consument bij het kiezen van een woning?
Zes auteurs buigen zich over dergelijke vragen.
Verschillende manieren van woningbouw
worden belicht: particuliere woningbouw in de
Amsterdamse Vondelstraat, de eerste straat
die in 1866 buiten de wallen werd aangelegd,
maar ook arbeiderswoningen die omstreeks
1840 veelal in de vorm van hofjes achter de
randbebouwing op een binnenterrein werden
gebouwd.
Heemschut (augustus 2001) bevat een artikel door
H. van den Eeden: 'Tweede leven voor historisch
badpaviljoen Domburg'. Het historische
paviljoen uit 1889, dat bijna op instorten staat,
zal gerestaureerd worden, wat onder andere
mogelijk wordt door de 'kanjersubsidie' van
I,8 miljoen gulden van staatssecretaris Van der
Ploeg.
Het Natuurhistorisch Maandblad (november 2001),
uitgegeven door het Natuurhistorisch Genoot
schap in Limburg, is gewijd aan Eli Heimans
(1861-1914), onderwijzer, pedagoog en
popularisator van de natuurstudie. Hij was van
grote betekenis voor de biologie en geologie
van Zuid-Limburg. Met zijn vriend Jac.P. Thijsse
verzorgde hij onder andere de serie Van vlinders,
bloemen en vogels, die een bijzonder succes
oogste. Samen met J. Jaspers richtten zij een
nieuw tijdschrift op, De Levende Natuur
een enorme stimulans voor het natuuronderzoek
in Nederland en bovendien een tijdschrift
dat de stoot gaf tot een nieuwe richting in het
natuuronderwijs.
Van het Genootschap Amstelodamum ontvingen
wij het Jaarboek 2001. Dit heeft in zijn geheel
maar één thema: het Amsterdams Historisch
Museum, dat in 2001 vijfenzeventig jaar bestond.
De jubileumbundel is een afwisselende publicatie
met aandacht zowel voor het verleden,
het heden en de toekomst van het museum.
Uiteenlopende aspecten komen aan bod zoals de
verzamelgeschiedenis, het object als historische
bron, maar ook presentatievormen en nieuwe
historische onderwerpen. Verrassend is het te
lezen dat zelfs een barbiepop, die slechts enkele
tientjes heeft gekost, een plaatsje kan krijgen
in de zaal 'Kinderen van Amsterdam'. Verzamelen
voor de toekomst!
Het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig
Genootschap heeft met de Geschiedenis van
Limburg (deel II, onder redactie van J. Venner)
een prachtig boek op de markt gebracht.
In dit deel komen de negentiende en twintigste
eeuw aan bod. In die eeuwen werden bij
uitstek de fundamenten voor de huidige
samenleving gelegd. Op een evenwichtige manier
wordt aandacht besteed aan vier aspecten
van de maatschappij: de mens en zijn relatie
tot de natuur, de bestuursvormen, de sociaal-
economische verhoudingen en cultuur.
Het artikel 'De mijnwerkers. Zwoegen onder de
hoede van de Heilige Barbara' beschrijft heel
indringend het zware en onzekere leven van deze
bevolkingsgroep. Natuurlijk is er ook plaats
gemaakt voor het carnaval, waarvan ontstaan en
tradities ruim belicht worden. Als lezer waan
je je door de spannende verhalen alleen al
carnavalvierder: het Bacchusdrieve in Roermond,
de graasboer in Susteren, het kloonetrekken in
Kerkrade en het kaetelgerich in Steyl!
Uit Engeland ontvangen wij viermaal per jaar een
nummer van Medical History, een altijd minstens
honderd pagina's tellend tijdschrift over de
geschiedenis van de geneeskunde en daaraan
verwante wetenschappen. In het derde nummer
van 2001, volume 45, vinden we een artikel over
de heelkundige aspecten van cataract en hernia's
in de veertiende eeuw (auteur M. McVaugh)
en een stuk over de status en functie van de
dokter in Israël in de loop der tijden (N. Allan).
De arts werd en wordt in Israël nog dikwijls
gezien als een werktuig Gods en bezit mede
daardoor een gewaardeerde positie in het land.
Vroeger stonden de rabbijnen bekend om hun
medische bekwaamheden en tot in de huidige
tijd nemen de joden een plaats van betekenis in
bij de medische beroepen in de hele wereld.
Dit artikel behandelt de ontwikkeling van de rol
van de arts tot ongeveer het jaar 70 na Christus.
Aanwinsten ruilverkeer
35