EEN NACHTELIJKE OVERVAL OP SPAANSE OORLOGSSCHEPEN TE ANTWERPEN (lóOO) HERBEZIEN DOOR ZEEMANSOGEN 140 Doeke Roos In de nacht van 29 op 30 november 2000 was het vierhonderd jaar geleden dat een Zeeuws eskader een nachtelijke overval ondernam op een aantal Spaanse schepen dat ten anker lag voor de stad Antwer pen: een goed georganiseerde, strikt geheimgehouden expeditie waarbij het schip de Zwarte Galey een hoofdrol speelde. Kapitein Jan Evertsen, lid van het bekende Zeeuwse admiralengeslacht Evertsen, voerde het bevel over enige geroeide sloepen die cle galei vergezelden. Deze tocht, waarvan het resultaat van groot belang was voor de strijd tegen cle Spanjaarden in de Zeeuwse wateren, heeft in de geschied schrijving niet de aandacht gehad die hij verdient.' Galeien In cle jaren voorafgaande aan deze expeditie, maar ook daarna, werd door schepen van de Ad miraliteit van Zeeland wacht gehouden op de Westerschelde, die toen de grensrivier was tussen Zeeland en het vijandelijke Vlaanderen. Bevel hebber van de Zeeuwse oorlogsschepen op de Schelde was in die jaren Evert Hendriksen, de stamvader van het geslacht Evertsen. De admiraal van Zeeland was Justinus van Nassau, zoon van prins Willem i; vice-admiraal was Joos de Moor. Voortdurend was er een dreiging van Spaanse schepen vanuit Antwerpen, Hulst of Sluis. Deze ondernamen aanvallen op de kust van Zuid-Be veland. Zo was er door cle Zeeuwse admiraliteit nabij de grenspost Lillo een wachtschip geankerd dat niet alleen een signalerende functie had, maar eveneens als oorlogsschip kon worden ingezet. Deze post onder de rook van Antwerpen diende tevens als standplaats voor de ambtenaren die waren betrokken bij de inning van de convooi- en licentgelden. Handel op de vijand, de Spaanse Nederlanden, waar jaarlijks honderden koopvaar ders bij betrokken waren, was toegestaan. Deze handel was voor Zeeland van groot belang.2 Al eerder in de Tachtigjarige Oorlog hadden de Zeeuwen tijdens de talrijke confrontaties met de Spanjaarden in hun wateren geroeide sloepen in gezet. Deze vaartuigen konden een vergelijking met de aanzienlijk grotere Spaanse galeien moei lijk doorstaan. Toen de Spaanse galeien in 1599 de haven van Sluis bezetten en deze schepen zeer succesvol bleken te kunnen worden ingezet, besloten cle Hollanders en de Zeeuwen ook enige te bouwen.3 De opzet hiervan was de Spanjaarden met eigen wapenen te bestrijden. Het eerste schip dat van stapel liep, was cle ge noemde Zwarte Galey, een te Dordrecht ge bouwd schip. Het werd op de Schelde ingezet om de aanvallen van Spanjaarden op cle kust van Zuid-Beveland te voorkomen. Het had een 'ijsere pinne op cle snuyt', was 95 voet lang en voorzien van negentien riemen, roeispanen, die wel twin tig voet lang waren. Het lag in de bedoeling va gebonden en 'onnutte personen' als roeiers te ge bruiken. In de Staten van Zeeland werd een verzoek behandeld om de Zwarte Galey te be mannen met Spanjaarden die in Vlissingen gevan gen zaten, in antwoord op cle talrijke klachten die de Zeeuwse bestuurders bereikten over een slechte behandeling van gevangengenomen Zeeuwse vissers die op de Spaanse galeien van Sluis werden ingezet. Pas in l601 werd gesproken over de bouw van galeien in Zeeland. De bouwopdracht van deze vaartuigen met een zo afwijkende vorm werd ge gund aan cle Veerse meestertimmerman Adriaen Kakelaere. Oplevering diende binnen twee maan den plaats te hebben, 'afgetimmert encle onbe- schadigt int water te leveren'.5 Er zijn twee Zeeuwse galeien gebouwd. In het archief van cle Rekenkamer van Zeeland bevindt zich een be stek van cle galei zoals deze door Kakelaere werd gebouwd: een vaartuig dat 86 voet lang was en slechts vijftien voet breed, 'item een pin galei- sche wijze met een voorcasteel daer het geschut op sal staen'. Het aantal riemen was geringer dan op cle Zwarte Galey, namelijk zestien aan iedere zijde.6 De nachtelijke overval In 1600 werden plannen gemaakt voor cle nach telijke overval op de Spaanse schepen." Door de plannenmakers werd gekozen voor een datum waarop het tij gunstig was. Wellicht werd even eens rekening gehouden met de stand van de maan. Enig maanlicht, hoewel niet vol, zou de tocht kunnen vergemakkelijken. Het rivierge deelte waarop de tocht plaatsvond, is smal en bochtig. Het kwam erop aan met stil water voor cle stad Antwerpen aan te komen, waar cle vijan delijke schepen ten anker lagen: het tijdstip dus dat de vloedstroom geleidelijk overgaat in de eb-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2000 | | pagina 26