Naam en prent De griffioen is een heraldische figuur, een dier voorstellend niet het bovenlijf van een adelaar, de oren van een paard en het onderlijf van een leeuw. Hij symboliseert felheid, snelheid en kracht. De buitenplaats De Griffioen dateert uit het midden van de zeventiende eeuw. Er bestaan van dit huis geen zeventiende- of achttiende-eeuwse gravures. Dat is opmerkelijk. Hermanus van de Putte, die in 1692 als eigenaar wordt genoemd, had voldoende financiële middelen om zich een plaats in een kroniek, bijvoorbeeld in de Cronyk van Smallegange, te verschaffen.4 Dat de buitenplaats aan het eind van de zeventiende eeuw bestond, is zeker: op de kaart van Cornelis Goliat die in de Cronyk van Smallegange is opgenomen, staat het huis duidelijk afgebeeld. Het is mogelijk dat Van de Putte als eigenaar geen gravure heeft laten maken, omdat hij op het moment waarop Goliat zijn kaart maakte, nog geen eigenaar was. Het kan ook zijn dat hij het bestaande huis niet mooi genoeg vond en wilde wachten tot de buitenplaats verbouwd was. Op de kaart van Goliat heeft het huis twee trapgevels en is het voorzien van een achterhuis. Tevens is een huisje te zien dat gedeeltelijk boven de Domburgse Watergang was gebouwd. Achter de buitenplaats was een tuin aangelegd, terwijl aan de andere kant van de Domburgse Watergang, 'Overwater' geheten, ook een grote tuin is getekend. Deze hoorde eveneens bij het huis. De tuinen vertoonden de kenmerken van de renaissancetuin buiten de steden.5 Ze bestonden uit een complex van vierkanten en rechthoeken binnen een haag. Het huis gaf uitzicht op de tuin. Een zichtlaan verdeelde de tuin achter het huis in twee gedeelten. Deze tuin was omzoomd met bomenlanen. Het midden van de tuin kwam niet uit op het midden van het huis. 'Overwater' bestond uit een samenstel van moestuinen en een boomgaard, doorsneden met rechte lanen. De tuin was aan drie zijden omringd door water. De zuidzijde was afgesloten met een boomgaard. Walcherse Arkadia ln de Walcherse Arkadia, in de jaren 1715-1717 geschreven door de Vlissingse predikant Mattheus Gargon, wordt de buitenplaats De Griffioen bijzonder geprezen, ln dit boek worden 'oorspronk, heerlijkheden, ambachten, vliedbergen, dijken, stroomen, zeeden, rechten, aanwassen, grondbraken, lusthoven, oudheden enz. van Walcheren nagespoort en opge- heldert'. Gargon beschrijft de route die de Middelburgse burgerij in de zomer over Walcheren placht te maken om de lezer op de hoogte te stellen van het schone arcadische platteland van Walcheren. Het centrale logeeradres in de Arkadia is De Griffioen. Uit zijn beschrijving blijkt dat de tuin inmiddels was veranderd. Wanneer men van de vest naar binnen wilde, kwam men door een buitenpoort. Links van het huis was een wijngaard met een kas met druiven. 'Daarvandaan kwamen zij in een vermaaklijk Speelhuis, dat zijn uitzicht op de buurhoven en wijduitgestrekte weiden had, en van den stil stromenden watergang bespoelt wierd.' De watergang zat vol vis, maar er werden geen fuiken uitgezet, omdat die de watergang zouden kunnen verstoppen. Er werden schep en sleepnetten gebruikt, die 'ons visch genoeg verschaffen'. Aan het eind van de tuin stond een dubbele rij sinaasappelbomen, terwijl de manteling voorzien was van palm- en bloemperken. Beelden en vazen versierden er de tuin. Rechts van het huis bevond zich een uitgestrekte vijver, met aan beide zijden een groenvoorziening, en voortwandelende kwamen zy by een schoon lust-prieel, dat aardig gebouwd, en nog aardiger geschilderd was: want de Pylaaren, die op 't hout alleen geverwd waren, scheenen uit den grond uit te schieten, en 't gebouw te onderschragen. Het Prieel had de gedaante van een Tempel, daar eenige beelden stonden, die ieder als uitnodigden, om in te treden, en niet alleen de genoeglijkheid van den Hof te genieten, maar ook aan het uiteinde van eene lange hooge dreef een groot gedeelte van Middelburg te zien.' Aan het eind van de vijver, rechts van de buiten poort, stond een levensgroot beeld. Linden beschutten het huis tegen weer en wind en zorgden voor een koele ingang.6 De eigenaar Hermanus van de Putte wordt in de Arkadia 'Heerman' genoemd. Hermanus van de Putte en Maria van den Brande Hermanus van de Putte, door F. Nagtglas een kundig en achtenswaardig man genoemd, en Mattheus Gargon waren zeer goede vrienden. Hermanus en zijn vrouw Maria van den Brande, die aan kanker leed, hadden in 's-Hertogenbosch kennisgemaakt met de predikant Mattheus De buitenplaats De Griffioen 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 12