56 schotse rechtspraak 31. Art. 15 contracten 1676 en 1697, Perrels 1905 (noot 8), 108 en 134. 32. Zeeuws Archief, Archief Gemeente Veere, do- cumentatiecollectie 273; Scottish Record Office rh 11/2/1. 33. Blom (noot 26). 34. Court Book, (noot 32), 21. 35. Court Book (noot 32), 30. 36. Court Book (noot 32), 44. 37. Court Book (noot 32), 40. 38. Court Book (noot 32), 51. 39- Cowl Book (noot 32), 52. 40. Sinds 1707 was Engeland-Schotland een per sonele Unie. R. Mitchinson, A history of Scotland. Londen/New York 1982, 303 e.v. 41. James n, koning van Engeland, was James vn, koning van Schotland. 42. Mitchinson (noot 40), 318 e.v. en 337 e.v. 43. Court Book (noot 32), 63- 44. Court Book (noot 32), 37 en 66. 45. Art. 21 contract 1676, Perrels 1905 (noot 8), 111; art. 21 contract 1697, idem, 138. Deze regel gaat terug tot 1625. Rooseboom (noot 8), 170-171, 186. Dezelfde bepaling komt voor in 'the articles of instructions' aan de factor. De fac tor moest de volgende bepaling ondertekenen: 'I oblige my self to observe the Acts and Rules of the Staple Court that if I happen to marry during the time of my being Factor, then to cause my wife renounce her liberty and forrain jurisdiction and to submit herself to the laws of the King- dome of Scotland and Conservator Court to the end that in case of my decease she may not pre tend a right to other mens goods and gear that have been entrusted to me as Factor fore so-cal led to the prejudice of merchants in Scotland but that the same may be made forthcoming to them as their proper estate.' Artikel 13 van de Instruc ties ondertekend door David Gregorie op 29 maart 1737, Court Book, (noot 32). 52. 46. Rooseboom (noot 8), 171. Davidson en Gray (noot 8), 398. 47. In de Republiek had ieder gewest zijn eigen recht, dat bestond uit lokaal gewoonterecht. Sub sidiair, dat wil zeggen aanvullend, gold Romeins recht. 48. A.S. de Blécourt, Kon begrip van het Oud-Va- derlandsch burgerlijk recht. Groningen, Den Haag, Batavia 1932, 106. Green's encyclopaedia of the law of Scotland, m. Edinburgh 1896, 143. 49. Zie noot 45. 50. Rooseboom (noot 8), 186. 51. Court Book (noot 32), 47 e.v. 52. Zie de aanbevelingsbrief, waarin een zekere James Turing als factor werd aanbevolen door de 'Dean of Gild' van Aberdeen, zijn court en een aantal kooplieden. of whatsoever goods, gear or sum of money, he shall happen to intro mit or be intromited with, all goods, debts and merchandize which he shall happen to intromit with or sell belonging to merchants.' Court Book (noot 32), 55, 56. 53- In de instructies ondertekend door David Gregorie (noot 45) wordt over 'employers' (werk nemers) en 'employed' (werkgevers) gesproken. 54. Zie b.v. Instructies (noot 45). 55. Court Book (noot 32), 56. 56. Hij werd aangesteld op aanbeveling van de 'Dean of Gild' van Aberdeen (noot 52), 54. 57. Aanbevelingsbrief (noot 52), 56. 58. Ook de 'Nederlandse' kooplieden lieten zich op een gegeven moment vertegenwoordigen, wat resulteerde in een groep factors die handelde na mens de kooplieden van West-Vlaanderen en Holland. Deze factors veroorzaakten onrust onder de Schotse kooplieden en 'Convention of Royal Burghs', omdat zij lagere prijzen boden dan de afzonderlijke kooplieden altijd hadden gedaan. De Conventie kwam dan ook al snel met een wet die verkoop aan deze Hollandse factoren ver bood. Davidson en Gray (noot 8), 396. 59- Court Book (noot 32), 47 e.v.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 18