JAN HENDRIK HANNINK
123
V;-"
X/oe/inge
Pastorie en Gemeintehuis
Afb.6. De door J.H. Hannink ontworpen panden aan het Geertesplein te Kloetinge, links de pastorie, rechts met klokken
torentje het gemeentehuis. Prentbriefkaart circa 1900.
niet bouwen van een nieuwe toren. De oude to
ren die al eerder, door het verdwijnen van het
schip van de kerk, vrij was komen te staan, was
in 1821 wegens bouwvalligheid afgebroken. Pas
omstreeks 1880 was duidelijk dat de gemeente er
niet onderuit kon een nieuwe toren te bouwen,
zodat de klokken en een nieuw uurwerk op
deugdelijke wijze geplaatst zouden kunnen wor
den.
Hannink, als bouwkundige in dienst van de ge
meente, kreeg de opdracht voor een ontwerp.
Op 29 november 1886 werd de bouw, aan de
westzijde tegen de kerk, aanbesteed. Het werk
werd opgedragen aan A. Laban te Yerseke voor
een bedrag van 10.660. De toren had neogoti
sche kenmerken en leek sterk op die te Bieze-
linge. Met zijn hoogte, 51 meter tot en met de
spits, was de toren van Yerseke echter wel een
maatje groter. Eind 1887 was de toren gereed. De
tevredenheid over het werk van Hannink - er
waren ook problemen met de bouw van het
post- en telegraafkantoor - was evenwel zeer ma
tig. Het gevolg -was dat hij per 1 januari 1888 uit
dienst van de gemeente werd ontslagen.
Op 16 mei 1940 liep de toren zware oorlogs
schade op. Een aantal jaren heeft het ernaar uit
gezien dat er herbouw zou plaatsvinden. Het uit
eindelijk resultaat is echter geweest dat het
resterende deel volledig is afgebroken.21
Scholen
Op het platteland waren de schoolgebouwen tot
halverwege de negentiende eeuw over het alge
meen niet aan de behoeften aangepast. Uit de
verslagen van de schoolopzieners blijkt dat er op
veel plaatsen sprake was van erbarmelijke toe
standen: slechte, vochtige gebouwen die nauwe
lijks te ventileren en te verwarmen waren. Er
werd bovendien een veel te groot aantal kinde
ren van sterk uiteenlopende leeftijd in één ruimte
bijeen gebracht. Geen klimaat voor effectief on
derwijs.
Nieuwe wetgeving, te beginnen met de onder
wijswet van 1857, bracht verandering. De ge
meenten werden gedwongen voorzieningen te
treffen op het gebied van huisvesting van de
scholen. Dit hield in dat in vrijwel alle dorpen
nieuwe scholen gebouwd moesten worden. Han
nink speelde hierin een niet-onbelangrijke rol. In
alle bestekken nam hij op dat de aannemer
moest werken volgens de algemene voorschriften
voor de uitvoering van Rijkswaterstaatswerken.
Door zijn werk als opzichter zal hij met de toe
passing van deze voorwaarden grote ervaring
hebben gehad. Hij zal het minder bonafide aan
nemers niet gemakkelijk hebben gemaakt.
Behalve de reeds genoemde scholen in Kapelle
en Biezelinge (1877) werden de volgende scho-