Het jaarboek Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen (1999) biedt weer tal van interessante artikelen, zoals 'De rekeningen van de dekenij van het wollewerk: een bron voor de kennis van de praktijk van de gereglementeerde laken nijverheid in de stad Mechelen tijdens de Late Middeleeuwen (1395-1431)'. De Mechelse lakenproductie profileerde zich als een bloeiende exportnijverheid van kwalitatief goed standaard- laken. Vooral de expansie van Antwerpen als distributiecentrum van standaardlakens die in een reeks productiecentra werden vervaardigd, krijgt alle aandacht (auteur J.P. Peeters). In een stuk van J. Serneels, 'Een vondeling in de abdij Rozendaal', wordt een gevecht over de kosten die een vondeling met zich meebrengt, in een proces beslecht. Het te vondeling leggen kwam tot in de negentiende eeuw veelvuldig voor; dat een gevonden kind geen benijdens waardige positie had, zien we hier weer eens bevestigd. Tegelijk met dit jaarboek 1999 is op de eerste honderd jaargangen van de Handelingen een Thematische Index uitgekomen, samengesteld door A. Callewaert. Ook voor liefhebbers van de geschiedenis van België of de vroegere Zuidelijke Nederlanden is het jaarboek Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Wbfls (deel 104, 2001) binnengekomen. Th. Van Driessche schreef hierin 'De Spaanse Gemeenschap in het Land van Waas tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648)'. De verhouding tussen Spanjaarden en inwoners van de Nederlanden heeft onder historici nogal wat discussie opgeleverd. De Gentse hoog leraar Pirenne was in 1926 van mening dat de twee gemeenschappen langs elkaar heenleefden, maar zijn stelling werd al vroeg betwist. Uit de studie van Van Driessche blijkt dat veel Spaanse officieren en soldaten in het Land van Waas trouwden met vrouwen uit de streek en dat de 'compénétration' (wederzijdse doordringing) geenszins beperkt is gebleven tot de grote steden, maar zich ook heeft voorgedaan in plattelandsregio's. Kinderen uit de nieuwe gegoede milieus spraken Spaans, Frans en Nederlands en voelden zich zowel in Spaanse als in Nederlandse milieus thuis. Voor toneelliefhebbers is interessant het boek Omtrent de Opvoering. Heiner Müller en drie decennia theater in Vlaanderen door Luk van den Dries (Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde uit Gent). Van den Dries is volledig in de ban geraakt van de Oost-Duitse auteur Heiner Müller, die in zijn werk de eeuwige vragen stelt over de plaats van het individu in de wereld, de houding van man en vrouw, het gewicht van de tijd, maar dan in een andere vorm en een nieuwe taal gesteld. Het boek geeft geen historisch overzicht van de ontwikkeling van de theaterwetenschap maar wil mogelijkheden aftasten van bepaalde opvoeringsanalytische methoden en vooral het oordeelsvermogen van lezers scherpen en prikkelen. Na een door de auteur behandeld model wordt dit getoetst aan de opvoerings praktijk van Heiner Müller. 36 Aanwinsten ruilverkeer

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 37