30
VERZAMELINGEN
Afb.25. Boven- en onderaanzicht van liet zilveren gevest van de eredegen in 1659 door de Admiraliteit van Zeeland ge
schonken aan Dominicus de Virieu. Coll. KZGW, G 1791. Foto Legermuseum Delft.
Het merendeel van de voorwerpen werd echter
door leden of hun erfgenamen geschonken. Dit is
vooral van belang omdat daardoor de herkomst
van bepaalde objecten onbetwistbaar is. Het zil
veren schenkblad dat Johan Evertsen naar aanlei
ding van zijn overwinning op de Duinkerker ka
pers ontving, werd door zijn directe nazaten aan
het Genootschap geschonken. De met zilver be
slagen degen die de Staten van Zeeland in 1659
aan Dominicus de Virieu schonken, is niet alleen
een schitterend stuk edelsmeedwerk en één van
de weinige eredegens uit de zeventiende eeuw
die in Nederland bewaard zijn, de herkomst staat
ook buiten kijf. Ook bij afbraak van gebouwen
en bij baggerwerkzaamheden stonden de Ge
nootschapsleden vooraan om objecten voor de
collectie te verwerven: epitafen uit de in 1834
afgebroken Middelburgse Sint Pieterskerk, bo
demvondsten uit het verdronken land van Rei-
merswaal, gereedschap van de Middelburgse
brouwerij de Vijfhoek, de kettingen van de galg -
waaraan nog botten hingen - die in de bedding
van de voormalige Arne gevonden werden, deu
ren en schoorsteenomlijstingen uit panden die
moesten worden afgebroken, enzovoort. Het Ge
nootschap heeft ook een aantal belangrijke stuk
ken in bruikleen, zoals een groot schilderij van
de buitenplaats Munnikenhof en de zilveren bo
kalen van het St. Jacobsgilde uit St. Maartensdijk.
Uit alle delen van de provincie bezit het Genoot
schap unieke stukken.
Met uitzondering van de oproep in 1881 dage
lijks gebruiksgoed te schenken voor de inrichting
van een Boerenkamer, heeft het Genootschap
nooit eisen gesteld aan de te aanvaarden schen
kingen, zij het dat deze vanaf circa 1880 iets met
Zeeland te maken moesten hebben. Hiermee be
doelde men dat zij door Zeeuwen gemaakt, mee
genomen of gebruikt waren. Dit begrip werd
echter bijzonder ruim gehanteerd.
De verzameling kent een aantal belangrijke on
derdelen. De collectie schilderijen behelst voor
namelijk portretten. Vele belangrijke stukken die
het Genootschap vóór de Tweede Wereldoorlog
bezat, zijn in de meidagen van 1940 verbrand.
Grote schenkingen van de families Van Citters en
Snouck Hurgronje vulden de leemten slechts
enigszins op. De collectie beeldhouwwerk is
klein, maar bevat een paar bijzondere stukken.
De meubelcollectie is vooral interessant doordat
het oorspronkelijke meubilair uit de kamers van
het Vlissingse Departement bewaard zijn geble
ven. De drie grote kabinetten, waarin de verza
meling in de vroege jaren van het Genootschap
werd opgeborgen, een achttiende-eeuws bureau
en allerlei stoelen behoren nog steeds tot ons be
zit en zijn des te interessanter, omdat ook de oor
spronkelijke rekeningen bewaard bleven. Som
mige meubels zijn in Den Haag bij bekendt
meubelmakers besteld en zijn de enige exempla
ren die met zekerheid aan deze ambachtslieden
kunnen worden toegeschreven. Het zilver dat lie:
Genootschap in eigendom heeft, is vooral vooi
onze kennis van de Zeeuwse zilversmeden van
belang. Onbedoeld is een collectie ontstaan van
sieraden en gebruiksvoorwerpen, waarin van vele
Zeeuwse zilversmeden werk te vinden is. Bijzon
der is ook de collectie Zeeuwse streekdrachten.
Niet alles is bewaard. De ravage in mei 1940
heeft ook bij dit onderdeel van de Genootschaps
collectie haar tol geëist. Soms werden objecten
ook 'meegenomen'. Zowel door 'goedwillende
leden', die meenden dat bepaalde objecten toch
maar in de weg stonden en elders beter tot hun