Leeftijdsopbouw Zeeland, 1988
Leeftijdsopbouw Zeeland 1998
Leeftijdsopbouw Nederland 1988
Leeftijdsopbouw Nederland 1998
>EMOGRAFISCl IE ONTWIKKELINGEN
151
s.10 De gemeenten Oostburg en Sluis-Aardenburg
ïadden al in 1999 in plaats van een geboorte
een sterfteoverschot.11 De provincie Zeeland heeft
iverigens berekend dat voor de jaren na 2010 de
provincie als geheel een sterfteoverschot zal heb
ben, al zal dat voor deelgebieden als Tholen pas
ater het geval zijn.12
De gevolgen van de demografische ontwikkelingen
Het onderzoek van Thissen naar de ontwikkeling
van het nederzettingenpatroon heeft aangetoond
dat er in Zeeland vier woonmilieus te onderschei-
len zijn.11 Behalve regionale centra - Middelburg,
Vlissingen, Terneuzen en Goes - onderscheidt
rhissink drie typen woonmilieus, die hij om
schrijft als 'mooi', 'suburbaan' of 'schraal'. Ken
merkend voor een mooi woonmilieu is dat de
bevolking er vrij bemiddeld is en zich in een rela-
ief late levensfase bevindt. Nederzettingen die
towel aantrekkelijk zijn in cultuurhistorisch op-
icht als wat de natuurbeleving en recreatiemoge-
ijkheden betreft, hebben dit woonmilieu. De af
stand tot stedelijke centra speelt hierbij een
ondergeschikte rol, in tegenstelling tot het subur
bane woonmilieu dat zich tot zo'n tien kilometer
afstand van de stedelijke centra bevindt en wordt
bewoond door een relatief jonge bevolking met
een vrij goede inkomenspositie. Nederzettingen
met een suburbaan woonmilieu hebben verder
dezelfde aantrekkelijke kenmerken als een mooi
woonmilieu. Het schrale woonmilieu wordt
gekenmerkt door een vergrijsde en weinig be
middelde bevolking. Nederzettingen die tot dit
woonmilieu horen, liggen ver van de regionale
stedelijke centra en zijn het minst aantrekkelijk in
cultuurhistorisch opzicht en qua natuurbeleving
en recreatiemogelijkheden.
Als we de regionale centra onderling vergelij
ken, blijkt Vlissingen het meest stedelijke karakter
te hebben. Deze stad heeft relatief meer samen
wonenden en eenoudergezinnen. Daarnaast is
het een studentenstad en mede dankzij de grote
instroom van buitenlandse studenten bij de Ho
geschool Zeeland heeft deze stad een hoge bui
tenlandse migratie. Vlissingen heeft bovendien
de hoogste bevolkingsdichtheid. Goes heeft het
minst stedelijke karakter, aangezien hier geen
concentratie eenoudergezinnen en minderheden
is en zowel de bevolkingsdichtheid als de bebou
wingsdichtheid het laagst is van die in de vier ge
noemde steden. De kenmerken van Terneuzen
liggen het dichtst bij die van Goes. Middelburg
komt in de buurt van de Vlissingse situatie. De
vier steden hebben alle een hoger percentage ou
deren dan de andere gemeenten. Verzorgingshui
zen, serviceflats en dergelijke komen relatief
meer in de steden voor dan daarbuiten.
Zeeland is de meest vergrijsde provincie van
Nederland: het aandeel van mensen ouder dan
65 is er het hoogst. Bijna de helft van de groep
65+
15%
40 - 64 jaar
28%
0-19 jaar
27%
20 - 39 jaar
30%
65+
16%
40 - 64 jaar
33%
0 -19 jaar
24%
20 - 39 jaar
27%
65+
13%
40 - 64 jaar
28%
0 -19 jaar
27%
20 - 39 jaar
32%
65+
13%
40 - 64 jaar1
31%
0 -19 jaar
24%
20 - 39 jaar
32%
Figuur 2. Leeftijdsverdeling Zeeland versus Nederland, 1988 en 1998 (bron: cbs).