116 MEDEDELINGEN bijvak fysische antropologie, waarvoor hij in 1999 zijn doctoraal haalde. Hij was Ridder in de orde van Oranje Nassau. In 1982, toen het Genootschap weer conserva toren instelde voor de verschillende afdelingen van de verzamelingen, werd Kees Klaassen be noemd tot conservator Munten en Penningen. Hij ging enthousiast aan de slag met het catalogise ren en uitbreiden van de zeer waardevolle verza meling, waartoe ook zegelstempels en -afdruk ken, jetons, loodjes en bankpapier behoren. Deze functie heeft hij steeds met veel betrokkenheid en kennis van zaken vervuld. In zijn jaarversla gen deed hij uitvoerig verslag van zijn werkzaam heden. Zijn eerste verslag al werd gevolgd door een beleidsplan over registratie, toezicht, acquisi tie en vergaring van middelen tot completering van de verzameling. In 1987 schreef hij een nota over het verzamelgebied en de werkzaamheden ten behoeve van zijn afdeling. Op zijn voorstel werd in 1991, door de ledenvergadering van het Genootschap, de afdeling munten en penningen officieel het Numismatisch Kabinet Marie G.A. de Man genoemd, wegens haar verdiensten voor de verzameling. Zijn voortvarende wijze van handelen strookte niet altijd met die van het Zeeuws Museum, de beherende instelling van de Genootschapsmunten en -penningen. Omdat hij zijn werkzaamheden voor het Genootschap niet kon uitoefenen zoals hij dat wilde, bood hij in 1989 daardoor zelfs zijn ontslag als conservator aan, hetgeen hem door het Genootschapbestuur en de Commissie voor de verzamelingen werd geweigerd. Over de nu mismatiek schreef hij diverse publicaties. Ook ver zorgde hij lezingen, onder andere voor het Ko ninklijk Nederlands Genootschap voor Munt- en Penningkunde, het Koninklijk Penningkabinet te Leiden en de Numismatische Kring Rotterdam. Vo rig jaar heeft hij in Zeeland nog een artikel gepu bliceerd over een opgedoken VOC-ducaton uit het wrak van de 'Hollandia'. Aansluitend bij de viering van het 100-jarig be staan van het Koninklijk Nederlands Genoot schap voor Munt- en Penningkunde in 1992, zorgde hij voor de heruitgave van twee negen- tiende-eeuwse studies van C.A. Rethaan Macaré over de Romeinse en vroegmiddeleeuwse mun ten die vanaf 1647 bij Domburg waren gevonden. De uitgave, door de Werkgroep Historie en Ar cheologie in de reeks Zeeuwse Studiën, werd door Klaassen zelf gefinancierd, omdat hij een bredere verspreiding eivan belangrijk vond. In hetzelfde jaar schreef hij een artikel in Zeeland over de tentoonstelling van de gevonden munten in het Zeeuws Museum. Ook was hij nauw be trokken bij de jubileumtentoonstelling en -catalo gus van het Genootschap in het Zeeuws Museum in 1994. Vier jaren lang beijverde hij zich voor de aanschaf van een bijzonder zeventiende-eeuws muntgewichtdoosje van Maarten du Mont, dat in 1999 uiteindelijk door het Genootschap kon wor den verworven. Helaas heeft hij de uitgave van de catalogus van de in Zeeland gevonden sceat- ta's (vroegmiddeleeuwse zilveren munten uit Noord- en Noord-We,st-F.uropa), die hij in con cept gereed had, niet meer mee kunnen maken. Vanwege de internationale belangstelling voor de daarin beschreven munten, zal deze in het Engels verschijnen. In de loop der jaren heeft Klaassen het Ge nootschap vele royale schenkingen gedaan, waar onder een groot aantal munten en een lijfrente over vijf jaren ten behoeve van de verzameling munten en penningen. Hij schonk diverse numis matische boeken, maar ook andere oude boeken en drukwerk, die hij dan in de conservatorenver gaderingen uitreikte. Vorig jaar nog gaf hij de conservator Boeken een tiental zeventiende- eeuwse pamfletten, waarvan in het laatste num mer van Zeeland verslag is gedaan. Zelfs een op gezette paradijsvogel uit Nieuw-Guinea kwam via hem in het bezit van het Genootschap; zijn vader had die halverwege de jaren twintig meegeno men voor op de hoed van zijn moeder, omdat dat toen mode was (hetwelk hij op 1 juli jongstle den aan boord nog eens uitgebreid verhaalde). Het was ook Klaassen die in 1985 het initiatief nam tot de heruitgave van de erepenning van het Genootschap. Voor zijn vele verdiensten werd hij in 1995 benoemd tot erelid van het Genootschap en ontving hij zelf de erepenning. Ondanks het feit dat hij in Rotterdam woonde, was hij altijd aanwezig op de vergaderingen van de conserva toren. Hij nam dan de laatste trein naar huis. Door zijn sterke persoonlijkheid, hulpvaardig, nooit gehaast en met veel gevoel voor humor - hij kon het niet nalaten mensen te prikkelen en uit te dagen was hij dikwijls meer dan alleen lichamelijk aanwezig. Hij was recht-door-zee, had een duidelijke mening en nam geen blad voor cle mond deze te verkondigen of op te schrijven, zij het nimmer op een wijze die kwetsend, maar al tijd vriendelijk van toon was. Hij was iemand die het Genootschap goed kende en een scherp in zicht had in hoe de dingen functioneerden. Voor het Genootschap en zijn verzamelingen, en in het bijzonder voor de verzameling munten en penningen, is Kees Klaassen van grote beteke nis geweest. De druk bezochte crematieplechtig heid vond plaats op 12 juli in Rotterdam-Over- schie. In hem verliest het Genootschap een betrokken en bevlogen conservator en een grooi deskundige op het gebied van de numismatiek, en bovendien een bijzonder en hartelijk mens. F. van der Doe

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2000 | | pagina 42