62 REDERIJKERS Alh. 4. De kerk van 's Gra venpolder. za, coll. KZGW, Zelandia Illustrata 11-1463 A. De positie van de Wijngaardranken in een Zeeuwse kamernetwerk rond 1500 Het Zeeuwse rederijkersnetwerk bereikte een eerste hoogtepunt met de Reimerswaalse wed strijd van 1507. De Middelburgse kamer viel hier in de prijzen, maar verder weten we niet welke kamers er aanwezig waren op dit rederijkersfeest. Evenmin weten we of de Reimerswaalse wed strijd deel uitmaakte van een jaarlijkse cyclus, zo als men die kende in Vlaanderen en Brabant en ook in Holland, zeker vanaf 15297" Na de Rei merswaalse in 1507 volgde een wedstrijd te Goes in 1518, te Middelburg in 1549 en opnieuw een te Reimerswaal in 15557' De laatst bekende wed strijd die voor de Beeldenstorm werd gehouden, vond plaats ergens in het midden van de jaren zestig in Kapelle." De rederijkerskamer van Kapelle maakte deel uit van een landschap van rederijkerskamers in kleine steden en grote dorpen, die elkaar wat in wonertal betreft niet veel ontliepen. Stadjes als Reimerswaal (1000? inwoners in 1569), Tholen (2000 inwoners in 1569) en Goes (1750 inwoners in 1569) waren waarschijnlijk niet zo heel veel groter dan de ambachtsheerlijkheid Kapelle (1500 inwoners rond 1508).23 In Zeeland bestonden de belangrijkste verschillen tussen stad en land in de stedelijke concentratie van bebouwde ruimte, ka pitaal, instellingen en rechten. De oprichters gingen er in 1508 van uit dat de Wijngaardranken spoedig zou worden opgeno men in de schoot van het Zeeuwse rederijkers wezen. Ze namen uit het Gentse statuut van 1448 niet voor niets een bepaling over om 'eenige to neel te speelen om prijs' op uitnodiging van an dere kamers. Ze voegden aan het statuut ook een bepaling toe, die rekening hield met de mogelijk Indien dit voorschr. gezelschap van de wijngaar dranke bezogt wordt van eenige andere gezellen van de konste uil andre kamers van retorijka, die zullen zij vriendelijk ontfangen, en goedcier doen, gelijk zij wilden dat men hen lieden doen zoude, en late ze vrij en kosteloos gaan, uit het gezelschap, voor de eerste reize, en komen zij noch tot andere diverse reizen, zo zullen zij mede gelden gelijk een ander broeder van de ka mer, in t'zelve dat daar verteerd zal worden. De Kapelse kamer kende regels rond interne rechtspraak en arbitrage. Een artikel in het Ka pelse statuut uit 1508, dat niet voorkomt in het statuut van Gent uit 1448, suggereert dat in de vroege zestiende eeuw het Zeeuwse rederijkers netwerk op regionaal niveau aan institutionalise ring onderhevig was. Het Kapelse statuut ging uit van een situatie waarin binnen een kamernet werk een stelsel van rechtspraak of arbitrage was opgezet:'1 Indien hem iemand van dit voorschr. gezelschap van de wijngaardranke onloffelijke of oneerlijk droege, dat zouden de regeerders met goeder kanse mogen sententieeren en zenden of doen zenden in andere kamers, om gesententieert te worden, ja of ten minsten uit het gezelschap te mogen royeeren en verjagen aanziende juistelijk t' werk en de grootheid van de misdaad. Toch is het onzeker of de ambitie tot deelname aan een interlokaal netwerk van kamers spoedig werd waargemaakt. We weten niets over het ei genlijke functioneren van het Zeeuwse netwerk. heid dat het gezelschap cloor broeders van elders bezocht kon worden:

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 28