110
boekbesprekingen
tuatie ter plaatse veranderd blijkt te zijn. Hij heeft
natuurlijk gelijk als hij fulmineert tegen de re
cente sloop van een oude boerenschuur in Melis-
kerke of de bouw van grote nieuwbouwhuizen
aan de rand van voormalige schilderachtige dorp
jes ('Betonmolens en bouwketen rukken alweer
op, siertegels en pergola's uit het tuincentrum
worden aangedragen, alles wordt gereedgemaakt
voor de aanval.' p. 140). Maar als initiatieven juist
tot behoud van het cultureel erfgoed in zijn ogen
ook al geen genade kunnen vinden, slaat zijn
zwartgalligheid wel erg ver door: de kapel van
Hoogelande vindt hij een 'afschrikwekkend voor
beeld voor huidige restauraties'. De heemtuin
bij Westhove is een 'modieuze educatieve' die
'vermaak biedt voor het hele gezin, maar helaas
niet voor de tuinenliefhebber'. Het beeldenpark
bij Toornvliet krijgt het predikaat 'fratsen', en de
kathedraal van Marinus Boezem op het Abdij
plein wordt een 'candid camera-grap' genoemd.
Een substantiëler bezwaar van besproken werk
is wel dat het bol staat van de fouten en omis
sies. Hij geeft er weinig blijk van dat hij de wer
ken uit de overdreven literatuurlijst van maar
liefst elf pagina's (in een piepklein lettertype),
een kleine driehonderd titels!, gelezen heeft. Het
is namelijk helemaal niet zeker dat het graaf Wil
lem ii is die in de Koorkerk van Middelburg ligt
begraven; het kan ook zijn broer zijn, Floris de
Voogd (Dhanens, 'Het graf van Rooms-Koning
Willem n'. In: Mededelingen Koninklijke Acade
mie van Wetenschappen België. Klasse der Schone
Kunsten 46 (1985), 61-142). De vliedberg die op
oude tekeningen van kasteel Sandenburgh afge
beeld staat, is geen 'dichterlijke vrijheid', maar is
in 1983 bij grondboringen vastgesteld. De schrij
ver heeft gelijk als hij beweert dat van het hele
complex geen steen meer te zien is, maar hij
zoekt het kasteelterrein wel op de verkeerde
plek, namelijk op het Veerse sportterrein! De
ringwalburg van Middelburg is niet in 836 opge
worpen, maar dateert op zijn vroegst uit het laat
ste kwart van de negende eeuw (Van Heeringen
e.a., Vroeg-Middeleeuivse ringwalburgen in Zee
land. 1995, 23-28).
Kortom: een gemiste kans. De talenten van de
schrijver zouden zonder twijfel veel meer tot hun
recht zijn gekomen in een boek met een titel als
Omhaagd land. Wandelingen langs de buiten
plaatsen van Walcheren.
C.N. Polderman
W.J. Op 't Hof, 'In één kast, maar niet door één
deur. De verhouding tussen twee Sluise oudva-
ders: dr. Jacobus Koelman en Caspar Aladin'. L.F.
Groenendijk, 'De worstelinge Jacobs, een poging
tot psychologische doorgronding van Jacobus
Koelmans reformatiestreven'. In: Documentatie
blad Nadere Reformatie. Uitgeverij Den Hertog,
Houten 1999. Respectievelijk 25 en 17 blz., een
enkele illustratie (zwart/wit). Prijs: 30,-.
Jacobus Koelman (1632-1695) heeft in zijn tijd
een belangrijke rol gespeeld in de kerkelijke en
daarmee ook in de politieke geschiedenis van
Zeeland. Koelman was één van de theologen die
aan de Hervorming een nadere en striktere uit
werking wilde geven. Hij was in 1662 door de
overheid van Sluis in overleg met de kerkenraad
als predikant aangesteld, maar zijn ideeën brach
ten hem op den duur in conflict met het stadsbe
stuur van Sluis. Ook hogere overheden werden
bij dit conflict betrokken, tot de Staten-Generaal
in Den Haag toe. Koelman had in dit verband
zelfs een gesprek met de Prins van Oranje. Van
zelfsprekend bemoeiden ook hogere kerkelijke
vergaderingen zich met het conflict. Uiteindelijk
kwam het tot een afzetting van Koelman - door
de overheid van Sluis - omdat men hem te eigen
zinnig, te lastig en te strikt vond. Koelman en de
kerkenraad hadden namelijk zelfs enkele hoogge-
plaatsten in Sluis de wacht durven aanzeggen
vanwege zondig gedrag, dat voor hen het deelne
men aan het Heilig Avondmaal ongewenst
maakte. Binnen de kerk nam Koelman eveneens
een aparte positie in: hij wilde de kerkelijke for
mulieren, zoals die voor doop en Avondmaal,
niet gebruiken, omdat hij zijn eigen bewoordin
gen wilde kiezen. Alleen de zondagen wilde hij
eren en niet de algemeen christelijke feestdagen,
omdat dat tekortdeed aan de eer die alleen de
zondag toekwam. Zodoende kreeg hij ook bin
nen de kerk talrijke tegenstanders. In de Encyclo
pedie van Zeeland staat een artikel over Koelman
waarin meer bijzonderheden te vinden zijn.
W.J. op 't Hof is zeer goed op de hoogte van
de denk- en gevoelswereld van het zeventiende-
eeuwse piëtisme. Het is de moeite waard ter in
troductie een eerder verschenen artikel van zijn
hand te lezen in het boek over Johan de Brune
de Oude (1588-1650), uitgegeven in de reeks
Werken van kzgw, 1990, deel 6. Dit artikel gaal
over de godsdienstige 'ligging' van De Brune.
Deze was raadpensionaris van Zeeland. Hij publi
ceerde veel, ook over godsdienstige onderwer
pen. Bij zijn piëtistisch calvinisme kunnen de
voor deze stroming kenmerkende motieven wor
den aangetroffen: een kritisch-moraliserende hou
ding ten opzichte van kerk, overheid en samenle
ving; een streven naar radicale reformatie en
levensheiliging op het gebied van gezin, kerk er