natuurkundig genootschap 83 verplichting waaraan vóór eind februari voldaan moest zijn. Het bedrag was gelijk aan de contri butie die de leden van het herengenootschap moesten betalen. Het lidmaatschap duurde één jaar. Aan het begin van het nieuwe seizoen kon men beslissen of men het lidmaatschap wilde voortzetten. Het was een gesloten genootschap: geen van de dames mocht in haar plaats de bij eenkomsten laten bijwonen door een ander. In- troducees werden slechts toegelaten als het om verwanten ging die van buiten Walcheren afkom stig waren." Het gezelschap bestond uit dames van 'Rang en goeden Smaak', die de geheimen der natuur wilden doorgronden, aldus Ballot. Wie waren deze dames? De eerste ledenlijst laat zien dat de meeste vrouwen onderling verwant waren." Bo vendien betrof het echtgenotes, zusters, dochters of dames die anderszins tot cle families van de le den van het Heren Physica behoorden. De hoogte van de jaarlijkse contributie geeft aan dat het om welgestelde inwoners ging. Vrijwel alle le den van het herengenootschap behoorden tot de kringen van lokale of provinciale bestuurders, rijke kooplieden en academici. De lessen zouden plaatsvinden in hetzelfde lo kaal waar ook de heren vergaderden en waar zich het instrumentarium bevond waarover cis. Ballot kon beschikken om zijn lessen te verleven digen. Bij de onderhandelingen inzake het ge bruik van het leslokaal werd de dames de keuze gelaten huur te betalen of een stel nieuwe globes van Adams te schenken ter uitbreiding van het instrumentarium. Nu het genootschap was opge richt en het bestuur gekozen, konden de lessen beginnen. De eerste bijeenkomst van het Dames Physica wordt gehouden op 9 november 1785. In zijn openingswoord benadrukt voorzitter Van de Perre nog eens het doel waartoe het genootschap was opgericht: kennis te nemen van die weten schap die meer dan welke andere wetenschap 'eenig inzien in de Grootheid en Wijsheid van de Schepper geeft'. Hiermee bedoelde hij dat de na dere bestudering van de natuur bij uitstek ge schikt was om de geheimen van de schepping te doorgronden, een vorm van wetenschapsbe oefening die niet alleen gesteund, maar ook on derwezen werd door diverse predikanten. De natuurwetenschappen, gebruikmakend van proef ondervindelijke waarnemingen, vormden de be langrijkste inspiratiebron voor zowel de verdie ping van het geloof als voor de uitbreiding van kennis van deze wetenschappen. Aan de hand van waarnemingen in de natuur probeerden de predikanten het godsdienstig denken van de ge lovigen te ordenen met de natuur als voorbeeld. Deze vorm van theologie werd ook wel fysico- theologie genoemd.9 Van de Perre stelt vervolgens in zijn toespraak dat er niet veel vrouwen zijn geweest die zich aangetrokken voelden tot de natuurkunde als wetenschap. Hij noemt enkele voorbeelden uit binnen- en buitenland. Voor Nederland verwijst hij onder andere naar Anna Maria van Schuurman (1607-1678) en de uit Frankfurt am Main afkom stige Maria Sibylla Merian (1647-1717), 'wier prachtige Werken aan haare natuurkundige Ken nis, en bekoorlijke Talenten, eene eeuwige eer aandoen!'"' Zoals gezegd vindt hij het noodzake lijk dat vrouwen in de gelegenheid worden ge steld hun kennis op dit gebied te verrijken. Nadat de heer Van de Perre de eerste vergadering heeft geopend, neemt Ballot op de volgende wijze het woord: 'Edele en aanzienlijke vrouwen en jonk vrouwen! Zo aanvaarde ik clan, op heden, den Post, mij door de Dames opgedraage. ik be ken, dames! Groot is cle taak, welke ik op mij ge nomen heb! Ik zal Dezelve moeten inleiden in cle Kennis der Natuur, in alle haar uitgestrektheid.'" Ook hij geeft aan dat het in ons land onge woon is om vrouwen van aanzien kennis te laten maken met deze vorm van het beoefenen van na tuurwetenschappen. Verder benadrukt hij dat het niet om gezellige bijeenkomsten zou gaan, maar om natuurkundelessen gericht op het verrijken van cle eigen kennis. Hij belooft cle natuurkunde zo duidelijk mogelijk en waar nodig met voor beelden, bepalingen, regels en wetten te zullen toelichten. Het door de dames gekozen boek van Noliet beschouwt hij als te uitgebreid en om slachtig, maar toch nuttig, daar de lessen van toe passing zijn op zeer veel zaken in het dagelijks leven. Verder stelt hij dat de te houden proeven niet tot vermaak dienen, maar om door middel van waarneming te laten zien wat er werkelijk tij dens zo'n proef gebeurt. Als werkwijze stelt hij voor niet alle hoofdstukken in dezelfde volgorde te behandelen, maar het boek slechts als een lei draad te beschouwen. Bovendien raadt hij af de te behandelen hoofdstukken van tevoren te le zen. De gebruikte terminologie is volgens hem bij de dames niet bekend en door het lezen zonder uitleg zou het een en ander misschien niet begre pen worden, waardoor het de tegenzin zou kun nen opwekken van de lezeressen. Ballot neemt zijn taak serieus. Hij is zich ervan bewust dat er enkele dames zijn die al iets van de natuurkunde weten, maar dat er ook dames zijn voor wie het een onbekend gebied is. Flij is vastbesloten zijn uiterste best te doen dit deze onwetenheid op te heffen. Het is geenszins de bedoeling dat de dames zelf proeven nemen of verhandelingen houden, zoals bij het Heren Phy sica gebruikelijk was.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 5