EEN MIDDELBURGS PROCESSIESPEL 81 ven, waren er geschikte teksten voor de gilden en was de lijn van de ommegang overzichtelijk. Die teksten waren niet voor een jaar, maar dien den 'jaerlicx ghespeelt te worden'. Gelet op de datum kan het processiespel van de chirur gijns 'datmen speelt altyt op den ommegancx dach binnen Middelburch', hiervan deel uitge maakt hebben. Het spel Het spel van het Middelburgse chirurgijnsgilde verbeeldt een scène uit Johannes 8, 1-11. Het is iet verhaal waarin schriftgeleerden bij Jezus ko nen met een overspelige vrouw, 'op heterdaad getrapt bij het plegen', zoals het luidt in de ver taling van het Bijbelgenootschap. De schriftge- eerden willen Jezus uit zijn tent lokken: moet deze vrouw gestraft worden of moet ze vergeving crijgen? Elke beslissing maakt Hem bij het volk Hinder populair. Aanvankelijk zegt Hij dan ook ïiets, maar schrijft wat in het zand. Dan spreekt lij de beroemde woorden: 'Wie van U zonder tonde is, werpe de eerste steen.' Iedereen loopt weg en Jezus blijft met de vrouw achter, die na Zijn vergiffenis gerustgesteld vertrekt. Behalve deze scène uit Johannes 8 zijn er nog .-nkele andere bijbelpassages relevant voor het pel. In de openingsmonoloog wordt Mattheus 1, 28-30 geparafraseerd: 'Compt tot Mij alle die moede ende beladen zij, Elders, in de ver wijtende woorden van een schriftkenner, bespeu ren we nog een flits uit Mattheus 5, 17: 'want hy leert dat hij nijet ghecomen es om Moij- f es wet te breecken,_ maer die te onderhouden ende te vervullen.' De eigenlijke toneeltekst wordt ingeleid door ipmerkingen over de opvoering. Het is een 'om- gaende spel', dat wil zeggen dat het in de proces sie meegaat. Uit de inleiding blijkt dat het werd t pgevoerd door vier leerling-chirurgijns: de drie j1 ingste gezellen van het gilde van Middelburg en de jongste van het gilde uit Arnemuiden. De Christusrol was volgens de eerder genoemde be palingen voorbehouden aan de jongste van deze ier. De andere spelers namen waarschijnlijk de r >1 van de farizeeër, de schriftgeleerde en de wet geleerde voor hun rekening. Maar daar komen we niet mee uit. We hebben immers nog drie personages: de rol van de overspelige vrouw en de twee joden, die aan het eind een korte con clusie uitspreken. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat c.eze laatste twee figuren achter de wagen liepen. Aan het eind zeggen ze immers dat hun meesters zijn weggelopen. Daarom kunnen we er wel van uitgaan dat de drie geleerden voor de wagen lie pen tijdens de processie en bij een halteplaats zich voor de omstanders tot Christus op de wa gen wendden. De overspelige vrouw die ze tot Christus brengen, zal zich dan wel tussen hen be vonden hebben. Christus opent de scène met een korte mono loog, waarbij hij op de wagen staat. Op die wa gen zal iets gebouwd zijn dat de tempel moest voorstellen. Tijdens het spel zal hij de wagen wellicht niet verlaten hebben. De openingsmono loog staat betrekkelijk los van de toneeltekst: de verlosser spreekt over de hoofden van de joodse geleerden tot de omstanders. De opening wordt gevolgd door een dialoog van een schriftge leerde, een farizeeër en een kenner van de joodse wet. Deze dialoog heeft de vorm van een rondeel met de terugkerende versregels (in ver taling): 'Gij, raadsheren van de synagoge, welk wijs inzicht hebt gij overwogen.' Ook aan het slot komt een rondeel voor. De tekst in vertaling Dit is het processiespel dat men altijd te Middel burg speelt op de processiedag, drie weken na Pinksteren en elf dagen na Sacramentsdag. Het moet gespeeld worden door de drie jongsten van het gilde van de barbiers die hun winkel binnen het stadsgebied hebben en de jongste van Arne muiden. Altijd moet de jongste, waar hij ook woont, God zijn, wat duidelijk blijkt uit het privi lege, dat ons door de heren van deze stad ver leend is. Christus staande op de wagen tot de schriftge leerde, farizeeër en wetsgeleerde. Christus Kom allen tot Mij die moe en beladen zijn. Ik zal u troost geven door mijn grote genade. Neem mijn juk op, het zal u niet zwaar vallen. Vermijd het kwade. Vlucht naar de goede wegen. Leer van Mij. Strijd tegen alle valse raadgevingen. Want Ik ben zachtmoedig en ootmoedig van hart. Gij zult uzelf zonder valse listen in vrede vinden. Neemt mijn juk op, zonder morren, want mijn juk is zoet en mijn last is licht. Christus gaat zitten. Farizeeër. Gij, raadsheren van de synagoge, welk wijs inzicht hebt gij overwogen? Jurist Door deze Jezus worden wij bedrogen, Gij, raadsheren van de synagoge.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2000 | | pagina 7