112
boekbesprekingen
schepen werden ook wel verhuurd aan de Admi
raliteit van Zeeland en in tijd van oorlog werd de
kaapvaart bedreven. Zelfs een mislukte Zuidzee-
expeditie behoorde tot de activiteiten van de
Compagnie.
Verheugend is dat de schrijfster veel aandacht
besteedt aan de typologie van de gebouwde en
in de vaart gebrachte schepen. Verteld wordt over
de voor- en nadelen van de vaart met onder
meer fregatten, fluitschepen en hoekers. Hoe be
langrijk de directie cle functie van kapitein wel
vond, wordt duidelijk uit de wijze waarop de ka
piteins werden geselecteerd. Van de kapiteins
werd niet alleen een goed zeemanschap ver
langd, hun koopmanschap was eveneens van
groot belang. Tijdens de retour- en driehoeksrei-
zen moesten de goederen op de West-Afrikaanse
kust worden verkocht of geruild. Later bleek dat
het omzetten van goederen in slaven voordeliger
was clan het ruilen voor goud en zilver. De kapi
teins van de wc hadden het wat dat betreft ge
makkelijker door de aanwezigheid ter plaatse van
een eigen infrastructuur, waardoor al op voor
hand zaken waren gedaan. Men krijgt soms een
beeld van een onderneming die voortdurend
zware verliezen lijdt, wat niet altijd juist is. Van
een echt winstgevende onderneming is echter
nimmer sprake geweest. De slavenhandel bracht
over de jaren 1740-1755 slechts 3,6 winst op.
Na 1755, het jaar dat de schrijfster cle door haar
onderzochte periode laat eindigen, werd deze
handel veel winstgevender.
Voor de Hollandse liefhebber van de Zeeuwse
ondeugden zijn er toch enige activiteiten te mel
den die niet helemaal door cle beugel konden.
Onder cle vlag van de Compagnie werd lorren
draaierij bedreven, in dit geval het handeldrijven
op gedeelten van de Afrikaanse kust waar de wie
haar monopolie had. Bovendien werd op de
Spaanse bezittingen in de West handel gedreven,
wat evenmin was toegestaan. Gevolg was dat
enige schepen van de Compagnie door Spaanse
oorlogsschepen werden gekaapt en tot prijs ver
klaard.
De verdienste van de schrijfster is onder meer
dat zij zich niet heeft laten verleiden nog weer
eens te vertellen wat al zo vaak verteld is, name
lijk de onheuse behandeling van de slaaf tijdens
het transport naar de plantagekoloniën. Dit boek
is een aanvulling op dat wat reeds over de mcc is
geschreven en weerspreekt de mythe dat de in
komsten van cle mcc alleen bestonden uit de pro
fijten die uit de handel in slaven werden behaald.
Triest blijft dat Corrie van Prooijen er niet in
slaagde het verband te vinden tussen de naam
van het Mcc-schip de Groot Prooijen'en de boer
derij met die naam waar zij in haar jeugd een
aantal zonnige en gelukkige zomervakanties
doorbracht.
Doeke Roos