78
EEN MIDDELBURGS PROCESSIESPEL
Afb. 1. Foto van het laatzestiende-eeuwse bord van de
Middelburgse rederijkerskamer Het bloemken Jesse, ver
brand in mei 1940. ZA, KZGW, Zei. 111. 111-498.
enkele met stedelijke wapens, met voorwerpen
of afbeeldingen gemarkeerde plaatsen waar mo
gelijk ook een verhoging opgesteld stond, werd
halt gehouden om een koite scène uit te beelden.
De magistraat beloonde de deelnemers met ge
schenken, meestal presentwijnen en vergoedin
gen van onkosten, zoals voor reizen, kleding en
opvoeringsmateriaal. Een belangrijke ommegang
kon niet zonder toneel. Teksten van processie
spelen zijn echter maar in beperkte mate overge
leverd". Het betreft hier speel- of spreekteksten
van geringe omvang met een heilshistorische of
bijbelse stof en een zeer eenvoudige niet-allegori-
sche handeling, terwijl de mise-en-scène simpel
is. De thematiek van de figuren en spelen die in
processies voorkomen, kan men globaal verdelen
in enkele rubrieken. Ramakers (1996) onder
scheidt behalve de categorieën 'reuzen, vorsten,
leerstellingen en wonderen' en 'Christus en Ma
ria', de oud- en nieuwtestamentische onderwer
pen. Het Middelburgse spel moet gerekend wor
den tot het nieuwtestamentische type dat na 1505
in processies verschijnt en in toenemende mate
populair wordt.
De Middelburgse situatie
Het Middelburgse spel werd in de stad opge
voerd tijdens een processie die niet op Sacra
mentsdag plaatsvond, maar op een speciale om
megangsdag, elf dagen later. Waarom twee
kerkelijke feesten zo kort na elkaar, met twee
processies? De grote ommegang werd in Middel
burg gekoppeld aan een lokale traditie. In de in
1575 afgebroken Middelburgse Westmonsterkerk
(op de Markt) bevond zich, naar we mogen aan
nemen, een reliek: een strikje hout van het kruis
van Christus dat in een met kristal overdekt kistje
bewaard werd. Het werd jaarlijks tentoongesteld
en in de stad rondgedragen7.
De ontwikkeling van de twee processies bin- f
nen de stedelijke cultuur van Middelburg valt
overigens niet eenvoudig te reconstrueren. Aan
vankelijk lijkt de Sacramentsprocessie de belang
rijkste te zijn geweest. In 1365—1366 komen in de
stadsrekeningen slechts onkosten voor de Sacra
mentsprocessie voor. We vinden in de rekening
van dat jaar gegevens over rondreizende muzi
kanten en verhalenvertellers. Ze kregen geld en
een maaltijd van het stadsbestuur. In 1366-1367
is sprake van 'meistreylen die voren tsacrament
ghengen'8. Optredens van vedelaars, bespelers
van 'ghytaernen' (luitisten), rebekspelers, pijpers,
schalmeiblazers worden genoteerd, ook een
'qlunjstenaere van zegghene', een voordrachts
kunstenaar. Leden van het stadsbestuur en amb
tenaren in dienst van de stad krijgen een vergoe
ding voor hoeden en handschoenen. Al deze
onkosten hebben betrekking op de processie op
Sacramentsdag.
In de stadsrekeningen zien we voor het eerst
in 1444 uitgaven voor een andere processie, na
melijk die van het Heilig Kruis9. Geleidelijk zijn
mogelijk de twee processies van karakter veran
derd. De Sacramentsprocessie wordt dan de
kleine, devote processie en de Heilig Kruispro-
cessie de grote ommegang die voor de stedelijke
cultuur, compleet met muziek, dans en toneel
het belangrijkste is. Vanaf deze jaren - 1445 er
verder - treffen we in de stedelijke ordonnanties
voor verschillende gilden verplichtingen aan ten
aanzien van de twee processies.
Oplopende spanning
Wie nagaat wat de 'wet en raad' van de stad ir
de tweede helft van de zestiende eeuw beslui
met betrekking tot de rol van de gilden en de re
derijkers in de processiecultuur, voelt de oplo
pende spanning. Op 18 mei 1564 regelt het stads
bestuur de deelneming van de gilden en de
rederijkers aan de ommegang. Gilden die mee
doen aan de processie met spelen, zullen ge
schenken ontvangen, maar wie niet mee willen
doen, zullen zich ontslagen mogen achten van de
plicht. Op 30 mei 1566 komt de magistraat met
een dwingend gestelde publicatie: Roerende Sa-
cramente- ende Ommeganckdaegen, boe men als
dan in ordene gaen sal. In artikel twee krijgen
alle dekens en beleders met hun 'ambochtsvolck'
het voorschrift dat ze zullen gaan 'met huere
keersen op den voorscr. daege des morgen s
goets tijts ten acht uuyren in sinte Pietersstrate,
om in de processie te gaene'. Wie opdracht krijgt