i a n a
J.P. van Alten,
Een ophitsend geschrift in Zeeland.
Hoe Trouw in de oorlog in Zeeland kwam,
daar werd verspreid en ook gedrukt.
67 blz., illustraties, foto's en tekeningen.
ADZ, Vlissingen, 2001. ISBN 9090151338.
Prijs: 12,-.
Als zoon van een vader die beroepshalve een paar
decennia verbonden was aan de Rotterdamse
redactie van Trouw, en van een moeder geboortig
uit en deels getogen in Goes, nam ik met
meer dan algemene interesse kennis van boven
genoemd boek. De auteur, die het ondergronds
verspreiden van een tegen de bezetter gerichte
krant in Zeeland daadwerkeijk meegemaakt
heeft, geeft zijn verhaal, zo vele jaren na dato,
gewetensvol weer op een chronologische en
zakelijke wijze. Met referte aan modieus
sociologisch jargon zou men van een retro
actieve participerende observatie kunnen spreken.
Het is onmiskenbaar de intentie van de auteur -
die zeer bescheiden zijn, overigens niet te
verwaarlozen, rol in het verzetswerk duidt -
'zijn verhaal' voor het nageslacht vast te leggen.
Het op schrift stellen van zelf ervaren gebeur
tenissen is niet alleen heilzaam in psychologische
zin (aldus zou zelfbenoemd 'volksschrijver'
Reve aan 'De avonden' begonnen zijn, volgens de
overlevering), maar houdt ook het risico in van
een autobiografisch relaas, waarin het ego alras -
niets menselijks is ons vreemd - het centrum
van de wereld verbeeldt. In die kuil is van Alten,
terughoudend met betrekking tot persoonlijke
heldendaden, niet gevallen, hetgeen gepaste
waardering verdient. Het boek verschaft
derhalve een beschrijving van het opzetten
en onderhouden, voor zover mogelijk onder de
omstandigheden van een immer intensiever
speurende bezetter, van een netwerk ter
productie (drukkerij te Souburg) en verspreiding
van illegaal Trouw in Zeeland. De oudere lezers -
vooral de Zeelandkenners onder hen - kunnen
het spoor terug volgen. Juist nu de eerste
tunnelbuis uit Terneuzen op Zuid-Beveland is
'aangeland', zal de jongere lezer zich terdege
realiseren welke obstakels ten behoeve van de
organisatie van een dergelijk netwerk zestig
jaar geleden overwonnen moesten worden.
In dit opzicht verdient het aanbeveling van
Altens boek als 'verplicht' lesmateriaal voor het
geschiedenisonderwijs op de Zeeuwse middelbare
scholen te kwalificeren. In deze vluchtige tijd,
waarin de audiovisuele media de agenda van de
actualiteit dicteren, kan lezing van het dompacte
werk over ondergronds Trouw in het land van
'luctor et emergo' een verademend, rustig
intermezzo zijn met als mogelijk positief effect
dat zulks jonge lezers tot nadenken stemt.
Peinzen bijvoorbeeld over leeftijdgenoten die in
oorlogstijd hun leven riskeerden en gaven -
23 jonge Trouw-medewerkers werden gefusilleerd
in kamp Vught - voor het geschreven woord,
dat de waarden van de protestants-christelijke
zuil (vooral die van de Anti-Revolutionaire Partij)
verdedigde tegen het brute nihilisme van de
Duitse bezetter. Kortom, hulde aan de auteur,
die als verzetsman reeds zijn steen bijdroeg, voor
het op schrift stellen van dit stukje Zeeuwse
contemporaine geschiedenis, waarvan ik hoop
dat het ter lezing en lering onder de aandacht
van de jongere garde gebracht wordt.
E.J.W. van Rij
Boekbesprekingen
39