PIET VAN STUIVENBERG
67
Een overzicht van de houten kunstwerken van Piet van Stuivenherg in het provinciehuis
Afmetingen
Ruimte
Aantal
(in cm)
Voorstelling
A 001*
1
10 x 75
visachtige vormen
A 003
1
10 x 75
visachtige vormen
A 005
1
10 x 70
vogelachtige vormen
A 006
1
20x88
vis en haan
A 040
2
18x88
vis en haan
voorhal
2
18 x 70
visachtige vormen trompet
depot
2
18x85
Orpheus zeemeermin
A 101**
1
10 x 75
uil en haan
A 103
2
10 x 70
gestileerd dier vleugelachtige vormen
A 104***
25
62 x 6
dieren uit de Ark. van Noach
A 104
2
25 x 6
dieren uit de Ark van Noach
Benedenverdieping; het betreft steeds panelen hoven (al dan niet gesloten) toegangsdeuren.
Eerste verdieping.
De voorstellingen betreffen vogels, vissen, roofdieren en slangen. Soms is per paneel één dier af
gebeeld, soms meerdere.
Maar iedere avond na half zes vond er een
vreemde ommekeer plaats. Hij moest - had
men ons verteld - in de 'put' langs de Rotter
damse Dijk wonen. Het was dus daarheen, dat
we op een donkere avond onze schreden richt
ten. De man, die opendeed, was Stuyvenberg
zelf, grijs, klein, eenvoudig. Hij droeg een oude
soldatenbroek en pantoffels. Levendig konden
we ons voorstellen, dat niemand op de destilleer-
derij, waar hij 28 jaar als brandersknecht werkte,
ook maar één seconde in hem een kunstenaar
gezien of vermoed had. Maand na maand en jaar
na jaar plakte hij daar aan de Lange Haven etiket
jes op jeneverflessen en likeurkaraffen en zwartte
hij lettertjes op kisten. Maar wanneer de klok
halfzes wees en de dagtaak ten einde was, vond
er een vreemde en wonderlijke ommekeer in
deze mens plaats. Dan week de brandersknecht
in hem; werd zijn rug rechter en zijn gestalte gro
ter: kwam er kracht in zijn dromerige ogen en
begon er iets van hem uit te gaan.-
Vanaf 1950 was Van Stuivenberg vrij kunstenaar.
Zijn doorbraak kwam namelijk in dat jaar. Hij
kreeg de opdracht voor het Huis der Provincie te
Arnhem daklijstversieringen te maken en de wa
pens van de 112 gemeenten van Gelderland. Met
dit werk begon hij in 1953; in 1955 rondde hij het
af. Vanaf die jaren kwamen de opdrachten met
regelmaat binnen. De architecten van de Rijksge
bouwendienst deden vaak een beroep op hem.
Hierin paste ook de opdracht van de Zeeuwse
Provinciale Griffie. Tussen 1959 en I960 maakte
hij de zestien reeds vermelde heraldische ge
meentewapens in kalksteen en de veertig reliëf
panelen in Japans eiken, waarop hij onder meer
de dieren van de Ark van Noach uitbeeldde. Hij
had in die tijd verschillende tentoonstellingen, in
binnen- en buitenland. In 1952 en 1954 expo
seerde Van Stuivenberg in Parijs, de eerste keer
als lid van de groep Vrij Beelden op de tentoon
stelling 'Réalités Nouvelles' en de tweede keer na
een persoonlijke uitnodiging. Er volgden exposi
ties in onder meer Brussel, Antwerpen en Middel-