SCHEDELMETINGEN
93
Daardoor was het zenuwstelsel ter plaatse in de
verdrukking gekomen. Het vernauwde stuk van
de wand verwijderde hij operatief, waarna de
klachten waren verdwenen. Dit was een interes
sante vondst. Het ging hier kennelijk, zo stelde
hij niet zonder trots, om een nieuw ziektebeeld.
Verbiest nam aan dat die abnormale vernauwing
in het midden van het lumbale wervelkanaal aan
geboren moest zijn. Maar dat riep de vraag op
hoe het kanaal er bij normale mensen uitzag.
i)e normale vorm zou alleen gevonden kunnen
orden door metingen aan een groot aantal wer-
elkolommen en daarvoor moest hij in het Anato
misch Laboratorium zijn, en wel bij de hoofd-
ssistent die zich voornamelijk bezighield met
metingen aan het menselijk lichaam.
Dat Verbiest bij Huizinga aanklopte voor meer
informatie over de afmetingen van het wervelka
naal, was een gebeurtenis die indruk maakte.
Verbiest, met zijn geweldige postuur, stapte uit
zijn in de hele stad bekende, enorm grote, zwarte
Amerikaanse auto. Hij was een bekende persoon
lijkheid in het universitaire Utrecht en zijn
nieuwe specialisme, de neurochirurgie, genoot
het hoogste aanzien van alle medische vakken.
Daarmee vergeleken behoorde destijds een niet-
klinisch anatoom als Huizinga tot het medisch
proletariaat. Laatstgenoemde was dan ook zeer
vereerd met het hoge bezoek aan zijn bescheiden
instituut. Zijn antropogenetische afdeling was niet
groter dan de woonkamer in een doorzonwo
ning. Enig eigen budget had hij niet en hij was te
trots om daarom te vragen.
Bij het gesprek met Verbiest mocht Vinken niet
aanwezig zijn. Hij hoorde slechts de conclusie:
het lumbale wervelkanaal zou moeten worden
opgemeten bij een groot aantal skeletten. Het
toeval wilde dat op de zolder van het Anatomisch
Laboratorium een groot aantal kisten met skelet
ten lag. Die van de negentiende-eeuwse kerkho
ven van Velp en Berkel bevatten een groot aantal
wervelkolommen in opvallend goede staat. Vin
ken verdween naar de zolder en vond 51 skelet
ten waarvan de lendenwervels compleet en on
beschadigd waren. Meer wervelkolommen kon
hij gaan opgraven in Zeeland. Met Huizinga ver
trok hij zuidwaarts, naar Nieuwerkerke op Schou
wen.
Nieuwerkerke-Schutje: de locatie
Bij Nieuwerkerke lag een lichte verhoging in het
land waarop honderden jaren geleden een kerk
had gestaan. Het oude dorp en de kerk waren
door een overstroming verdwenen, maar konden
op oude kaarten worden gelokaliseerd. Huizinga
en Vinken kregen ter assistentie een aantal
grondwerkers toegewezen. Zij groeven twee
lange sleuven op de plaats waar de vroegere
Atl).2. Pierre Vinken, begin jaren vijftig. Fotograaf onbe
kend.
kerk had. gestaan en door het kerkhof ernaast.
Daar werden een groot aantal, vrij gave skeletten
gevonden, die ook op de zolder van het insti
tuutsgebouw op het Janskerkhof in Utrecht wer
den opgeslagen.
Hun geploeter in de modder bleef niet onop
gemerkt. De Provinciale Zeeuwse Courant be
richtte op 30 maart 1951:
Sinds Dinsdag is er in de oude dorpskern van
Nieuwerkerk op Duiveland een belangrijk onder
zoek gaande. De Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek ving namelijk aan met een ge
deeltelijke opgraving van het oude kerkhof. Een
tiental arbeiders verrichten het graafwerk onder
toezicht van dr. Huizinga en diens assistent de
heer Van Vinken. Met grote belangstelling
volgen niet alleen de bewoners van deze streek
het opgravingswerk, maar ook in wetenschappe
lijke kringen ziet men geïnteresseerd toe, want de
resultaten kunnen veelbetekenend zijn."
Er staan twee foutjes in dit artikel. Vinken heet in
het artikel abusievelijk 'Van Vinken'. Belangrijker
nog is de fout in de plaatsnaam: de opgravingen
vonden niet plaats in Nieuwerkerk op Duiveland.
maar in Nieuwerkerke op Schouwen. Een on
bekende medewerker van het gemeentearchief