134 1 Afb.6. 'Liefde', haardachterwandtableau, blauw, 13/3 (in clusief tekstband). Collectie Museum Lambert van Meerten, Delft. hand een valk. Deze roofvogel was al een ko ninklijk symbool in het oude Egypte. De valk moet gezien worden als het symbool van de macht die de wereld van de mens te boven gaat. Met zijn scherpe blik ziet en begrijpt hij alles. Zoals hiervoor al is opgemerkt, zijn de Vlis- singse tegeltableaus Geloof en Hoop geschilderd naar prenten die helaas tot nu toe niet geïdentifi ceerd zijn. Het zou interessant zijn die oorspron kelijke prenten te kennen. De figuren van Hoop, Geloof, maar ook die van Liefde, zijn namelijk naar de maatstaven die golden in de Noordelijke EEN VLISSINGSF. HAARD Nederlanden van de eerste helft van de zeven tiende eeuw, uiterst ongebruikelijk gekleed. De kostbaarheid van de gewaden staat symbool voor hun hoge status. Men heeft de Deugden als my thologische figuren willen neerzetten, waarbij de maker van de oorspronkelijke gravures gepoogd heeft ze als Oudgriekse figuren af te beelden. Er wordt kleding gedragen waaivan men aannam dat de Griekse vrouw die in de Oudheid droeg. Er zijn dan ook niet voor niets duidelijke over eenkomsten in kleding tussen de allegorische fi guren Geloof, Hoop en Liefde en de mythologi sche figuur van Artemis, godin van de jacht en de vruchtbaarheid, die voorkomt op een haardta- bleau in het Museum Vleeshuis in Antwerpen. Ar temis draagt hier een zogenaamde 'chiton', die tot net boven de enkel reikt, maar door een split het been tot boven de knie laat zien. Daarover heen draagt zij niet het in de Oudheid gebruike lijke 'himation', een wat dikkere wollen omslag doek, maar een cape. Deze cape zal wel ontleend zijn aan de 'chlamys', een over de chi ton gedragen korte mantel, die op de schouder werd vastgemaakt. De allegorische figuren van Hoop, Geloof en Liefde missen allen de cape die Artemis draagt. Hun onderkleding met lange mouwen is nauwsluitend, terwijl als bovenkle ding een zogenaamd hemd wordt gedragen die torso, schouders en bovenarmen bedekt, ruim valt en een gespleten overmouw heeft. De kle ding die de allegorische figuren op de tableaus dragen, is versierd met fraaie motieven. Derge lijke kleding duidde op een toneelmatig fantasie- gewaad. Geloof, Hoop en Liefde zijn uiterst luch tig gekleed. De hier gedragen kledij was in de zeventiende eeuw absoluut niet in de mode. Wanneer men zich realiseert dat toen bij de vrouw onder geen beding de voeten en benen van onder de rok zichtbaar mochten zijn, dan is het tonen van een hele voet en dan bovendien nog gestoken in een sandaal, bijna obsceen te noemen. Om hygiënische redenen, maar ook on der invloed van het bijbelse gebod, hield de Ne derlandse burgervrouw zowel binnen- als bui tenshuis haar hoofd en ledematen bedekt. Het grootste deel van het haar verborg zij onder een wit kapje, waar hooguit aan de voorkant wat ha ren te zien waren. Vrouwen maakten in die tijd zeker niet, zoals op de tegeltableaus, de haren hoog op door middel van in elkaar gewonden haarvlechten, die als een kunstige wrong bo venop het hoofd bijeen werden gehouden. Bij nadere beschouwing valt op dat de hoof den alle drie verschillend zijn afgebeeld: Liefde 'en face', Hoope 'en profil' en Geloof iets naar ons toegedraaid. De gelaatstrekken zijn weinig sprekend: de hoofden vertonen geen individuali teit en doen stijf en zelfs afstandelijk aan. Het hoofd staat ten opzichte van het lichaam steeds een kwartslag gedraaid, zodat een enigszins ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2000 | | pagina 20