BOEKBESPREKINGEN
108
J.W.J. Burgers, De Rijmkroniek van Holland en
zijn auteurs. Historiografie in Holland door de
Anonymus (1280-1282) en de grafelijke klerk
Melis Stoke (begin veertiende eeuw). Historische
Vereniging Holland, Uitgeverij Verloren, Hilver
sum 1999. 492 blz. isbn 90-7040-43-9. Prijs:
76,-.
Tussen 1240 en 1340 wisten de graven uit het
Hollandse en Henegouwse huis zich met vallen
en opstaan een bescheiden plaats op het Euro
pese politieke toneel te verwerven. Zo werd
graaf Willem n in 1247 gekozen tot Rooms-Ko-
ning en huwde zijn zuster Aleid Jan van Avesnes,
wiens geslacht in 1280 Henegouwen verwierf.
De expansiedrift van het Hollandse gravenhuis
richting Zeeland bewesten Schelde en (West-)
Friesland werd in 1256 tijdelijk tot staan gebracht,
doordat Willem h bij Hoogwoud sneuvelde tegen
de West-Friezen. Zijn zoon Floris v werd na ver
schillende voogdijschappen onder andere van
zijn tante Aleid in 1266 meerderjarig. Na een
moeizame beginperiode, waarin ondermeer de
grote Kennemer opstand (1274) plaatsvond, wist
hij vooral door de steun van de steden de greep
op zijn graafschap te verstevigen. Hij bracht Ken-
nemerland tot rust, onderwierp de West-Friezen
(1289) en wist aan de oostzijde van het graaf
schap machtige heren als de Amstels tot zijn
leenmannen te maken. Zijn optreden in Zeeland
bewesten Schelde bracht Floris omstreeks 1290 in
conflict met de Zeeuwse adel en met zijn schoon
vader Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaan
deren. Zijn overgang als bondgenoot van de
Engelse naar de Franse koning werd hem waar
schijnlijk noodlottig. In juni 1296 werd hij door
een aantal edelen, die eigenlijk van plan waren
hem naar Engeland te ontvoeren, vermoord.
In de chaotische periode, die na de dood van
Floris v ontstond, wist Wolfert van Borsele grote
invloed te verwerven bij diens zoon Jan I. Zijn
groeiende macht in het graafschap veroorzaakte
echter zoveel onvrede, dat hij door toedoen van
een aantal tegenstanders op 1 augustus 1299 in
Delft werd vermoord. Jan i stierf in hetzelfde jaar
en werd opgevolgd door Jan van Avesnes als
graaf Jan n. Hij en zijn zoon, die in 1304 als graaf
Willem ui het graafschap overnam, slaagden erin
de Vlamingen en hun Zeeuwse bondgenoten met
Franse hulp te verslaan. Door een verzoenende
politiek wist Willem hierna zijn macht in het
graafschap stevig te vestigen.
Eenieder die de geschiedenis van het graaf
schap Holland in bovengeschetste periode wil
bestuderen, stuit onherroepelijk op de Rijmkro
niek van Holland. Deze Kroniek, die in drie vol
ledige handschriften (a,b,c), zich bevindend in de
Koninklijke Bibliotheek, en in een aantal frag
menten is overgeleverd, heeft in de loop van de
eeuwen veel pennen in beweging gebracht. Door
sommigen werd zij in haar geheel aan Melis
Stoke toegeschreven, door anderen gedeeltelijk
en door weer anderen in het geheel niet. De laat
ste gedrukte editie is die van Brill (1882) en een
nieuwe uitgave verzorgd door Burgers, is in voor
bereiding.
Burgers heeft in zijn voortreffelijke studie niet
alleen de tot nu toe bekende feiten en meningen
nog eens op een rij gezet, maar tevens een aantal
waardevolle nieuwe bevindingen toegevoegd. De
schrijver maakt aannemelijk, dat de Rijmkroniek
van Hollandzoals door anderen reeds werd ver
moed, uit twee delen bestaat, geschreven door
twee auteurs, die beiden aan het grafelijk hof
werkzaam waren. Beide delen zijn tot stand ge
komen in opdracht van de graven van Holland
Floris v, Jan n en Willem m.
Het eerste deel, Rijmkroniek werd geschre
ven door een anonymus (Hendrik Allarclszoon?),
die wellicht in de abdij van Egrnond was ge
schoold en die werkzaam was op de grafelijke
kanselarij. Het werk loopt vanaf de laat-Romeinse
tijd tot 1205 en is een bewerking van het Chroni-
con Egmundanum met gebruik van een aantal
andere werken. Maerlant kende de Rijmkroniek
en heeft deze gebruikt bij het schrijven van zijn
Spieghel Historiael. De Rijmkroniek i werd waar
schijnlijk vervaardigd in opdracht van Floris v
tussen 1280 en 1282. De grootheid van het
Hollandse gravenhuis en de onrechtmatigheid
van de Friese vrijheidseisen worden erin bena
drukt.
Het tweede deel, Rijmkroniek nagenoeg
naadloos bij het eerste aansluitend, is volgens
Burgers vervaardigd door Melis Stoke. De schrij
ver is erin geslaagd de loopbaan van Stoke gro
tendeels te achterhalen. Hij was waarschijnlijk af
komstig uit de middenklasse van Dordrecht.
Tussen 1296 en 1299 was hij stadsklerk van deze
stad, dat wil zeggen de hoogste betaalde ambte
naar.
In 1299 trad Stoke in dienst van graaf Jan II.
Burgers heeft een aantal oorkonden opgespoord,
die door Melis Stoke zijn vervaardigd en die als
bijlage bij de studie zijn opgenomen. Melis Stoke
was volgens Burgers een invloedrijk man op de
kanselarij en aan het grafelijk hof. Wellicht was
het aan zijn positie te danken, dat hij van de gra
ven Jan n en Willem m de opdracht kreeg de ge
beurtenissen uit de woelige periode na 1296 vast
te leggen. Zo ontstond de Rijmkroniek vermoe
delijk in twee fasen.
In de jaren 1301-1302 schreef Stoke, aanslui
tend bij Rijmkroniek de geschiedenis van de ja-