JOH AN HENDRIK VAN DALE: MEER DAN 'EEN BEKWAAM EN
IJVERIG ONDERWIJZER'?
18
Lo van Driel
De Zeeuws-Vlaamse schoolmeester Johan Hendrik van Dale mag zich verheugen in een grote populari
teit: zijn naam is immers een referentiepunt dankzij de Dikke van Dale, het grote woordenboek. Gocl
beschouwd is de hoofdonderwijzer echter bekend geworden door een woordenboek dat in oorspro: ig
niet van hem is en waarvan hij de bewerking niet voltooid heeft. In dit artikel komt de bewerking ven
clit handwoordenboek alleen zijdelings aan de orde. Hier gaat het er vooral om Van Dales betekenis i Is
taalkundige te achterheden. Daarvoor zijn drie aanknopingspunten: zijn taalkundige publicaties n
tijdschriften, zijn schoolboeken over tacd en zijn status en werk als woordenboekmaker. De wijze
waarop hij een bestaand woordenboek heeft bewerkt tot wat de Van Dale is geworden, blijft inhoudel ik
buiten beschouwing. Voor een volledige beoordeling van Van Dales taalkundig werk is het ook noodz i-
kelijk na te gaan hoe hij de bewerking van dat woordenboek, als lexicograaf heeft aangepakt. Voor c 'it
artikel is dit echter minder relevant: het concentreert zich op de periode voordat Van Dales handwoc r-
denboek. verscheen.Voor de goede orde: in het volgende is regelmatig sprake van twee woorclenhoeken,
Van Dales handwoordenboek en het grote Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt).
Eerst enkele biografische feiten. Johan Hendrik
van Dale werd op 15 februari 1828 geboren in
Sluis. Aldaar overleed hij op 19 mei 1872 aan de
pokken. Van Dale volgde een opleiding tot
schoolmeester volgens cle in zijn tijd gebruikelijke
weg. Eerst werd hij ondeiwijsassistent. Hierna be
haalde hij de vierde rang, waardoor hij onder
meester werd, en vervolgens de derde en ten
slotte de tweede rang, die hem benoembaar
maakte tot hoofdonderwijzer. Strikt genomen was
daarvoor niet het diploma van de eerste rang no
dig. Er zijn zelfs gegevens die erop wijzen dat in
een dorpsgemeenschap een meester van de eer
ste rang te geleerd was voor het gemeentebestuur
en/of het schoolbestuur. Het is zo goed als zeker
dat Van Dale deze rang niet had. Anders zou de
schrijver van zijn levensbericht, ds. Janssen uit St.
Anna ter Muiden, dat wel vermeld hebben. In het
archief van de Provinciale Onderwijscommissie in
Zeeland zijn de examengegevens van Van Dale te
vinden. Deze gaan niet verder dan de tweede
rang.
Publicaties
Wie een chronologisch overzicht maakt van Van
Dales publicaties, kan zijn belangstelling en ont
wikkeling volgen.2 Deze betreft eerst de regionale
geschiedenis, gevolgd door archiefwerk. Via dit
archiefwerk komt hij tot belangstelling voor het
Middelnederlands, waarover hij gaat publiceren.
Daarnaast schrijft hij, redelijk jong nog, school
boekjes over allerlei vakken, vooral over spelling
en spraakkunst.
Wat had Van Dale tot het eind van de jaren
zestig van de negentiende eeuw gepubliceerd?
Allereerst in 1852 een schoolboekje, Honderd op
stellen ter verbetering voor de hoogste klasse a >r
volksschool, en een artikel over het dialect vi n
zijn streek in het Archief van Nederlandsche taal
kunde. Verder publiceerde hij een stortvloed v: n
stukjes over de streekgeschiedenis in Cadsan-
driaeen door hem opgericht jaarboekje vo >r
Zeeuws-Vlaanderen, en later in Bijdragen tot de
Oudheidkunde en Geschiedenis, in zonderheid
van Zeeuwsch-Vlaanderen (1856-1863). Behah e
een bespreking van de naam Aardenburg zit _*r
niets taalkundigs bij. Ondertussen verdiept hij
zich grondig in de gegevens die hij aantreft in h :t
archief van zijn stad. Zo vindt hij veel materiaal
op het gebied van het Middelnederlands dat vra
gen bij hem oproept. Tot het eind van zijn leven
zal hij Middelnederlandse woorden en uitdru
kingen, maar ook spreekwoorden, in kleine pu
blicaties in De Navorscher, De Taalgids en de
Taal- en Letterbode bespreken. Daarbij stelt 1 ij
ook vragen aan vakgenoten en suggereert hij o
lossingen.
Intussen laat hij tevens een aantal aardige
schoolboeken en gidsen verschijnen, waarondar
het Taalkundig handboekje of alphabetische lijst
van alle Nederlandsche woorden, die wegens spel
ling of taalkundig gebruik aan eenige bedenking
onderhevig zijn. Dit werkje verschijnt in 1867 als
derde druk van een uitgave van zijn vriend I 'e
Jager, die hieronder nog een paar keer aan de
orde zal komen. Bij Van Nooten in Schoonhoven,
zijn vertrouwde uitgever, publiceert Van Dale
vanaf 1861 schoolboeken en boekjes. Hij doet dat
in reeksen en wijzigt bij vervolgdelen en herdru :-
ken de titels, wat de bibliografische situatie nogal
ingewikkeld maakt.
Belangrijk voor de schoolgrammatica en voor