64
rederijkers
7. Zie D. Coigneau, '9 december 1448: Het
Gentse stadsbestuur keurt de statuten van de re
derijkerskamer De Fonteine goed. Literaire bedrij
vigheid in stads- en gildeverband'. In: M.A.
Schenkeveld-van der Dussen (red.), Nederlandse
literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993,
103-108; en ook D. Coigneau, 'De statuten van
de rederijkerskamer De Fonteine worden officieel
erkend door de stad Gent. Rechten en plichten
van spelende gezellen'. In: R.L. Erenstein (red.),
Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien
eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaan
deren. Amsterdam 1996, 50-55.
8. A.C. van Dixhoorn, Voorlopig repertorium van
rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden.
Het repertorium is voor Holland grotendeels ge
baseerd op F.C. van Boheemen en Th.C.J. van
der Heijden. Retoricaal Memoriaal. Delft 1999; en
voor Zeeland op P.J. Meertens, Letterkundig leven
in Zeeland in de zestiende en eerste helft der ze
ventiende eeuw. Amsterdam 1943-
9. Het navolgende is gebaseerd op een afschrift
uit 1804 van de Kapelse oprichtingsakte uit 1508,
aanwezig in het archief van de Wijngaard
ranken.
10. J. Kleijntjes, 'Verslag over den godsdienstigen
toestand in Holland en Friesland'. Haarlemsche
bijdragen 59 (1940/1941) 52-101, aldaar 57-58; J.
Bijlo, Kroniek, van Kapelle-Biezelinge en Eversdijk.
Middelburg 1923, 211-212. Voor het gegeven dat
een geschreven tekst tijdens een opvoering ge
makkelijk kan worden aangepast, zie F. Kramer,
'Rigid readings of flexible texts. The case of six
teenth century comic drama'. In: B. Roest en H.
Vanstiphout (red.), Aspects of genre and type in
pre-modern literaty cultures. Groningen 1999,
33-46.
11. Dit woord is verwant met het Engelse 'club'
of het Nederlandse 'sociëteit' en betekende vol
gens het Middelnederlands Woordenboek zoveel
als 'besloten bijeenkomst'. Het had in deze pe
riode niets te maken met het kolfspel.
12. Zie voor het belang van de refreincultuur, D.
Coigneau, Refreinen in het zotte bij de rederijkers.
Kon. Ac. voor Ned. taal- en letterkunde, 6e reeks:
Bekroonde iverken, 111. Drie delen. Gent,
1980-1983; idem, '9 december 1448: Het Gentse
stadsbestuur keurt de statuten van de rederijkers
kamer De Fonteine goed', 106-107.
13. Ook het devotionele leven rond de patroon,
de maaltijden en dergelijke broederschapsactivi
teiten droegen natuurlijk bij aan het versterken
van de onderlinge band.
14. M. Spies, '"Op de questye Over de struc
tuur van l6e-eeuwse zinnespelen'. De Nieuwe
Taalgids 83 (1990) 139-150.
15. Het aantal regels omtrent het bewaren van de
eer van medebroeders in reglementen wijst daar
vermoedelijk ook op.
16. Voor didactische aspecten van rederijkerslite
ratuur, zie onder meer H. Pleij, 'Geladen ver
maak: rederijkerstoneel als politiek instrument
van een elite-cultuur'. Jaarboek, de Fonteine 25
(1975) 75-103; en vooral ook M. Spies (noot 14).
17. A. van Elslander, 'De Instelbrief van de Rede
rijkerskamer "De Fonteine" te Gent (9 december
1448)'. Jaarboek de Fonteine 6-7 (1948-1949)
15-22. Zie de tekst van het Kapelse statuut uit
1508.
18. Zoals bijvoorbeeld het artikel van Gent 1448
bij Van Elslander (noot 17): 'Jtem zo wie prijs jnt
gheselscip uphanght omme met hemlieden
dien te jugeerne wel verstaende dat met onrecht-
veerdighen dichte of doorpernie gheenen prijs te
winnene sal wesen.' Dit artikel wordt vrijwel let
terlijk overgenomen in Kapelle 1508, artikel 34:
'Zo wie prijs ophangt binnen de kamer, in t'ge-
zelschap om na te dichten om met hen lie
den te mogen helpen iugeren wel verstaande dat
niemand met onrechtveerdige dichten of dorper
heden den prijs zal mogen winnen, in geender-
hande manieren.'
19. Zie hiervoor G. Olson, Literature as Recre
ation in the Later Middle Ages. Londen 1982.
20. Retoricaal Memoriaal503- ga Leiden, Se
crete Archieven I, inv. no. 384. Vroedschapsboek,
5 januari 1530. 'Dat zyluyden mitten anderen ca-
meren van Hollant uyt verscheyden steden een
ordonnantie ende accorclatie hebben om jaerlicx
in een van denzelven steden te vergaderen ende
vrolic t'samen te wesen mit speelen ende anders.'
21. Meertens (noot 8), 71-154.
22. G.R.W. Dibbets, 'Een bruiloftsganger, een
krans en politieke actualiteit'. In: G.R.W. Dibbets
en P.W.M. Wackers (ed.), 'Wat duikers vent is dit!'
Opstellen voor W.M.H. Hummelen. Wijhe 1989,
passim.
23. Zie voor de bevolkingsaantallen bijvoorbeeld
C. Rooze-Stouthamer, Hervorming in Zeeland
(ca. 1520-1572). Goes 1996, 18-19.
24. Artikel 32 van het Kapelse statuut van 1508.
25. Archief Wijngaardranken. Afschrift uit 1792
van het gewijzigde statuut uit 1595. Aanhef van
het statuut.