24
johan hendrik van dal
over handelen, niet genoeg om eene keuze te
doen. Doe mij nu het genoegen en meld mij
eens, welke Gij voor de geschiktste houdt, zoo
mogelijk met opgave van den prijs, en gij zult mij
daarmede veel genoegen doen.
Komt het Middelneclerl. Woord, van prof. de Vries
haast in 't licht? Hij verzekerde mij, te Darnme,
dat het voltooid was en dat Onze Bijdragen hem
zeer veel bouwstof hadden geleverd.
In het weinige dat door de oorlog in oktober
1944 van het Sluise archief resteert, bevindt zich
een schoolschriftje van Van Dale. De hoofdonder
wijzer heeft er in enkele bladzijden zijn eerste
schreden op het pad der Goten opgetekend,
maar het schriftje naderhand gebruikt voor het
aantekenen van het schoolgeld der leerlingen.-'
Aan het Gotisch is hij verder niet meer toegeko
men. De conclusie is dat Van Dales wetenschap
pelijk niveau aan het eind van de jaren zestig te
laag was voor het wnt. Het is heel begrijpelijk dat
De Vries niet stond te trappelen om Van Dale als
officiële redacteur aan te stellen. Het wnt had
meer pretenties.
Toen Van Dale aan zijn eigen woordenboek
werkte, werd hij, zoals hierboven vermeld is, nog
een keer gevraagd om naar Leiden te komen ten
behoeve van de onderneming van De Vries, na
melijk in 1870. Nu had De Vries geen bezwaar
hem als redacteur op het titelblad te vermelden
en ook het salaris en de andere materiële voor
waarden moeten redelijk zijn geweest. Van Dale
weigert echter weer - waarschijnlijk had hij zijn
buik vol van het werken aan een woordenboek.
Zijn vaak geciteerde voorwoord bij zijn 'eigen'
woordenboek liegt er niet om:
Het schrijven van een Woordenboek is een on
dankbaar, een verdrietig werk. Is er veel, dat men
heeft opgenomen en verbeterd, er is nog veel
meer, dat men vergeten heeft, dat de aandacht
ontsnapt is en alzoo onverbeterd is gebleven.
Verzekerde mij een mijner letterkundige vrien
den, dat hij, die zijn vader en moeder vermoord
heeft, nog te goed was om een Woordenboek te
schrijven, ik heb mijzelven vaak twijfelmoedig de
vraag gedaan, of hij wel volkomen ongelijk had.
Hier spreekt geen schoolmeester met een lexico
grafische roeping. In ieder geval kon hij het
woordenboek niet afmaken: de dood verloste
hem uit zijn lexicografisch lijden. Toch is zijn
naam dankzij het woordenboek en de uitgeverij
aan cle vergetelheid ontrukt en dat kunnen maar
weinig taalkundigen zeggen.
Een verklaring voor het feit dat Van Dale ook
de tweede keer niet naar Leiden ging voor het
wnt, moet mijns inziens hierin te vinden zijn: hij
was tot de ontdekking gekomen dat hij geen lexi
cograaf was. Daarbij sluit ik een tweede reden
niet uit: de weinige brieven die we uit deze tijc
hebben, staan vol met jammerklachten over ziji
gezondheid. Als je ziekelijk bent, ga je natuurlij!
niet weg uit Zeeuws-Vlaanderen.
Nu is werken voor het wnt niet altijd een broi
van onverdeeld geluk geweest. Toch: als 'dez<
bekwame en ijverige onderwijzer' Sluis had veria
ten, had hij wellicht geen pokken gekregen. Maa
ongelukkig in Leiden is natuurlijk ook niet alles.
Literatuur
Clerck, K, de. 'Overzicht van de 'Nederlandsch
Taal- en Letterkundige congressen'. De Negen
tiende Eeuw - documentatieblad 3 (1979) 74-79.
Deprez, A. (e.a.). De Toekomst 1857-1898. Dri
delen. Gent 1992.
Driel, L. van. 'Moedertaal geeft Mannenkracht
Het taal- en letterkundig congres te Middelbun
in 1872'. Zeeuws Tijdschrift 49 (1999) 3-11.
Driel, L. van en J. Noordegraaf. De Vries en T
Winkel. Een duografie. Den Haag/Antwerper
1998.
Handelingen van het xxue Nederlandsch Taal- et
Letterkundig congres, gehouden te Middelburg,
den 3, 4 en 5 September 1872. Middelburg 1873.
Heestermans, H. 'Het wnt en de Taal- en Letter
kundige Congressen'. De Negentiende Eeuw 5
(1981) 72-85."
Heyvaert F. (e.a.) (red.). Het grootste woorden
boek ter wereld. Een kijkje achter de kolommei
van het Woordenboek der Nederlandsche Taa
(wnt). Den Haag/Antwerpen 1998.
Janssen, H. Q. 'Levensberigt van Johan Hendrik
van Dale'. In: Levensberichten der afgestorvent
medeleden van de Maatschappij der Nederland
sche Letterkunde. Leiden 1873.
Karsten, G. 100 jaar Nederlandsche philologie. M
de Vries en zijn school. Leiden 1949.
Meeldijk, E., 'Dr. Arie de Jager, onderwijzer ei
taalgeleerde'. In: Rotterdams Jaarboekje (1984)
237-286.
Oostrom, Frits van. Maerlants wereld. Amsterdan
1996.
Sanders, E. 'Johan Hendrik van Dale (1828-1872)
maker van een half woordenboek'. In: Van de
Sijs 1998, 45-59.
Sanders, E. 'Waarom zei Van Dale nee tegen he;
wnt?' In: Van der Sijs 1998, 60-66.
Sanders, E. 'Bij de dood van Johan Hendrik van
Dale'. In: Van der Sijs 1998, 67-71.
Sijs, N. van der (red.). Woordenboeken en hun
makers. Den Haag 1998.
Sterkenburg, P.G.J, van. Johannes van Dale en
zijn opvolgers. Utrecht/Antwerpen 1983-
Vloten, J. van. Noord-Nederlandsche karakterfei
len en ziektegeschiedenis van het Nederlandsche
woordenboek. Twee congres-voordrachten. Haar
lem 1868.