122 DE SINT-PIETERSKERK TE MIDDELBUR1 Afb. 1. De kerk gezie 1 vanuit liet zuidwesten. I i de meest westelijke travee van de zuidbeuk bevinc t zich één van de toegange: i tot de kerk. (za, kzgw. Ze 111., n-590) gaat van hier, wij en willen gheen misse meer hebben; in dien ghij niet en gaat, wij sullen u van hier slaan'. Hierop vlucht de priester naar de sa cristie en beginnen de indringers het hoogaltaar en het altaar van het heilig sacrament met hameis te bewerken. De inmiddels gealarmeerde baljuw weet met zeer veel moeite de rust te herstellen. Uit posten in de stadsrekeningen blijkt dat het sa cramentshuisje en het tabernakel boven de preekstoel op kosten van de stad zijn hersteld. Na de overgang van Middelburg naar Oranje, 18 februari 1574, wordt de Sint-Pieter, nu veelal de Oude Kerk genoemd, meteen 'gereinigd', dat wil zeggen altaren en beelden worden verwij- derd. Reeds op 28 februari vindt de eerste pro testantse eredienst in Middelburg onder leiding van de predikant Ghelein Jans d'Hoorne plaats in de 'gezuiverde' Noordmonster. De kerkeraad on der leiding van d'Hoorne is echter niet tevreden over de opschoning en wendt zich tot de stadsre gering met het verzoek 'de Noordmonster tempel al beter wierd gereinigt om des Heeren dienst wel te doen en niemant te scandalizeren, ook naar uit wijze van Godts Woord'.8 Men wil het doksaal9 en de trap naar het orgel - zodat er een eind komt aan het orgelspel - verwijderen. De overheid is hierop tegen. Na onderzoek van de stadsmetselaar, waarbij blijkt dat het kerkgebouw geen schade zal oplopen bij verwijdering van het doksaal, krijgt de kerkeraad toch zijn zin. Wel raadt de stadsregering het ten sterkste af onder het motto dat men er later spijt van zal krijgen. Ondertussen heeft de organist een verzoek inge diend om in functie te mogen blijven met de be lofte voor en na de sermoenen uitsluitend psal men te zullen spelen. D'Hoorne laat de kerkeraac weten dat zijn inziens 'het orgelspel slechts kor strekken om het volk te doen vergeten wat he tijdens de preek had geleerd'. Desondanks wor den het doksaal en de trap naar het orgel afge broken. Het orgel is in 1576 op last van de Vier schaar, ten verzoeke van Jan Roose (orgelbouwe te Middelburg), uit de kerk gehaald en verkoelt naar Münster waar het in de Sint-Martinkerk i geplaatst.'" Na het afbreken van het doksaal wordt de preekstoel" verplaatst naar de noordoost viering pijler12, hoek transept koor. Hier had het inmid dels verdwenen sacramentshuisje gestaan. Hei koor zal, nadat de traptreden hier naar toe zijn hersteld, worden gebruikt voor alle acta: trou wen, schuldbelijdenis, avondmaal en 'andere openbare dingen van de gemeente'. De sacristie, gelegen aan de zuidzijde van het koor, wordt in gericht als consistorie en vergaderkamer van de Classis Walcheren. Men heeft hier tot 1603 verga derd, toen een grotere ruimte in de Koorkerk ge reed kwam. Alleen de kerkmeesters/voogden blij ven de voormalige sacristie gebruiken voor hun bijeenkomsten. De 'reiniging' en veranderingen hebben slechts enkele maanden gevergd. Het geld om deze werkzaamheden te financieren werd verkregen door de verkoop van metaal uit de graven en grafstenen aanwezig in de Noordmonster.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 1999 | | pagina 4