AANWINSTEN 149 Aanwinsten collectie Mollusken Vorig jaar is aan mij door de heer H. de Jong uit Middelburg een zeer zeldzame schelp, een top- fragment van Volutopsis largillierti, geschonken, die door hem werd gevonden op het unieke schelpenstrand van de Kaloot bij Borssele. Juist omdat dit strand, dat al meer dan 620 verschil lende fossiele schelpensoorten opleverde, dreigt te verdwijnen door het plan om juist daar een containerterminal aan te leggen, gaan er vooral nu veel verzamelaars naartoe. Zo was dat ook op zaterdag 14 oktober, toen ik als gids fungeerde bij de excursie van ruim 25 leden van de Neder landse Malacologische Vereniging (nmv). Op deze dag werden vele, nog zeer verse dou bletten van Corbula gibba aangetroffen, een tweekleppige schelpensoort die sinds het laatste Interglaciaal, de Eemperiode, hier niet meer le vend voorkwam. Diezelfde dag heb ik zelf ook een topgedeelte van de zeer zeldzame Volulopsis- soort gevonden Omdat er tot nu toe slechts en kele fragmenten van deze soort werden aange troffen, is het nog niet duidelijk vast te stellen om welke soort het nu precies gaat. Beide juveniele exemplaren zullen aan de Mollusken-verzameling van het Genootschap worden toegevoegd. In de atlas De fossiele schelpen van de Neder landse stranden en zeegaten is een afbeelding aanwezig van een exemplaar van Volutopsis Icy- gillierti Petit de la Saussaye, 1851, waarvan we denken dat deze er zo heeft uitgezien.' De teke ning is een compositie aan de hand van diverse fragmenten die toen bekend waren. Naast deze slanke vorm kennen we ook de soort Volutopsis norwegicus (Gmelin, 1791)-2 Beide soorten ko men nog levend voor in de Arctische wateren tot en met de Noordzee. Zij leven op diepten van vijftig tot tweeduizend meter en voeden zich met stekelhuidigen. Volutopsis largillierti wordt be schouwd als een slankere, westelijker voorko mende vorm van Volutopsis norwegicus.'' Volgens Fretter en Graham wordt er veelal een onjuiste schrijfwijze gehanteerd. Volgens hen moet de echte naam Volutopsius norwegicus (Gmelin, 1791) zijn.' Noten 1. Van Regteren Altena C.O., A. Bloklander en L.P. van Pouderoyen. De fossiele schelpen van de Nederlandse stranden en zeegaten. Eerste serie, 3, door Basteria 1956, vol. 20, no. 4 en 5, 65-108, plaat 12, fig. 123. Uitgegeven door de Neder landse Malacologische Vereniging 1965. 2. Sars G.O. Bidrag til kundskaben om Norges Arktiske fauna I. Mollusca regions Arcticae Nor- vegle 1878. Tab. 15, fig. la, lb. 3. Poppe, Guido en Yoshihiro Goto. European Seashells. Volume I. (Polyplacophora, Caudofove- ata, Solenogastra, Gastropoda) 1991, 149, plate 29, fig. 14, 15. 4. Fretter V. and A. Graham. 'The Prosobranch Molluscs of Britain and Denmark'. T/je Journal of Molluscan Studies Part 8-Neogastropoda, Sup plement 15, 468, fig. 325. F.A.D. van Nieulande Aanwinsten ruilverkeer In het Historisch tijdschrift Holland 1/2 (2000) worden aspecten behandeld van de politieke en culturele veranderingen in het Holland van om streeks 1800: artikelen over bestuur en bestuur ders, zoals over Cornelis Felix van Maanen, die onder de opeenvolgende regimes ononderbroken hoge posten bekleedde, en over lokale bestuur ders in de overgangstijd. Het culturele gedeelte begint met een bijdrage over muziek, omdat er volgens de auteur geen andere tak van kunst is die de gebeurtenissen van de tijd zo direct weer spiegelt als deze. Nummer 3/4 van hetzelfde tijdschrift heeft de titel 'Werken aan een open Amsterdam'. De ont sluiting van de stad is een belangrijk thema in de geschiedenis van Amsterdam. De aandacht gaat vooral uit naar de ontwikkelingen in de twintigste eeuw, omdat de ruimtelijke structuur toen een ra dicale verandering onderging. De geschiedenis van Schiphol wordt behandeld, van het eerste be gin tot de huidige problematiek rond de uitbrei dingsplannen van de luchthaven, de plannen voor de nieuwe noord-zuidmetrolijn en de con flicten over de aanleg van het metronet in het historische centrum van Amsterdam. Het Nederlands Openluchtmuseum zond het Genootschap zijn Jaarboeken 1998 en 1999 toe. In Jaarboek 1998 onderneemt R. Bormans een speurtocht naar de betekenis en de identiteit van Feyenoord. Hij zoekt naar de normen, waarden en betekenissen die een grote groep mensen bin den. De subcultuur van rivaliserende voetbalsup porters, de internationalisering van het voetbal en de rol van de vrouw: het komt allemaal aan de orde. In Jaarboek 1999 staat een lang artikel over ons cultureel erfgoed in verband met het onder wijs. Pas in de jaren zeventig drong het tot musea door dat zij een educatieve taak hebben: behalve wetenschappelijk geïnteresseerden moeten ook leken, en zeker kinderen, geboeid raken. Aan de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2000 | | pagina 35