\UDOLF SCHÖNBERG
157
Maritieme voorliefde
n totaal heeft Schönberg meer dan tweehonderd
itsen gemaakt. Hiervan hebben er in ieder geval
75 onmiskenbaar Zeeland als onderwerp. Zij to
nen de havens, schepen, wateren en mensen in
Zeeland. Schönberg reisde, meest met schippers
pet en pijp, steeds met een schetsboekje op zak.17
Zijn belangstelling ging vooral uit naar het leven
op en aan het water. Vanaf de wal en vanaf zijn
hoogaars maakte hij de schetsen, die hij dan
eelal in de winter in Brussel uitwerkte tot etsen.
Zijn meest gebruikte technieken waren ets en
Iroge naald (vaak beide), een enkele keer ge
bruikte hij de aquatint en de burijn. Vooral uit
ijn drogenaaldwerk (waarbij rechtstreeks in de
blaat wordt gekrast) straalt een energiek beeld.
Zijn etsen zijn wat gelijkmatiger en rustiger van
aard. De ets gebruikte hij vooral voor sfeerteke
ning, de droge naald voor het meer documentaire
werk. Het formaat varieert van klein (circa 5x8
centimeter) tot groot (tot circa 35 x 45 centime
ter). De meeste zijn circa 15/20 x 20/25 centime-
er. Dikwijls bleef hij zijn werk perfectioneren.
Van veel etsen bestaat een vierde, vijfde en zelfs
een zesde staat. Slechts weinige vond hij kenne
lijk al in een keer goed. Het aantal afdrukken per
etsplaat varieerde van circa vijftig tot tachtig.
Meestal signeerde hij zijn werk alleen met pot
lood op de afdruk, enkele ook met de etsnaald
op de plaat zelf. In de regel spelde hij zijn naam
als 'Schönberg', soms als 'Schoenberg'. Van zijn
grafiek dateert zijn oudste werk van 1923, het
laatste van 1941.
Schönberg maakte eigenlijk twee typen gra
veerwerk: gedetailleerde scherpe afbeeldingen en
wat lossere vergezichten (al zijn deze laatste niet
alle even treffend). Het zijn bijna alle maritieme
voorstellingen. Met veel oog voor details van
houtwerk en tuigage beeldde hij de diverse
scheepstypen af - hoogaarzen, hengsten, blazers,
lollen, aken, tjalken, botters en schokkers. Zijn
kennis van de schepen was groot. Hij was ook
bevriend met Veerse en Arnemuidse vissers. Na
de afsluiting van het Sloe vonden veel vissers
schepen uit Arnemuiden een thuishaven in Veere.
De Zeeuwse schepen situeerde hij vooral voor
Veere en in het Veerse Gat, maar hij maakte ook
afbeeldingen van de havens van Arnemuiden,
Tholen en Bruinisse.
Veel etsen hebben mensen als onderwerp:
Zeeuwse vissers en vissersvrouwen in kleder
dracht. Een aparte ets (waarvan er maar liefst
acht staten zijn) maakte Schönberg van een visser
als 'reclame' voor de in 1932 opgerichte Belgi
sche Maatschappij der Marineschilders, en zelfs
die plaatste hij in Veere. Hij portretteerde men
sen, schepen en vergezichten op het water, zon
der dat hij het belangrijk vond dat ook de omge
ving herkenbaar in beeld werd gebracht, hoewel
Afb.3. Havenhoofd van Veere. Circa 1935. Ets en droge
naald R. Schönberg. za, coll. kzgw, Zei. 111. Aanw. 1998/
15-11.
hij wel hechtte aan de realiteitswaarde daarvan.
Hij heeft ook een tweetal vogelvluchtkaarten van
de Zeeuwse eilanden en van de Vlaamse banken
gemaakt. Dat hij zelf een zeiler was, blijkt uit de
details van boeien, bakens, stromen en ondiep
ten. Ook het gezichtspunt van sommige prenten
verraadt dat hij zelf zeilde. Slechts een enkele
maal ontbreken schepen, zoals bij een drietal
grote etsen van het Veerse stadhuis.
Van zijn prenten gaat een zekere rust uit. Het
zijn haast bevroren momenten van stilte. Wan
neer hij vooral de schepen wil afbeelden, zijn er
meestal geen mensen op te zien. Vaak is er een
kalme zee, er spreekt rust uit, ook van cle men
sen die zijn afgebeeld - wellicht is hier nog
sprake van de invloed van Gerard Jacobs. Naar
aanleiding van een tentoonstelling van zijn werk
in 1934 schreef een journalist dat men vooral
Schönbergs feillooze teekening en de delicate
nuanceering zijner zwarten bewonderen (zal).
Slechts wie volmaakt het vak beheerscht, zal in
een ets het ingewikkelde lijnenspel der takeling
aandurven!"8 'Zijn werk mag dan ook worden be
stempeld als een loflied op de schoonheid van
de zee, de schepen en het vissersvolk', oordeelde
een krant in 1950." Zijn maritieme voorliefde zat
er overigens al vroeg in. Zijn militaire dienst ver-