boekbesprekingen
71
Sjaak Langenberg, leuk om tijdens een receptie te
ontmoeten, maar deze bijeengeprate weekerva-
ringen in zo'n mooi boekje en met die parman
tige Engelse vertaling ernaast (zoals overigens bij
alle teksten), dat heeft een te gering gewicht, te
weinig zelfs voor een goede krant. En wat hij wil
beweren, blijft ergens tussen bedoelingen en ver
moedens steken.
De laatste bijdrage is weer volop poëtisch. Vijf
zogeheten 'beeldassociaties' van Andreas Oost
hoek. Waarom gaan sommige mensen toch ge
dragen praten en halen ze archaïsche woorden
en formuleringen uit de kast als het over kunst
en oude tijden gaat! Ze gaan 'doch' schrijven in
plaats van 'maar', hebben het ineens over 'deer
nis' en 'welbehagen' en zeggen 'Wit is zijn
hemd' en 'Stil is het volk', alsof ze gebrekkig uit
een vreemde taal vertalen. Wat moeten we met
de vulnerabele stukken zijner collectie', 'heerlijke
vergezichten' en meer van dit versleten-poëtische
rinkeldekinkproza? Wie zo'n merkwaardige ten
toonstelling als 'Het betoverde plein' bezoekt
n de moeite neemt om er een boekje bij te ko
pen, wil graag wat meer te weten komen
over de expositie en de kunstwerken. Je ver
wacht dan niet getracteerd te worden op de vrije
associaties en privé-extases van een willekeurige
schrijver.
Hier ligt meteen ook het hele probleem, zowel
van het boekje als van de expositie. En terzijde
moet hier toch maar iets over die tentoonstelling
zelf worden gezegd: het was een allegaartje. Een
allegaartje van vormpjes, vondstjes en losse be
denksels. Al die associaties in het wilde weg: juf
frouw met deken op iv gezien? Mijn thema wordt
poppen met dekens. Artikeltje in de krant over
aangespoelde man? Mijn thema wordt 'mysterieus
mannetje'. Boom op plein? Hup: boomhut en
touwladder op dat plein geknutseld. Overal
privé-reacties op omgeving en actualiteit. Terecht
hing 'ik' als neonreclame aan de torens van de
abdij.
Associatie en reactie hebben de plaats ingeno
men van visie en idee. En waar er sprake is van
ideeën, zijn ze zo kleintjes en privé, dat ze het
stadium van losse gedachten nauwelijks ont
groeid zijn. En daarom zien die teksten in het
boekje er ook zo uit: ofwel wordt de middelma
tigheid van een ideetje met woorden opgepompt,
ofwel slaan de schrijvers zelf aan het associëren.
Plein, kunst, historie, nieuws van de dag: het
maakt allemaal niet uit. Het boekje komt wel vol.
Plaatjes. Praatjes. U ziet maar wat u ermee doet.
Als je in cle zomer die tentoonstelling op het
aodijplein hebt gezien, als volwassene daar hebt
rondgelopen, soms met die Land-van-Ooit-ach-
ti ge gêne bij het zien van de moedwillige naïevi-
leit van andere volwassenen, en daarna in dat
boekje hebt gebladerd en wat hebt geroken aan
die brij van bedoelingen en associaties, dan valt
die oude prent van kinderspelen op hel abdij
plein (p. 10) als volkomen zuiver op. Kinder-spel
ghedijdet tot Sinne-beelden ende Leere der See-
den. Het spelen van kinderen opgetild tot een
hogere betekenis.
Die betovering is voorgoed verbroken. En als
we denken dat we zelf het wondere kunnen for
ceren door een naïeve instelling te combineren
met wat huisbakken diepzinnigheid en vreemd
gevederde woorden, vergissen wij ons danig.
Maar het blijft een mooi vormgegeven boekje,
dat is zeker.
R.G.N. Guldenmunt!
Jules van Beylen. De Antwerpse Knots en cle
Vlaamse Garnalenvisserij op cle Schelde in Vlaan
deren en Zeeland. Franeker, Uitgeverij Van Wij
nen, 1999. 264 blz., met vijf kleurenfoto's en vele
zwart-witfoto's, schetsen en tekeningen. Isbn 90
5194 176 5. Prijs: 89,50.
Jules van Beylen. Wie kent hem niet als een
grootmeester op maritiem gebied? Vorig voorjaar
werd hij tachtig jaar. Ruim tachtig jaar en nog vol
op actief. Inmiddels heeft hij weer een indruk
wekkend boek gereed, en werkt hij rustig verder
aan het volgende.
Bent u vanuit Vlissingen wel eens de Wester-
schelde opgevaren voor een tocht naar Antwer
pen? Is het u ook opgevallen dat u nog zo weinig
tegenkomt wat herinnert aan vroeger? Bij goed
zicht kunt u op dertig mijl afstand de koeltorens
van Doel al hun witte rookwolken zien uitbra
ken. Om hel half uur passeert u links en rechts
moderne windmolens. Het beeld op de rivier
wordt bepaald door snelle fruitjagers en immens
grote containerschepen. Vooral bij het passeren
van het Verdronken Land van Saeftinghe kunt u
de scherpe tegenstelling tussen oud en nieuw
waarnemen: een moderne radartoren aan de rand
van het grootste schorrengebied van Europa. Als
u de Schelde verder opvaart passeert u het grens
gebied van Nederland en België. Hier wordt de
skyline verder bepaald door hel havengebied van
Antwerpen: grote containerkranen en tientallen
schoorstenen van de petrochemische industrie.
Hoe geheel anders moet het beeld geweest zijn
in de tweede helft van de vorige eeuw. De oe
vers van dit deel van de Schelde bestonden
hoofdzakelijk uit schorren en kreken, In dit ge
bied werd de garnalenvisserij bedreven door de
vissers van Kieldrecht, Berendrecht, Zandvliet en
diverse andere haventjes in het grensgebied van
België en Nederland.
In zijn nieuwste boek laat Jules van Beylen ons
kennismaken met deze vissers, de garnalenvisse
rij, de leurders en hun scheepjes: de Antwerpse
knotsen. Rond 1890 waren er nog zo'n 26 van