/erzamelingen 23 in: 1769-1919; gedenkboek uitgegeven ter gele enheid van het anderhalve-eeuwfeest van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te [iddelburg. Middelburg 1919, 113. loraal, J.M. 'Verzamelingen: Mineralen en ge- eenten'. In: Zeeland 4/2 (1995), 70. lollusken In 1775 ontving het Zeeuws Genootschap een helpenbuffet uit het legaat van Job Baster 1711-1775), geneesheer uit Zierikzee. Het buffet i opgebouwd uit schelpen, voornamelijk van Oost-Indische oorsprong; opvallend zijn de vele tolieten (evenwichtsbotjes) van kabeljauwachti- en. De Nederlandse Malacologische Vereniging heeft Job Baster geëerd door haar tijdschrift naar ïem te vernoemen, Basteria. Het schelpenbuffet ormt één van de meest opzienbarende objecten in het bezit van het Genootschap. Al in 1774 werd een begin gemaakt met het verzamelen van schelpen binnen het Genoot schap. Van grote invloed was de vaart op de iverzeese gebiedsdelen door de Middelburgse Verenigde Oost- en West-Indische Compagnieën en de Commercie Compagnie. In 1869 verscheen de Catalogus der Conchy- Hën, toebehoorende aan Het Zeeuwsch Genoot- chap der Wetenschappendoor dr. Y. Keijzer, de toenmalige conservator. Hierin worden genoemd: drie soorten Cephalopoda (koppotigen, inktvis sen), 494 soorten Gastropoda (zeeslakken) en dertig soorten Pulmonata (landslakken). Voor het merendeel waren de opgenomen soorten afkom stig uit de Oost-Indische archipel. Of alles nog Veeds in de verzameling aanwezig is, moet nog gecontroleerd worden. Ook de registratie van de ecente uitheemse schelpencollectie dient nog ter hand te worden genomen. In dezelfde catalogus worden bovendien fossielen vermeld, honderden oorten van diverse Europese vindplaatsen. Uit die periode van de tweede helft van negen- t.ende eeuw is nauwelijks bekend welke aan- c acht de toenmalige conservatoren specifiek naar de schelpenverzameling deden uitgaan. Dr. J.C. tie Man (1818-1909), arts en oudheidkundige in liddelburg, was in de periode 1895-1900 voor- itter van het Genootschap en conservator van de museumcollectie en de 'Steenen Kamer'. Hij •egde zich vooral toe op het verwerven van fos siele zoogdierbotten. Op 20 september 1888 werd tij geëerd met de gouden Genootschapspenning. Pas in de twintigste eeuw groeide de mollus- kencollectie uit tot de omvang en importantie die ze heden ten dage bezit. Uit de correspondentie van P.J. van der Feen, later werkzaam als conser vator van de 'Steenen Kamer' met C. Brakman blijkt, dat er vanaf 1926 contact was tussen bei den over de schelpenliefhebberij van Brakman. Afb.19. Schelpenbuffet in 1775 ontvangen uit het legaat van Job Baster. Coll. KZGW, G 2132. Brakman (1879-1955) was hoofd van de open bare lagere school te Nieuw- en Sint Joosland en had een grote belangstelling voor natuurlijke his torie. Vooral met zijn studie van de fossiele schel pen van de Zeeuwse stranden heeft hij voor de wetenschap baanbrekend werk verricht. In 1930 rezen bij Brakman plannen om zijn complete col lectie schelpen en zijn bibliotheek over te doen aan het Genootschap. Deze werden na zijn dood in 1955 gerealiseerd. De zeldzaamste soort in de schelpencollectie van het Genootschap is afkom stig uit dit legaat: stamnummer 170, Phaliolium miolaevigatum (Sacco, 1890), één exemplaar uit de Westerschelde, afkomstig van de zuiger Marie, gevonden 1940. In 1934 werd Cornelis Brakman conservator van de molluskencollectie, zij het na aanvankelijk tegenstribbelen van zijn kant, omdat hij volgens zijn eigen mening onvoldoende we tenschappelijke kennis zou kunnen inbrengen. Hij bleef conservator tot 1942. Veel hulp zou Brakman krijgen van mevrouw W.S.S. van der Feen-van Benthem Jutting, die van 1925 tot 1964 als conservator werkzaam was bij het Zoölogisch Museum in Amsterdam. Na haar pensionering heeft zij zich in 1964 te Domburg gevestigd; in 1965 werd zij conservator van de molluskencol lectie van het Genootschap, die door haar geheel werd herzien en geordend. Door haar zijn ook het Stamboek en een steekkaartenbestand aange legd. Ook zij kreeg de Genootschapspenning. Het Stamboek, bevat 2789 items welke momen teel in de computer zijn ingevoerd, een vervelend en tijdrovend karwei. Aangevuld met de aanwin-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 25