156
rudolf .schönberg
Afb.2. Hardzeilwedstrijden voor hoogaarzen. Ets R. Schönberg. za, coll. kzgw, Zel. 111. 1998/15-20.
Schönberg zo kenmerkt. In deze tijd was er in
Veere sprake van een internationaal artistiek kli
maat. Dat was ook niet verwonderlijk, want het
kleine historische en schilderachtige stadje met
een direct, weids uitzicht op het water vol houten
schepen met getaande zeilen, moest wel kunste
naars aantrekken. Er werden tal van tentoonstel
lingen georganiseerd in 'De Struys' en 'Het Lam
metje', waardoor ook werk van schilders van
elders naar Veere kwam. Vooral de kunsthande
laar Alberts Ochs en - vanaf 1921 - zijn dochter
Alma Frances Oakes speelden hierbij een belang
rijke rol. Ook Schönberg kwam regelmatig op de
exposities in de twee Schotse Huizen.12 Er werd
toen zelfs beweerd dat er maar twee plaatsen op
de wereld zijn waar de moderne kunstenaar le
ven kan: Parijs en Veere!"
Aardig is dat toen de Brusselse schilder en gra
ficus Jacques Muller (1930-1997) in 1964 te Brus
sel een tentoonstelling van zijn werk hield, juist
Schönberg werd genoemd als een van zijn voor
gangers die ook naar Nederland ging om het ma
ritieme leven op de etsplaat vast te leggen."
Maar er kwamen meer bekenden naar Veere,
niet alleen beeldende kunstenaars. Schönberg
was bevriend met de schrijver Hendrik Willem
van Loon (1882-1944), die regelmatig in Veere
neerstreek en naar wie de tegenwoordige Van
Loon Hardzeilwedstrijden voor hoogaarzen en
andere oude platbodemzeilschepen op het Veerse
Meer zijn genoemd. De historicus Van Loon
schreef, vooral voor Amerikanen bedoelde, po-
pulair-wetenschappelijke werken over de Neder
landse geschiedenis en kunst, die hij zelf illus
treerde met pentekeningen. Van Loon was naar
Connecticut in Amerika geëmigreerd (waar hij
zijn huis 'Nieuw Veere' had genoemd), maar
kwam nog regelmatig naar Nederland terug,
vooral naar Veere. Van 1927-1932 bezat hij het
huis 'De Houttuyn' aan de Kaai. Schönberg en hij
konden kennelijk niet alleen over kunst praten,
maar ook over hun liefde voor schepen. Daar
naast hadden zij gemeenschappelijke vrienden in
Jo en Hein Verlinde en vonden zij elkaar in hun
felle anti-Nazihouding.15
Schönberg bezat ook zelf een schip. In 1929
liet hij in Tholen, op de werf van Melis van Dui-
vendijk, een kleine hoogaars van negen meter
bouwen, die hij de Dolfijn (of Dolfijntje) noemde.
Van Duivendijk is een bekend geslacht van
scheepsbouwers: generatieslang bouwden zij
houten vissersschepen, meest hoogaarzen. Vanaf
het midden van de negentiende eeuw hadden zij
bouw- en reparatiewerven in Zierikzee, Tholen
en Bruinisse. In het begin van de twintigste eeuw
voeren er nog tal van typen hoogaarzen in de
Zeeuwse wateren, zoals de Arnemuidse, Tho-
lense, Zeeuws-Vlaamse hoogaars, Oost-Duivelan
der en Lemsterhoogaars. Door zijn belangstelling
voor schepen en met zijn oog voor detail trachtte
Schönberg juist de verschillende soorten vissers
schepen in beeld te brengen. In twee prenten
beeldde hij respectievelijk 14 en 35 typen platbo
dems af ter vergelijking. Zijn eigen schip was een
hoogaarsjacht, een kleiner type hoogaars met
gladde in plaats van overnaadse boorden en met
een rond achterschip. Op een van zijn vele schet
sen van oude vissersschepen tekende Maurice
Seghers het schip van Schönberg, een van de
kleinste hoogaarzen die ooit is gebouwd. De
Dolfijn (genoemd naar Dolf?) bestaat nog steeds
en is sinds 1991 eigendom van het Nationaal
Scheepvaartmuseum in Antwerpen en staat naast
het museum te pronk. Nog in 2000 is het hoog
aarsjacht volledig gerestaureerd bij de werf van
Jan Vandamme te Zeebrugge.16