VERHANDELINGEN
UITGEGEVEN
ZEEUWSC II
GENOOTSCHAP
WETENSCHAPPEN
VLISSINGEN.
44
VERZAMELINGEN
Het ruilverkeer
Veel boeken en tijdschriften in de collectie van
het Zeeuws Genootschap zijn, naast verwerving
uit legaten, door schenkingen of aankopen uit
het ruilverkeer verkregen. Hoewel het woord
'ruilverkeer' in de beginjaren van het Genoot
schap nog niet gebruikelijk was, werden er wel
degelijk publicaties uitgewisseld. Zo bedankt in
1770 de secretaris van de Hollandsche Maat
schappij der We(e)tenschappen te Haarlem - het
oudste genootschap in ons land - voor de toe
zending van het eerste deel van de Verhandelin
gen van het Zeeuws Genootschap; men zendt als
tegengift het elfde deel der Verhandelingen van
de Haarlemse Maatschappij naar Zeeland. Daarna
vinden regelmatig uitwisselingen plaats, evenals
met het Bataafsch Genootschap te Rotterdam, het
Provinciaal Utrechtsch Genootschap en veel an
dere wetenschappelijke instellingen in binnen-
en buitenland. Enkele voorbeelden van vroege
contacten in het buitenland zijn de Académie
Impériale et Royale te Brussel, de Koninklijke
Keurvorstelijke Sociëteit van Göttingen en de Kei
zerlijke Academie te Petersburg.
Een bijzondere plaats neemt het in 1778 ge
stichte Bataviaasch Genootschap voor Kunsten en
Wetenschappen in. Op kosten van dat genoot-
Afb.38. Titelpagina van het eerste deel van de Verhande
lingen, 1769. Coll. KZGW.
DOOR HET
DER
T E
EERSTE DEEL.
Te MIDDELBURG,
PIETER GILLISSEN,
En zyn te bekomen.
Te L E I D E N
S. KM J. LUCHTMANS.
■1769.'
schap mag het Zeeuws Genootschap elk jaar een
extra prijsvraag uitschrijven; uitwisseling van pu
blicaties is dan natuurlijk een logisch gevolg.
De vroegste lijst van instellingen waaraan wer
ken van het Genootschap werden toegezonden
omvat de jaren 1869 tot 1885. Het Zeeuws Ge
nootschap onderhoudt nu, meer dan een eeuw
later, met verscheidene instellingen daarvan nog
steeds goede contacten, zoals met de Société Na
tionale des Sciences Naturelles de Cherbourg of,
dichter bij huis, de Oudheidkundige Kring van
het Land van Waes te St. Niklaas.
Hoewel er dus vanaf de oprichting van het Ge
nootschap jaarboeken en verhandelingen worden
verstuurd en ontvangen, wordt pas in het Archie]
van 1903 vermeld dat 'ruiling van boeken' plaats
vindt. In dat jaar begint men namelijk met jaar
verslagen 'door den secretaris', waarin deze zeer
summier het ruilverkeer aanstipt.
In 1907 zet het Genootschap een flinke stap
vooiwaarts door na het jaarverslag een rubriek te
beginnen met het opschrift 'Binnen- en buiten
landse instellingen, waarmede het genootschap in
betrekking staat'. Tot 1940 blijft de rubriek ge
handhaafd; daarna lezen we niets meer over con
tacten of ruilverkeer, waarschijnlijk doordat die
gedurende de oorlogsjaren ook niet mogelijk wa
ren.
We moeten tot 1974 wachten op nadere gege
vens. In dat jaar verschijnt een lijst met namen
van alle ruilpartners in het Archief. Daarna is het
weer twintig jaar stil, tot het Archief 1994 uit
komt, de jubileumuitgave ter gelegenheid van het
225-jarig bestaan van het Genootschap. In het
jaarverslag van de hoofdconservator komt daarin
de volgende zin voor: 'Het ruilverkeer blijft als
permanente bron van aanwinsten meestal onver
meld in de jaarverslagen, maar wordt deze keer
genoemd omdat er geen andere aanwinsten van
de verzameling boeken zijn te melden.' Bij ge
brek aan belangrijker nieuws dus! Namen van in
stellingen of publicaties worden niet genoemd,
een uiterst stiefmoederlijke behandeling. Een jaar
later, in Archief 1995, maakt de conservator voor
boeken en handschriften veel goed door een
keuze van aanwinsten te geven, die dankzij het
ruilverkeer in 1994 zijn verkregen.
Gelukkig heeft de redactie van het tijdschrift
Zeeland in 2000 besloten in de vaste rubriek
'Aanwinsten' regelmatig een plaatsje vrij te maken
voor een selectie van ontvangen publicaties. Mo
menteel telt de lijst met ruilpartners 25 Neder
landse en 32 buitenlandse adressen. Twee zeer
welkome 'nieuwelingen' zijn het Stedelijk Mu
seum voor Volkskunde te Brugge, dat, samen met
andere Brugse musea, prachtig geïllustreerde jaar
boeken uitgeeft, en het Trierer Landesmuseum in
Trier. Laatstgenoemde verzorgt veel uitgaven op