Een demografisch onderzoek naar welke gemeente of naar welke regio in Zeeland dan ook, wordt de onderzoeker tegenwoordig vrij gemakkelijk gemaakt. Indien men zich tot de periode 1960 tot heden beperkt, zijn veel relevante gegevens per gemeente, gebied en provincie van de web site van het Centraal Bureau voor de Statistiek te halen." Een tienjaarlijkse dwarsdoorsnede gaat nog veel verder terug. Overigens gaat het hier niet alleen om puur demografische gegevens, maar kunnen de meest uiteenlopende gegevens - over de plaatselijke economie, ruimtelijke ordening, grondgebruik, werkgelegenheid en dergelijke - worden geraadpleegd. Voor vroegere perioden en voor specifieker gegevens dient evenwel nog het archief te worden geraadpleegd. Ook wat dit soort onderzoek betreft, dient echter te worden opgemerkt dat cijfermateriaal op zich geen verklaringen biedt. Wel hangen bepaalde gegevens vooral causaal met elkaar samen. In dit geval dienen dus zeker aanvullende beschrijvende bronnen te worden gebruikt. Zo hing de hausse in de woningbouw in de jaren na de Tweede Wereldoorlog in een bepaalde Zeeuwse gemeente nauw samen met het hoge aantal woningzoekenden: er was woningnood! Deze woningnood hield weer verband met het grote aantal huwelijken dat na de Tweede Wereldoorlog werd gesloten en het hoge kindertal per gezin. Een dergelijk bouwwoede kan evenwel ook snel weer voorbij zijn, zelfs ondanks het blijvend grote aantal woning zoekenden, bijvoorbeeld door een wijziging in de politiek van toewijzing van woningen van de zijde van het Rijk of de Provincie. Een dergelijke verandering is wel in het tempo van de woningbouw vast te stellen, maar daaruit niet te verklaren. Daartoe is kennis van overheidspolitiek en wetgeving van belang. Getallen van geboorte, sterfte, vertrek en vestiging in een bepaalde gemeente geven inzicht in bevolkingsgroei of -afname. Veranderingen in huwelijksleeftijden zeggen iets over veran derende gezinsgrootte en derhalve over bevolkingstoename of -afname, maar niet alles. Ook opvattingen over maatschappij en religieuze overtuigingen spelen daarbij een rol. Bovendien waren de hygiëne, het niveau van en de toegankelijkheid tot medische voorzieningen evenzeer belangrijke factoren voor veranderingen in steTfte, terwijl tegenwoordig eerder de gemiddelde levensverwachting van de burger bepalend is. De aanhoudende vraag naar woningen hing vroeger nauw samen met een sterke bevolkingsaanwas, nu eerder met veranderde opvattingen over maatschappij en religie, die zich manifesteren in een verschijnsel als gezinsverdunning. Bij demografisch onderzoek vormt de kwantitatief- comparatieve benadering weliswaar de basis, maar sterker nog dan bij de landbouwgeschie- denis speelt bij het verklaren van de bewegingen het geheel van maatschappelijke en religieuze opvattingen een cruciale rol. En dat laatste is weer sterk bepaald in tijd en ruimte. De demografische geschiedenis van Nieuw- en Sint-Joosland is om die reden wellicht een geheel andere dan de demografische geschiedenis van Zuiddorpe. Waterstaatsgeschiedenis Traditioneel werd de geschiedschrijving van waterstaat en polders bepaald door rechts historici. Zij maakten daarbij gebruik van keuren, voorgeboden, bedijkingsoctrooien en waren vooral op zoek naar de oorsprong van ons bestuur en recht.14 Dit sterk institutionele karak ter van de geschiedbeoefening werd langzaam verdrongen door een historisch-geografische aanpak.15 Hierbij werd gezocht naar een antwoord op de vraag hoe het landschap er in vroeger tijden had uitgezien. Naast de landschapsreconstructie werd ook gezocht naar verklarende processen die richting hadden gegeven aan de veranderingen in het landschap.16 Tegenwoordig hangt de waterstaatsgeschiedenis nauw samen met die van grondbezit en -eigendom, lastenverdeling en van belastingen.17 Tot diep in de vorige eeuw was immers het devies: 'Wie belang heeft, betaalt.' Dat wil zeggen dat de grondeigenaren en -gebruikers betaalden en daarom dan ook 'bepaalden'. De verhouding van het grondbezit werd al vroeg vastgelegd in allerlei schriftelijke bronnen. Dit bronnen materiaal omvat niet alleen de ommelopers en kohieren van dijkgeschoten, maar ook onder meer de polder- en dijkrekeningen, de herstel rekeningen, de kwitanties en de kadastrale kaarten. Een niet onbelangrijk deel van de landschapsgeschiedenis zou zonder deze schriftelijke bronnen ongeschreven blijven. De jaarlijks terugkerende dijkzorg riep tegelijker tijd een polderbestuur in het leven, wat het ontstaan van dikke registers met notulen van vergaderingen van dijkbesturen, ingelanden eneen grote hoeveelheid bijgaande correspon dentie tot gevolg had. Geschiedschrijving in Zeeland 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland | 2002 | | pagina 6