Tot de erfenis van haar oom Jacob van Reigersberg
behoorden het middeleeuwse kasteel
Westhove bij Oostkapelle en het statige huis
De Commanderij bij de Sint Pieterskerk,
thans het Hofplein. Het echtpaar liet de architect
Jan Pieter van Baurscheit de Jonge dit huis
zo schitterend verbouwen dat het een klein
paleisje werd. Veel van deze grandeur is
nog te zien in het huidige Zeeuws Archief.
De Commanderij werd het woonhuis van het
echtpaar, zodat het slechts incidenteel op de
buitenplaats De Griffioen vertoefde.20
In 1768 werd Johan Adriaen benoemd tot represen
tant van de Eerste Edele van Zeeland. Hij trad
aldus op als vertegenwoordiger van stadhouder
Willem v in Zeeland, een belangrijke politieke
functie. Voor deze zware post, die hij tien jaaT
heeft bekleed, ontving hij een traktement
van 6.000 per jaar. In 1778 verzocht hij van
deze post te worden ontheven. Hij heeft zich
daarna vooral beziggehouden met sociale en
wetenschappelijke activiteiten, zoals natuur- en
sterrenkunde. Van Westhove maakte hij een
weerkundig waarnemingsstation. Tevens had hij
een stimulerende invloed op wetenschappelijke
instellingen en organisaties zoals de Teeken
academie en een Middelburgs departement van
het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen.
Hij kocht in de Latijnse Schoolstraat
een groot herenhuis, waar organisaties van
wetenschap en kunst onderdak konden vinden:
het Musaeum Medioburgense.
Johan Adriaen van de Perre overleed in 1790, Jacoba
van den Brande in 1794. Zij liet bij 'Testament in
dato 7 april 1791 de buitenplaats genaamd
de Griffioen, staande en gelegen nevens de
Domburgsche watergang, aan de Buitensingel
tusschen de Langevyle en Seyspoort deser Stad,
groot vier gemeten en 228 roeden benevens de
weijen van vier gemeten Twintig roeden aan de
Watergang over de koepel leggende, met de beel
den en Tuinsieraden' na aan ds. J. de Fremery.21
Johannes de Fremery
tegenover elkaar stonden, door de prinsgezinden
geplunderd. Hij was geen felle patriot en
had nauwelijks laten merken welke kant hij
had gekozen. In zijn gebeden bad hij voor
de stadhouder en vermeldde daarbij 'God maakte
hem zoals hij wesen moet', zonder alle eretitels
van Willem v op te sommen. Tijdens de rellen
werden huis en inboedel geheel vernield.
Alleen zijn kostbare bibliotheek bleef behouden.
Toen er onder de plunderaars stemmen opgingen
die de mildheid van De Fremeiy benadrukten,
reageerden sommigen met de woorden:
'Dit alles is al lang uitgescheten en vergeten.'
Op de vlucht naar Holland werd De Fremery
bij Arnemuiden tegengehouden en deerlijk
mishandeld.22 Pas een jaar later keerde hij naar
Middelburg terug, waar hij zijn predikambt
hervatte.
Figuur 6.
Ontwerp voor een beeldhouwwerk ter nagedachtenis aan
Johannes de Fremery. za, coll. kzgw, z.l.-rv, 385.
Johannes de Fremery was in 1779 als
predikant naar Middelburg gekomen. Hij was
vanuit Zierikzee beroepen om de plaats van
ds. J. Willemsen in te nemen. Tot aan zijn
overlijden in 1819 was De Fremery in Middelburg
werkzaam. Hij was een vrijgevig man en bedeelde
vooral de armen goed. Zijn huis werd in 1787,
toen patriotten en prinsgezinden nogal fel
ln 1804 werd De Fremery tevens benoemd tot
hoogleraar in de godgeleerdheid aan de lllustre
School, een functie die hij in 1805 aanvaardde
met een oratie in de Nieuwe Kerk. Hij was de
laatste hoogleraar aan deze school die benoemd
werd, aangezien een Koninklijk Besluit in 1808
verdere aanstellingen van professoren en lectoren
verbood. De Fremery was als predikant en
kanselredenaar bijzonder geliefd.23 'Onze dier-
16
De buitenplaats De Griffioen