TIEN JAAR ZEELAND, ZEELAND TIEN JAAR (1991-2001)
'Zeeland is rijp voor Zeelandmeldde de interim
redactie in het nulnummer van de eerste jaargang
van Zeeland in 1991- Zeeland werd geboren uit
onbehagen over de geringe invloed die het Ko
ninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschap
pen bezat in het Zeeuws Tijdschriftwaarop men
voor de leden een collectief abonnement had.
'Het Genootschap acht nu de omstandigheden en
de tijd rijp om naast het Archief en de Werken
een tijdschrift in het leven te roepen waarin plaats
is voor korte artikelen over een veelheid aan on
derwerpen, geschreven in een heldere stijl, aan
sluitend bij de nog slechts korte traditie van de
wetenschapsjournalistiek', zo heette het in de in
leiding. Door een eigen tijdschrift uit te geven,
hoopte men de onderlinge samenhang van de ge
ledingen in het Genootschap te bevorderen. Vier
afleveringen per jaar bleek een haalbare kaart te
zijn, met zo af en toe een nummer gewijd aan een
bepaald thema. Zeeland werd een tijdschrift dat
zich op alle leden van het Genootschap richt en
in de keuze van onderwerpen een breed publiek
bedient. Geschiedenis, sociaal-economische as
pecten, muziek en taal. archeologie en de genoot
schapsverzamelingen zijn allemaal onderwerpen
die regelmatig aan bod zijn gekomen. Ook is er
plaats voor belangrijke culturele actitiveiten (de
Agenda) en het bespreken van publicaties die van
belang zijn voor Zeeland. Het feit dat Zeeland in
middels toe is aan zijn elfde jaargang, is vooral
ook te danken aan de niet aflatende inzet van de
redactieleden van het eerste uur. Zij hebben uit
het niets een tijdschrift het licht doen zien en
daarmee de basis gelegd waarop de huidige re
dactie voortwerkt. Het tienjarig bestaan van Zee
land vormt voor de redactie aanleiding om in dit
speciale, extra dikke nummer aandacht te beste
den aan enkele aspecten van tien jaar Zeeland.
Het besluit om een themanummer te wijden
aan de periode 1991-2001 houdt altijd keuzes in.
Er wordt bewust aan bepaalde thema's aandacht
geschonken, waarbij we deskundigen bereid heb
ben gevonden hierop hun licht te laten schijnen.
De opgenomen artikelen weerspiegelen de ont
wikkelingen in de jaren negentig. Zo zijn er bij
dragen opgenomen die ingaan op sociaal-econo
mische aspecten, zoals de ontwikkeling van de
bevolking en van de landbouw. Han Luijk con
stateert in zijn bijdrage dat de vergrijzing van de
Zeeuwse bevolking ook in de jaren negentig
heeft doorgezet. Jongeren verlaten Zeeland meer
dan dat ze zich er vestigen. De toestroom van
vooral vijftigplussers,- maar ook van jonge gezin
nen is vooral te danken aan de aantrekkelijke
kenmerken van Zeeland, de open ruimte, rust en
natuur. Door juist die te handhaven, zal de rela
tieve groei van de Zeeuwse bevolking kunnen
toenemen; dat zal een stuk eenvoudiger blijken
te zijn dan de tekorten op het gebied van oplei
ding en werk te verkleinen. Wat betreft de ont
wikkelingen in de landbouw, ziet Han Wiskerke
de jaren negentig als een keerpunt. In deze pe
riode drukten nieuwe maatschappelijke normen
en waarden in toenemende mate hun stempel op
de contouren van landbouwontwikkeling. Dit
houdt volgens hem in dat juist de achterblijvers
van weleer, de 'zuunige' en arbeidsintensieve
boeren, de blijvers zullen blijken te zijn. Het zijn
immers de kleine bedrijven die allang voor het
spoor van verbreding hebben gekozen (mini-
campings, kaasverkoop en dergelijke) en dus
flexibeler zijn en niet meer eenzijdig afhankelijk
van de prijsontwikkeling van de akkerbouwpro
ducten. Ook wordt in dit nummer ingegaan op
de veranderingen die hebben plaatsgehad in het
denken over natuur en landschapsinrichting, en
tot welke gevolgen die in Zeeland hebben geleid.
Immers, het besef dat de in Nederland aanwezige
natuur actieve bescherming behoeft, is in de ja
ren negentig gemeengoed geworden, 'een gou
den tijd voor de natuurbescherming', in de woor
den van Ad Beenhakker. Helaas moet hij ook
concluderen dat de diversiteit van de Zeeuwse
natuur echter blijft achteruitgaan, als gevolg van
de toenemende milieudruk. Speciale aandacht
besteedt Jeanine Dekker aan het thema van (de
perceptie van) de Zeeuwse identiteit. Het is vol
gens haar maar de vraag of er een authentieke
Zeeuwse identiteit bestaat. Wel is er een sterke
beléving van een identiteit die men zich stukje bij
beetje heeft toegeëigend en die men voortdurend
herschept. Op deze tendens tot accentuering van
het Zeeuwse, binnen het kader van de toene
mende globalisering, is ook het Genootschap
(onbewust) ingesprongen: binnen die tijdgeest is
het tijdschrift Zeeland ontstaan.
Keuzes maken houdt ook in dat wordt voorbij
gegaan aan andere onderwerpen. Dit gebeurt om
uiteenlopende redenen, die niet alleen van prak
tische aard zijn. Pas na verloop van vele jaren zal
namelijk duidelijk worden welke ontwikkelingen
in het laatste decennium nu werkelijk bepalend
voor Zeeland zijn geweest. Het gaat hier om een
van de beperkingen die inherent is aan heden
daagse geschiedschrijving. Hoe belangrijk zijn bij
voorbeeld de veranderde stedenbouw (Vlissingen
en Terneuzen) en de bestuurlijke herindelingen
(waterschappen en gemeenten) geweest, of het
veranderde denken over cultuur en toerisme, om
er maar enkele te noemen. De uitdaging om de
betekenis van ook deze typische jaren-negentig
verschijnselen nog eens te belichten, laten we in
de toekomst graag aan anderen over.
De redactie