Aanwinsten ruilverkeer
G.G. Trimpe Burger- Mekking
Voor het Zeeuws Genootschap is het steeds
weer een heuglijk feit een nieuwe ruilpartner te
begroeten. Dit keer gaat het om het Historisch
Genootschap Roterodamum, dat behalve
een driemaandelijkse Kroniek, samen met het
Gemeentearchief Rotterdam het Rotterdams
Jaarboekje uitgeeft, dat gezien de prachtige
uitvoering en de zeer gevarieerde inhoud een
welkome aanwinst voor het boekenbezit van het
Genootschap is. Omdat Rotterdam in 2001
de culturele hoofdstad van Europa was, heeft
de redactie besloten ter gelegenheid hiervan
het 'Mengelwerk' een cultureel aspect te geven.
Erasmus, de Rotterdamse cultuurdrager bij
uitstek, mocht natuurlijk niet ontbreken.
Deze geleerde behaalde zijn doctorstitel in
Turijn en dit leidde in de negentiende eeuw
tot een reeks vermakelijke ontwikkelingen.
In een tweede artikel komen internationale
politiek, herinneringen aan het Gentse altaarstuk
'Het Lam Gods' en een uitheemse potten
bakkerstechniek samen in een beschouwing over
een Rotterdams tegeltableau, 'ln duijsent
vreesen', dat uit het begin van de zeventiende
eeuw dateert. De intellectuele bloei van
Rotterdam blijkt in de tweede helft van de
zeventiende eeuw zelfs transatlantische invloed
uitgeoefend te hebben en wat denkers in de
nieuwe wereld daarvan maakten, kunt u lezen in
het enige Engelstalige stuk uit het jaarboek.
Het voorwerk van dit Jaarboekje 2001 bevat
gebruikelijke gegevens zoals de samenstelling van
het gemeentebestuur en een jaarverslag van het
Historisch Genootschap Roterodamum.
De in het Engels uitgegeven Berichten van de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodem
onderzoek, Vol. 44, Amersfoort 2000-2001
(560 pagina's met veel afbeeldingen) bevat drie
artikelen: P.J. Woltering, 'Occupation Histoiy
of Texel, rv, Middle Bronze Age - Late iron Age
(1350-100 BC)'; R.S. Hulst, 'The Castellum at
Arnhem-Meinerswijk: the remains of period 5';
B. Goudswaard, R.A.C. Kroes and H.S.M.
van der Beek, 'The Late Roman bridge at Cuijk'.
De zeer uitgebreide onderzoekingen op Texel
hebben onder andere veel aardewerk opgeleverd
dat met Zeeuwse bodemvondsten typologisch
goed vergelijkbaar is. Het castellum Arnhem-
Meinerswijk heeft vermoedelijk zes perioden
gekend. De vijfde periode wordt door Hulst
uitvoerig beschreven in zijn publicatie.
Als losse vondsten trekken de aandacht
verscheidene dakpanstempels (exgerinf en legxxx)
en bronzen voorwerpen met goede parallellen in
het Archeologisch Museum van Aardenburg.
ln Cuijk zijn op de oostelijke oever van de Maas
de restanten onderzocht van een brug uit
de laat-Romeinse tijd; talrijke houten palen met
punten van gesmeed ijzer werden daarbij
geborgen, ln Zeeland zijn dergelijke aangepunte
palen gevonden bij de verdwenen Romeinse
tempel te Ganuenta (Colijnsplaat).
Zoals in Zeeland 9/3 bij 'Aanwinsten ruilverkeer'
reeds werd aangekondigd, geeft het Rijksmuseum
van Oudheden te Leiden in plaats van hun
Oudheidkundige Mededelingen nu monografieën
uit die eens in de twee, driejaar verschijnen.
Als eerste ontving het Genootschap de voor
Zeeland uiterst belangrijke publicatie over alle te
Colijnsplaat opgeviste of opgedoken altaren uit
een aan de godin Nehalennia gewijd heiligdom.
De titel luidt: nehalennia, Römische Steindenk-
mciler aus der Oosterschelde bei Colijnsplaat.
(collections of the National Museum of
Antiquities at Leiden XI, Leiden 2001deel I
Textband, deel n Tafelband). Het standaardwerk
van internationale betekenis kwam tot
stand na jarenlange studie van dr. P. Stuart en
prof. dr. J.E. Bogaers De monografie,
die in het Duits is gesteld, eindigt met een
uitvoerige, voor iedereen zeer heldere
Nederlandse samenvatting.
Holland, historisch tijdschrift 2 (2001) is een
themanummer over wonen, naar aanleiding van
de viering van honderd jaar Woningwet.
Het gaat niet om de architectuur of de inrichting
van een huis, maar over 'wonen' in zijn
historische context. Welke sociale, economische,
politieke en culturele factoren zijn in de loop der
eeuwen van invloed geweest op woningaanbod
en woningvraag? Wie bepaalde wanneer en
op welke manier huizen of hele steden tot stand
kwamen? En hoeveel vrijheid had de woon-
34 Aanwinsten ruilverkeer