142 DF. ZEEUWSE NATUUJi jaar van haar bestaan een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt. Lag het accent aanvankelijk, tot in de jaren zestig van de vorige eeuw, op veiligstel len en ongestoord behouden van natuurgebie den, sindsdien is het natuur beheer, dat ernaar streeft om de natuurwaarden zo goed mogelijk tot ontwikkeling te laten komen, een steeds be langrijker rol. Daarbij wordt actief ingegrepen om een bepaald resultaat te bereiken. Bekende voor beelden zijn het doen begrazen van duin- en graslandgebieden door schapen, runderen of po ny's en het maaien van dijkbermen. Het voor naamste doel hiervan is het tegengaan van verrui ging, waardoor broedvogels en zeldzame planten betere kansen krijgen. De nieuwste vorm van natuurbeheer is natuur ontwikkeling. Deze heeft gedurende de laatste ja ren een hoge vlucht genomen. De noodzaak daartoe deed zich voelen omdat door stadsuit breiding, industrialisatie en wegenaanleg veel na tuurterreinen toch verdwenen, of werden ver kleind of versnipperd. Daardoor kwam de wens naar voren om ook gebieden zonder natuurwaar den te kunnen aankopen en in te richten tot nieuwe natuurgebieden. Het gunstige politieke klimaat heeft deze mogelijkheden sterk bevor derd. Was het zo'n twintig jaar geleden nog zo dat men bij het zien van een rij bulldozers in de polder allereerst dacht aan een ruilverkaveling, tegenwoordig is de reactie: 'Hier wordt blijkbaar natuur gemaakt.' Natuurlijk wordt natuur niet met bulldozers gemaakt. De onlangs overleden pro fessor Victor Westhoff sprak dan ook liever van 'ecologische milieubouw': het scheppen van een gunstig milieu voor ecologische ontwikkelingen. Maar veel natuurbouwers slaan deze stap in hun enthousiaste gedachtegang graag over. Een voorbeeld van recente natuurontwikkeling is het al genoemde gebied De Blikken. Typerend is ook de situatie in de Sophiapolder bij Oost burg, waar een moerassig graslandgebied dat twintig jaar geleden werd opgehoogd en inge richt tot akkerland, nu weer in de oude staat Afb.2. De Zonnestraalroute met bloeiende akkerranden i al een toeristische attractie geworden. wordt teruggebracht. Het spectaculairste natuur ontwikkelingsproject is echter het Plan Tureluur dat tot doel heeft nieuwe natuurgebieden te creëren langs de oevers van de Oosterscbelde Belangrijke onderdelen daarvan zijn het al ge noemde Stinkgat, de karrenvelden aan de zuid kust van Tholen en in het bijzonder de inrichting van het Prunjegebied op Schouwen, waar dt oude krekenstructuur weer zichtbaar wordt ge maakt en in korte tijd een nieuw vogelparadij; ontstaat. Natuurontwikkeling mag zich verheugen in een enorme populariteit onder de natuurbeschermers en geen wonder: in plaats van voorzichtig eer kwetsbaar natuurgebiedje te beheren, kan men nu grote oppervlakken uitgebreid op de schop nemen en je mag het aldus ingerichte gebied nog houden ook. Er begint een euforie te ontstaan met de houding van 'Natuur? Dat maken we we even!', met het gevolg dat men ook wat lichtvaar dig wordt over het verdwijnen van natuurgebie den. Natuurontwikkeling dient dus zowel tot vergro ting van het natuurareaal als ter compensatie van natuur die verloren is gegaan. Dit compensatiebe ginsel is voor beschermde natuurgebieden zelf; wettelijk vastgelegd: als door de uitvoering van werken natuurwaarden verloren gaan, moet dii verlies worden gecompenseerd. Dat die compen satie niet altijd van een leien dakje gaat, bleek bi de lancering van plannen om het verlies van na tuurwaarden bij de toekomstige verdieping van de Westerschelde te compenseren. Omdat bij deze werken belangrijke platen, slikken en schor ren verloren zullen gaan, kwam de gedachte naai voren om bepaalde polders langs de Wester schelde weer onder invloed van het getij te bren gen. Zelden zijn de emoties in Zeeland gedu rende de laatste vijftig jaar zo hoog opgelopen. Het woord 'ontpolderen' (oorspronkelijk gebruikt voor de spontane inundatie van het illegaal inge polderde Selenapoldertje in het Land van Saef- tinghe) riep hevige reacties op: 'Ze willen onze

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 24