kudolf schönberg 159 trengst ontvangen. De andere platen zijn in 1958 loor de afdeling Chalcografie aangekocht." Van le 33 door het Genootschap aangekochte pren ten hebben er achttien schepen, havens en wer en als onderwerp, terwijl op tien ervan perso nen staan afgebeeld (waaronder een portret van dein Verlinde), verder een gezicht op Veere en net stadhuis, de twee vogelvluchtkaarten en een kerstmiswens voor Hein en Jo Verlinde. Eigentijdse erkenning van zijn artistieke gaven dijkt onder meer uit het feit dat al tijdens zijn le ven verscheidene tentoonstellingen van zijn werk zijn georganiseerd, onder meer in Brussel (in de laren twintig en dertig onder andere in de gale rieën Kodak, Louis Manteau, Salie Mommen, De- henne en Galerie d'Egmont), Gent, Parijs, Rotter dam (Ad. Donker, de Eendracht en Van Marle, de Stille Baan) en Vlissingen (Kunstkring Het Zui den). Sinds zijn lidmaatschap van De Grafische exposeerde hij ook jaarlijks in het Stedelijk Mu seum te Amsterdam, waar de prijzen van zijn et sen varieerden van 12,50 tot 40.23 In een be spreking van de tentoonstelling bij Kunsthandel Ad. Donker in Rotterdam in 1935 wordt zijn 'scherpe waarneming en onderscheiding' ge noemd, met 'eerbied voor een detail'. Hij trachtte de topografische juistheid van zijn onderwerpen zo goed mogelijk weer te geven. Het was hem met zijn havenstroom- en zeegezichten in de eer ste plaats om de precieze reproductie van het ob ject, zooals dat stoffelijk bestaat, te doen'.-' Voor de tentoonstelling in de Brusselse Galerie d'Eg mont in 1936 maakte hij een ets waarop hij zelf op de rug is te zien, gezeten op zijn eigen hoog- aarsjacht de Dolfijn. Op een andere ets beeldde hij zichzelf aan het werk af, zittend aan een tafel. Op zijn briefpapier stond linksboven een dolfijn afgebeeld en rechtsboven de tekst 'Dolfijn n r.y.c.b.'. Na zijn dood werd een catalogus van zijn ets kunst samengesteld. Voor het te publiceren over zicht van zijn werk door prof. dr. Louis Lebeer, verschenen in 1946 aankondigingen, zowel in het Nederlands als in het Frans.25 Het prachtige over zichtswerk kwam uiteindelijk uit in 1949 en bevat een beschrijvende catalogus van Schönbergs ge hele grafische oeuvre, in totaal 212 etsen.2" Le beer, hoofdconservator van het Rijksprentenkabi net van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel en lector geschiedenis van de grafische kunsten aan de universiteiten van Gent en Luik, meende dat Schönberg om twee redenen recht had op een gedenkteken: vanwege zijn verzetswerk tijdens de oorlog als mens en vanwege de hoge kwaliteit van zijn werk als kunstenaar. Hij wist wat hij etste en kon dat met een bijzondere, subtiele gevoelig heid weergeven. 'Le bateau, il en connait toute l'anatomie, tous les mouvements, toutes les vo- lontés, toutes les humeurs. II connait tous les plis d'une voile enroulée, il sait comment line voile pend, comment le vent la gonfle. II n'ignore au- cune fonction des cordages, il sent comment l'eau mouille et porte la coque, dont il aime l'or- nementation éventuelle. Ainsi il lui est donné de pouvoir créer le bateau d'après son authentique vérité...', schreef Lebeer in zijn inleiding. Het boek met circa 75 reproducties van zijn etsen en twee afbeeldingen in kleur van aquarellen, kostte destijds 250 Belgische francs. De oplage bedroeg vijfhonderd stuks. Een luxe uitgave op Oudhol lands papier, in een genummerde oplage van ze stig, bevatte twee originele etsen, gedrukt door meesterdrukker M.G. van Campenhout. De inte kenaren, grotendeels vrienden van Schönberg,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2001 | | pagina 45