Voorwoord 1 Voor u ligt een bijzonder nummer van het tijdschrift Zeeland. Conservatoren en leden van werkgroe pen en commissies hebben de bijdragen verzorgd; in totaliteit is het een portret van het Zeeuws Genootschap geworden. Ik hoop dat deze uitgave u evenzeer zal boeien als ze mij geboeid heeft. Ze laat aan de ene kant zien dat het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen als instelling oud en eerbiedwaar dig is; aan de andere kant toont ze dat het kzgw, dankzij de inbreng van velen, actieve en moderne leden, niet alleen bij de tijd is, maar vooral ook met de tijd meegaat. Als Zeeuws Genootschap zijn wij trots op onze verzamelingen, waar zo vele vrijwilligers al zo lang aan gewerkt hebben. Maar onze verzamelingen moeten méér dan tot nu toe het geval was, openge steld worden voor eenieder die daarin geïnteresseerd is. Daarom wordt onder andere nagedacht over en gewerkt aan het 'virtuele museum', waar iedereen met behulp van de moderne technologie onze bezittingen kan bekijken. Dit ene voorbeeld (er zijn er méér!) onderstreept dat het Zeeuws Genootschap het tegendeel is van een stoffig gezelschap van in zichzelf gekeerde heren. Wat zou het Zeeuws Genootschap overigens zijn zonder de inbreng van zovele actieve vrouwen? II leze daarvoor de eerste bijdrage! Het kzgw doet overigens veel meer dan het aanleggen en beheren van verzamelingen. Denk in dit verband aan onze (wetenschappelijke) publicaties, onze lezingen, excursies, tentoonstellingen en bijvoorbeeld aan de activiteiten van de diverse werkgroepen. Al deze activiteiten zijn niet mogelijk zonder de inzet van zeer veel zittende en nieuwe leden. Aan hen draag ik deze uitgave dan ook graag op. Burgh-Haamstede, december 2000 N. Ginjaar-Maas, voorzitter Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 3