56 UIT ZEEUWSE GEZICHT Afb. 2. Waterpaviljoen. Foto Stichting Dorp, Stad en Land. Dit is ruimtelijke ordening, het scheiden van functies die elkaar dwars zitten. Het gaat ook over het bundelen van functies die elkaar onder steunen, bijvoorbeeld winkels liever bij elkaar in de binnenstad dan in de wei. En het mengen van functies als dat juist voordelen biedt. In een woonwijk kunnen best een paar kantoren geves tigd worden: dat geeft wat leven in de brouwerij en werkgelegenheid nabij. In landelijk gebied kan de boer op veel plaatsen, zo nodig tegen vergoeding, tevens beheerder van het landschap zijn. De Stichting Het Zeeuwse Gezicht houdt zich vooral met de vorm bezig. Er is een plek of een ruimte, daar gebeurt wat, hoe ziet het resultaat eruit en hoe verhoudt het nieuwe zich qua ver schijningsvorm en belevingswaarde tot het be staande of het mogelijke? Architectuur, steden bouw en landschapsbouw. Voor gebouwen doet het welstandstoezicht ook zoiets, maar dan per geval, per bouwvergunning. De Stichting werkt in den brede, niet corrigerend maar educatief en preventief. Dal ligt ingewikkelder dan de vraag: is het mooi of lelijk, doet het me wat of doet het me niets, hoewel ook die vraag aan de orde is. Maar smaken verschillen: wat de een fantastisch vindt, vindt de ander afschuwelijk en weer een ander gaat er achteloos aan voorbij. Een voorbeeld. In de /Jzc-publieksprijsvraag Mooi en Lelijk in Zeeland (juni 1999) kreeg het winnende woonhuis, een romantische villa te Terneuzen, de meeste positieve maar ook vee) negatieve punten. En de door een vakjury geko zen winnaar van de Zeeuwse Architectuurprijs 1997, het Waterpaviljoen op de Neeltje Jans, werd wat later volgens diezelfde ezc door een bezoe ker een onooglijke stofzuiger genoemd, teiwijl het in die omgeving toch een uiterst markante oplossing is. Aldaar nóg een Topshuis, nog zo'n vierkante betonnen doos, zou waarschijnlijk meer kritiek oproepen. Bouwen en inrichten op z'n Zeeuws Blijft de vraag: wanneer past iets in zijn omgeving en in hoeverre is die omgeving typisch Zeeuws? Wat is het Zeeuwse gezicht op het gebied van de architectuur, stedenbouw en landschap? Je praat vooral over vormgeving, want overwegingen in zake de functie en toekomstwaarde zijn weinig regio-specifiek en overal in Nederland ongeveer eender. De Stichting Het Zeeuwse Boerenerf weet het antwoord op de zojuist gestelde vraag, althans ten dele. Haar voorganger, de heer Smallegange, kan er boeiend over vertellen. Het Zeeuwse boe renerf is een besloten ruimte met als centrale ele menten de boerderij en een zwarte schuur met witte randjes en mendeuren. Daarachter het wa genhuis, een drinkplaats en een mestvaalt. Kip pen en jongvee. Verder een sier- en moestuin. Rondom bomen en heggen. Zo was het en zo is het in een aantal gevallen nog steeds. Tenzij ter wille van het woongenot en de bedrijfsvoering de boerderij inmiddels is vervangen door een bungalow met gazon en de schuur door een loods. Waar dat nog niet zo is, probeert de stichting te redden wat te redden valt. Gelukkig zijn er overigens ook eigenaren die waarde hechten aan het authentieke karakter van hun hoeve of spulletje. Zelfs al functioneert de hoeve inmiddels als burger- of tweede woning of zit in de schuur een bedrijf. Iets wat in de toe komst, gezien de ontwikkelingen in de land bouw, alleen maar zal toenemen. Een duidelijk voorbeeld, misschien wel het duidelijkste voor beeld. Niet van het Zeeuwse gezicht, maar wel van een bestanddeel daarvan. Is er nog meer? Volgens de Zeeuwen wel. Im mers, zij willen het karakter van Zeeland en vooral van de Zeeuwse dorpen bewaren. Als voorbeelden van typisch Zeeuwse gezichten wor den wel genoemd: de bescheiden woningen, (te)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2000 | | pagina 22