EEN MIDDELBURGS PROCESSIESPEL
79
van het gildebestuur met kaarsen te lopen, krijgt
bij weigering een boete. Dan volgen drie artike
len die het toneeloptreden van de gilden en de
taak van de rederijkers regelen. De rederijkers lij
ken op grond van artikel vier een coördinerende
rol te hebben"1.
In de tweede helft van 1566 begon in Middel
burg de beeldenstorm, als eerste stad in het hui
dige Nederland. In het volgende voorjaar boog
het stadsbestuur zich over de nu ontstane situatie
net betrekking tot de processies. Op 10 mei 1567
oesloot het bestuur tot een sobere aanpak: een
bescheiden Sacramentsprocessie, zelfs zonder
kaarsen en zonder eten. Op de ommegangsdag
noet de stad met de gilden en schutters zich wél
nanifesteren, maar het wordt aan hen overgela-
:en of ze iets met tableaux vivants of sprekend
oneel willen doen. Een besluit van Wet en Raad
an donderdag 7 juni 1567, een week na Sacra-
nentsdag, een paar dagen voor de Heilig Kruis-
brocessie, onderstreept nog eens krachtig wat er
an de gilden verlangd wordt bij de komende
ommegang: alle leden moeten met toortsen lopen
n niemand mag vreemden sturen als plaatsver-
angers. In deze ommegang is ook het sacrament
n een monstrans, een kostbaar liturgisch voor-
verp, meegedragen. De 'oude costuyme' moet de
immegangsdag en de Sacramentsprocessie red-
i ten".
Ioneel op de ommegangsdag
loals vrijwel overal, kwam in de loop van de tijd
de verantwoordelijkheid voor de kerkelijke fees
ten in handen van de stedelijke overheid te lig
gen, die zich zo koft manifesteren en daarbij gil
den, rederijkers en wijken en straten inschakelde.
In de Middelburgse stadsrekeningen lezen we
vanaf 1366-1367 dat er muzikanten meelopen in
Ce Sacramentsprocessie. Vanaf 1451 vinden we
anwijzingen voor toneelopvoeringen. Na 1480
z jn de rederijkers betrokken bij de organisatie
in de ommegang, een privilege dat in 1484 be
vestigd wordt. Toneel, figuren en muziek - daar
mee wordt de Heilig Kruisprocessie in Middel
burg in de tweede helft van de vijftiende eeuw
tot een stedelijke manifestatie van grote allure.
De route die de processie volgde in Middel
burg, kan niet meer uit de bronnen gereconstru-
e erd worden. Maar De Stoppelaar kon dat in
1185 kennelijk wel12. Volgens hem begon de pro
cessiedag in Middelburg vroeg in de morgen met
klokgelui van alle kerken. De straten waren
s .hoongemaakt en met vlaggen versierd en aan
huizen waren geschilderde blazoenen gehangen.
Op verschillende plaatsen stonden stellages voor
de 'stomme schouwtooneelen'. Na een mis verliet
de geestelijkheid in de prachtigste gewaden te
gen acht uur de abdijkerk, aan het hoofd de abt -
Afb. 2. De Westmonsterkerk. ZA, KZGW, Zei. 111. 11-582.
na de verheffing tot bisdom uiteraard de bis
schop. We moeten aannemen dat hij het heilig
sacrament droeg, dat op een zeker tijdstip uit de
Westmonsterkerk was gehaald en na de mis naai
de stoet werd gebracht. De tocht begon in de Sint
Pieterstraat bij de aan Sint Pieter gewijde Noord-
monsterkerk. Uit gilde- en schutterij-instructies
weten we, dat zij daar om acht uur 's morgens
opgesteld moesten staan. Voorop liepen tromme
laars, schalmeiers en pijpers. Daarna volgden de
gilden en de schutters in een niet meer te re
construeren volgorde, met vaandels, wapens, in
de mooiste kleren en met waskaarsen en toort
sen, die veelal door de jongsten werden gedra
gen. Bij de Heilig Kruisprocessie reden er speel
wagens mee. Het moeten er meer dan twintig
zijn geweest. Soms liepen er boetelingen mee.
Achter in de stoet volgden de heilige hoogtepun
ten: sacrament en kruis. Priesters en kloosterlin
gen droegen zilveren beelden en andere kerke
lijke sieraden. Het crucifix stond op een hoge
standaard, omgeven door koorknapen in het wit,
'wierook plengende'. De abt droeg met hulp van
diakenen het sacrament onder een hemel van
goud en laken, waarvan de koorden door hoge
geestelijken en/of leden van de magistraat wer
den vastgehouden. Bij de Heilig Kruisprocessie
zal voor of achter het sacrament op dezelfde
wijze de vermeende splinter des kruizes vervoerd
zijn. Dit dragen was een taak die de ambachten
bij toerbeurt op zich moesten nemen. Kennelijk
was het mogelijk offergaven voor het kruis aan te
bieden. Er is sprake van een beursje.
Na de Sint Pieterstraat ging de tocht via de ab
dij naar de Markt met stadhuis, waar gedefileerd
werd langs 'wet en raad' en eventuele hoge gas
ten met lijfwachten. Interessant is de mededeling
dat het kruis ook 'buyten' de stad werd gedragen.
Dit kan niet anders betekenen dan dat de proces
sie door een poort buiten de stadswallen is ge
gaan, en weer door een andere poort terug na
tuurlijk. Tijdens de lange tocht werd er door de