RKDHRIJKERS
cle negentiende eeuw een bijzondere collectie
documenten bevat, vormt samen met het archief
van de ter ziele gegane Violieren uit 's-Graven-
polder een belangrijk onderdeel van het rijke,
culturele erfgoed dat de rederijkers Zeeland heb
ben nagelaten. Dit artikel gaat in op de stichting
van de kamer, de organisatie van het rederijkers
leven en de plaats van de Kapelse kamer tussen
kamers in naburige Zeeuwse plaatsen.
Kapelle tijdens de stichting van de Wijngaard
ranken
De ambachtsheerlijkheid en de parochie Kapelle,
waartoe cle kernen Kapelle en Biezelinge behoor
den, was aan het begin van de zestiende eeuw
sterk in ontwikkeling. Biezelinge, met een eigen
haven, was in de vijftiende eeuw uitgegroeid tot
een belangrijk regionaal centrum van proto-in-
dustriële lakenproductie. Ondanks het demogra
fisch en economisch overwicht van Biezelinge,
dat zo'n duizend van de vijftienhonderd pa
rochianen herbergde, was cle sociale, culturele,
educatieve en religieuze infrastructuur van de pa
rochie in het dorp Kapelle geconcentreerd. Zo
was alleen in de oude parochie Kapelle een
schoolmeester aangesteld. In 1508 was dat de 32-
jarige Hubrecht Jansz van der Goisë Na een lang
durig conflict tussen de ambachtsheren van Ka
pelle, van wie sommigen tot de lokale adel, an
deren tot de Bourgondische elite behoorden, en
de zelfbewuste inwoners van Biezelinge werd
echter in 1508 een onafhankelijke parochie Bie
zelinge gesticht.
De stichting van de rederijkerskamer de Wijn
gaardranken in 1508, op initiatief van ambachts
heer Hendrik Anthonisz van Bruëlis, schoolmees
ter Hubrecht Jansz en kanunnik Jan Cornelisz
Brouwer paste goed in de ontwikkeling van de
Kapelse infrastructuur. De drie oprichters waren
rond 1503 bij de stichting van het Kapelse kapit
tel betrokken geweest. Van Bruëlis als ambachts
heer en de twee anderen als notaris. In cle strijd
om de parochiestichting in Biezelinge speelden
zij een hoofdrol. In het jaar waarin de Wijn
gaardranken werd opgericht, bereikte het con
flict zelfs zijn climax. Op 31 juli 1508 publiceerde
cle pasgewijde Biezelingse pastoor een akte van
interdict voor de parochie Kapelle en van excom
municatie voor Hendrik van Bruëlis en achttien
andere Kapelse tegenstanders van de Biezelingse
afscheiding.
De clrie oprichters waren in 1508 prominente
figuren in het Kapelse leven. Ze waren alle drie
jonge, goedgeschoolde dertigers. Hendrik Antho
nisz van Bruëlis, stammend uit een Kapelse fami
lie van lokale adel, was in de vroege jaren negen-