HAVENPLAATSEN IN ZEELAND
17
Alb. 7. De ruïne van kasteel Zandenburg. Tekening van Th. Verrijk uit 1784 naar een tekening van I. Hildernisse uit 1701
ZA, KZGW, Zei 111. 11-1128.
vengeld, de havendijk en alle percelen tot vijftig
roeden vanaf de haven. Wel: wat hier is beschre
ven kan niets anders zijn dan de havenplaats
Veere. Veere blijkt te zijn gebouwd op grond van
de plaatselijke ambachtsheer. Door deze zullen
de erven langs de haven aan nieuwe bewoners
zijn uitgegeven, waarschijnlijk tegen betaling van
een geringe jaarlijkse erftijns. Veere is dus een ge
stichte nederzetting, gesticht met medewerking
van de ambachtsheer, misschien Wolfert zelf, mis
schien iets eerder een voorganger.
Ik kom nog even terug op de belangstelling
van Floris v voor de Zeeuwse havenplaatsen, en
wel met name voor wat betreft Nieuw-Vlissingen,
dat zoals gezegd vóór 1264 is ontstaan in het am
bacht (Oud-)Vlissingen. in 1294 koopt Floris v
hier van een van de plaatselijke ambachtsheren,
Wisse van Koudekerke, de ambachtsheerlijkheid,
samen met de watermolen en percelen grond.
Wat wij hier zien, is dat Floris v, naast zijn rol bij
de stichting van Brouwershaven, ook probeert de
bestaande ambachtsheerlijke havenplaats Nieuw-
Vlissingen onder zijn directe gezag te krijgen.
Deze politiek is duidelijk. Havenplaatsen beteke
nen voor de graaf inkomsten uit accijnzen en an
dere belastingen, het zijn belangrijke steunpunten
voor het vervoer en de bevoorrading van het
steeds rondreizende grafelijk hof, en de aanwe
zigheid van kooplieden en lombarden scheppen
voor de graaf een goede mogelijkheid geld te le
nen. In het geval van Nieuw-Vlissingen komt
daar nog de strategische ligging van de plaats bij,
namelijk recht tegenover de Vlaamse kust.
Aan het slot van dit verhaal wil ik voorzichtig zijn
met het trekken van conclusies, vooral omdat ik
het onderzoek nog niet echt heb afgerond. Toch
durf ik wel een paar lijnen te trekken. De ontwik
keling van havenplaatsen in het dertiende-
eeuwse Zeeland hangt nauw samen met de lig
ging van het gev/est aan de mond van de
Schelde, dicht bij de delta van Rijn en Maas, in de
buurt van de Vlaamse lakenindustriecentra en
vlak bij het handelscentrum Brugge, daar waar
kooplieden uit Engeland, Noordwest-Europa en
Italië zaken doen. In die centrumpositie van
Brugge deelt Zeeland enigszins mee, hetgeen
vooral tot uiting komt in het optreden van