Over heren van stand en culturele erfgenamen; wetenschapsbeoefening
in het Zeeuws Genootschap bezien in het licht van de tijd
2
Een gezelschap van deftige heren. Dat was het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen bij zijn op
richting in 1769. Het is een beeld dat bet Genootschap eeuwenlang tegen wil en dank. met zich mee
heeft gedragen. Inmiddels is het Zeeuws Genootschap een wetenschappelijke instelling waar Zeeuwen of
in Zeeland geïnteresseerden elkaar treffen. Zo'n veertienhonderd mensen hebben zich aangesloten bij
het Genootschap om betrokken te zijn bij wetenschapsbeoefening. Deze is algemeen gericht of op Zee
land in hel bijzonder.
In dit artikel staat de wetenschapsbeoefening in
het Zeeuws Genootschap centraal. Op welke
wijze voldoet het Genootschap aan zijn primaire
doelstelling? Het bestuurlijk reilen en zeilen
wordt alleen behandeld wanneer dit verband
houdt met de inhoud van de activiteiten. Om het
lange, rijke en bewogen verleden van het
Zeeuws Genootschap te begrijpen, moet het
Genootschap geplaatst worden in de tijd waarin
het functioneerde. Hoe ontwikkelde de samenle
ving zich en wat betekende dat voor de leden die
het Genootschap recruteerde en voor de wijze
waarop wetenschap werd beoefend? In hoeverre
week het wetenschappelijk klimaat in Zeeland af
Afb.l. Isaak Winkelman. (1723—1796), de eerste President
van het Zeeuws Genootschap. Portret door J. Palthe, 1756,
olieverf op doek, coll. KZGW, G 1655.
van dat elders in Nederland en is dat van invloed
geweest op de wijze waarop het Genootschap
kon opereren? Allemaal vragen waarop grondig
historisch onderzoek een antwoord kan geven. In
dit korte artikel moet het bij een schets blijven.
Niettemin kan een terugblik in het verleden hel
pen om de positie van het Zeeuws Genootschap
in het huidige Zeeland te verhelderen en te ont
dekken waar de uitdagingen voor de toekomst
liggen.
Een geleerd gezelschap van deftige heren
Twaalf gegoede Vlissingse burgers kwamen in
1765 op het idee om een organisatie op te richten
die tot doel had wetenschapsbeoefening in de
'Nederlandse Republiek te bevorderen. Zouden in
de huidige tijd twaalf Vlissingers een dergelijk ini
tiatief wereldkundig maken, dan zouden zij met
schouderophalen, dan wel hoongelach worden
begroet. Zo niet in de jaren zestig van de acht
tiende eeuw. In 1769 bleek stadhouder Willem v
zelfs bereid het protectoraat van dit Vlissing
se Genootschap te aanvaarden en werd het
'Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen'
door de Staten van Zeeland erkend. Dergelijke
initiatieven werden in de toenmalige Nederlan
den allerminst met scepsis begroet.
Het Zeeuws Genootschap mag zich tot één van
de oudste wetenschappelijke genootschappen in
het land rekenen. Geleerdengenootschappen ont
stonden in Europa al in de zestiende eeuw, toen
humanisten zich afkeerden van de veelal middel
eeuws gebleven universiteiten en in eigen ont
moetingsplaatsen discussieerden over de resulta
ten van hun onderzoek. Het wetenschappelijk en
intellectueel bedrijf in de Nederlanden was als
gevolg van de gedecentraliseerde politieke struc
tuur vrijer georganiseerd en de jonge, op huma
nistische leest geschoeide, universiteiten riepen
hier veel minder weerstand op dan de oude uni
versiteiten elders in Europa. Ondanks het gun
stige onthaal van de universiteiten ontstonden
buiten dit circuit om in de tweede helft van de
achttiende eeuw wetenschappelijke genootschap
pen en sociëteiten.