Goud, "Mijn blond-omduind Zeeuwsch
eiland'. P.C. Boutens en Zeeland'. In: Zeeland 7
(1998), nr. 1 (maart), 1-7.
2. De brieven berusten bij mevrouw W.M. L'Ho-
noré Naber-Kakebeeke te Bilthoven, de in 1918
geboren dochter van J.M. Kakebeeke. Graag wil
ik haar bedanken voor het feit dat ik inzage
kreeg in de brieven, voor haar mededelingen en
voor haar toestemming om de brieven te publice
ren. Tevens dank ik mevr. J. Adriaanse-de Klerk
te Middelburg voor haar toestemming om de
brieven van Boutens te publiceren.
3. Marco Goud, "Neem nooit een molenaars
dochter!'. Brieven van P.C. Boutens aan zijn
vriend J.M. Kakebeeke'. In: Jaarboek Letterkundig
Museum 1 (1998), 21-58.
4. Zie voor gegevens over Boutens' leven en
werk vooral: De Clerck, Uit het leven van P.C.
BoutensNap e.a., Ik heb iets bijna schoons aan
schouwd.
5. Zie Zeshonderd jaar Stedelijk. Gymnasium
Middelburg. Middelburg, 1965, 154-155.
6. Mededeling van mevr. L'Honoré Naber-Kake
beeke. Zie over de fabriek ook: Peter Sijnke en
Anneke van Waarden-Koets, Bewogen jaren. Mid
delburg in de 20ste eeuw. Zaltbommel, 1994, 122.
7. Op een foto uit november 1889 van 'Nihil Sine
Labore' staan zowel P.C. Boutens als J.C. Kake
beeke (zie Nap e.a., Ik heb iets bijna schoons
aanschouwd, 9).
8. De Clerck, Uit het leven van P.C. Boutens
44-63.
9. Geciteerd naar De Clerck, Uit het leven van
P.C. Boutens, 64.
10. De Clerck, Uit het leven van P.C. Boute >s,
73-74.
11. Volgens Jo Landheer, Inventaris van de lite-
raire nalatenschap en de brieven van P.C. Bi i-
tens (1957), map III, 163. Deze inventaris ben st
op de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
12. De Gids (1900), dl. I, 495. De opdracht is n :t
overgenomen in de bundel Praeludiën (190.
Zie Boutens, Verzamelde lyriek, dl. I, 110.
13. Adresboek van Middelburg voor 1900, 59.
Volgens mevr. J. Adriaanse-de Klerk heeft er v. 1
een café Gernler bestaan in Middelburg.
14. Boutens verbleef in 1904 enige maanden n
het Zuid-Tiroolse stadje Meran voor een rustkuur.
Nadere gegevens over cle genoemde Von Web t
heb ik vooralsnog niet kunnen achterhalen.
15. Bedoeld worden de schilderijen in de Köni -
liche Gemaldegalerie te Dresden.
16. Het gedicht 'Zwerverslied' werd voor h t
eerst gepubliceerd in De Beweging 1 (1905), 1
2 (februari), 228-230, met de vermelding '18 No
1904'. Boutens nam het op in de bundel Stei -
men (1907), zie Boutens, Verzamelde lyriek, dl.
208-210.
17. In De Gids 69 (1905), nr. 12 (decembei
421-434 stonden de volgende gedichten van Bo -
tens: 'Goede dood', 'October', 'Solus in aedib
amoris', 'Geluks boodschap' (Sonnet LVIII), 'Mi 1
kind, ik ben niet rijk' en 'De zalige jonkvrouw'.
18. Zie De Clerck, 'Walcheren weerspiegeld 1
Boutens' poëzie'; Sötemann, 'Domburgsch u -
zicht van P.C. Boutens'; Goud, "Mijn blond-on -
duind Zeeuwsch eiland'. P.C. Boutens en Ze' -
land'.
19. Dit document berust in de Boutensdocumei -
tatie van mevr. C.C.V. van Lier-Schmidt-Ernsthai -
sen, Historisch documentatiecentrum van het Ni -
derlands protestantisme (1800-heden), Vri
Universiteit Amsterdam.
20. Doorslag van een brief van 28 januari 19: 1
van A.D. Hluysman] namens Joh. Enschedé Z< -
nen aan Boutens (in Museum Enschedé te Haa -
lent, met dank aan de heren J.W. Enschedé en
de Zoete). Boutens' brief van 22 januari 1931 a; 1
Enschedé heb ik helaas niet gevonden. Karei v: 1
Veen schilderde een portret van Boutens in 19-
(zie Nap e.a., Ik. heb iets bijna schoons aa -
schouwd, 6l).
21. In de gepubliceerde versies staat telker s
'Veere', maar in dit handschrift schreef Boutei s
'Vere'.
22. Zie Francisca van Vloten, 'Dromen van we -
eer. Kunstenaars in Domburg 1898-1928'. In: Rei -
nie op 't duin. Mondriaan en tijdgenoten in Zei -
land, red. I. Spaander en P. van der Veld.
Zwolle/Middelburg, 1994, 14.
23. Vgl. Goud, "Mijn blond-omduind Zeeuwsen
eiland'. P.C. Boutens en Zeeland', 2.